Lesson 20 | LanGeek

to emerge

werkwoord

e

i

m

e

ɜ

r

g

ʤ

e

Sluiten

Inloggen

(tevoorschijn komen)

verschijnen

to become visible after coming out of somewhere

Grammaticale Informatie:

Intransitief

jagged

bijvoeglijk naamwoord

j

ʤ

a

æ

gg

g

e

d

(franje)

gelaagd

having rough, uneven, and sharp points or edges

to linger

werkwoord

l

i

ɪ

n

g

e

ɜ

r

(aanhouden)

blijven hangen

to persist in existence or effect without fading quickly

Grammaticale Informatie:

Intransitief

to ambush

werkwoord

a

æ

m

b

u

ʊ

sh

ʃ

(alligaat)

in de schaduw liggen

to wait in a concealed location and launch a surprise attack on a target

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

crafty

bijvoeglijk naamwoord

c

k

r

a

æ

f

t

y

i

(ingeving)

sluw

using clever and usually deceitful methods to achieve what one wants

defiant

bijvoeglijk naamwoord

d

e

ɪ

f

ia

aɪə

n

t

(uitdagend)

trotse

willing to disobey someone or something in authority

compliant

vigor

zelfstandig naamwoord

v

i

ɪ

g

o

ɜ

r

(vitaliteit)

kracht

the physical or mental strength and energy that someone possesses

to perish

werkwoord

p

e

ɛ

r

i

ɪ

sh

ʃ

(vergaan)

verleen

to lose one's life, often terribly or suddenly

be born

Grammaticale Informatie:

Intransitief

fragile

bijvoeglijk naamwoord

f

r

a

æ

g

ʤ

i

ə

l

e

(kwetsbaar)

fragiel

easily damaged or broken

captive

bijvoeglijk naamwoord

c

k

a

æ

p

t

i

ɪ

v

e

(ge captive)

gevangen

confined or held prisoner, unable to escape

to prosper

werkwoord

p

r

o

ɑ

s

p

e

ɜ

r

(prospereren)

gedijen

to grow in a successful way, especially financially

Grammaticale Informatie:

Intransitief

Gefeliciteerd! !

U hebt 11 woorden geleerd van undefined. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz