Lesson 37 | LanGeek

heir

zelfstandig naamwoord

h

ei

ɛ

r

Sluiten

Inloggen

(erfgenaam)

erfgenaam

someone who has the legal right to inherit the property, money, or title of a deceased individual

majestic

bijvoeglijk naamwoord

m

a

ə

j

ʤ

e

ɛ

s

t

i

ɪ

c

k

(prachtig)

majestueus

impressive and noble, often with a grand or dignified appearance

to dwindle

werkwoord

d

w

i

ɪ

n

d

ə

l

e

(verkleinen)

afnemen

Disapproving

to diminish in quantity or size over time

Grammaticale Informatie:

Intransitief

surplus

bijvoeglijk naamwoord

s

u

ɜ

r

p

l

u

ə

s

(overschot)

overvloedig

more than is needed, desired, or required

traitor

zelfstandig naamwoord

t

r

ai

eɪ

t

o

ɜ

r

N/A

someone who betrays his country by committing treason

deliberate

bijvoeglijk naamwoord

d

e

ɪ

l

i

ɪ

b

e

ɜ

r

a

eɪ

t

e

(doelbewust)

opzettelijk

done on purpose

vandal

zelfstandig naamwoord

v

a

æ

n

d

a

ə

l

(vandalisme)

vandalen

someone who intentionally damages or destroys public or private property

drought

zelfstandig naamwoord

d

r

o

a

u

ʊ

gh

t

(dorrigheid)

droogte

a long period of time when there is not much raining

to abide

werkwoord

a

ə

b

i

aɪ

d

e

(tolereren)

verduren

(always negative) to tolerate someone or something

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

to unify

werkwoord

u

ju

n

i

ə

f

y

aɪ

(bundelen)

verenigen

to become whole or united

disunify

Grammaticale Informatie:

Intransitief

summit

zelfstandig naamwoord

s

u

ə

mm

m

i

ə

t

(piek)

top

the top of a mountain

to heed

werkwoord

h

ee

i

d

(opletten)

aandacht schenken aan

to be attentive to advice or a warning

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

Gefeliciteerd! !

U hebt 12 woorden geleerd van undefined. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz