reviewHerzienchevron down
1 / 20
Afsluiten
1-
to go
2-
to go
3-
to go
4-
to go
5-
to go in
6-
to go into
7-
to go up
8-
to go out
9-
to go down
10-
study
11-
to visit
12-
to learn
13-
to go shopping
14-
to go swimming
15-
to go dancing
16-
to go fishing
17-
somewhere
18-
somewhere
19-
anywhere
20-
to go by
to go
to go
werkwoord
g
g
o
Spelling
Sluiten
Inloggen
(vertrekken)

(vertrekken)

gaan

to travel or move from one location to another

stay in place

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to go
to go
werkwoord
g
g
o
(vertrekken)

(vertrekken)

gaan

to move or travel in order to do something specific

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to go
werkwoord
g
g
o
(deelnemen)

(deelnemen)

gaan

to participate in outdoor activities

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to go
werkwoord
g
g
o
(gaan naar)

(gaan naar)

gaan

to stretch out, lead, or extend toward a specific direction or place

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to go in
to go in
werkwoord
uk flag
/ɡoʊ ˈɪn/
(in gaan)

(in gaan)

binnenkomen

to enter a place, building, or location

exit

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
to go into
to go into
werkwoord
uk flag
/ɡˈoʊ ˌɪntʊ/
( binnenkomen)

( binnenkomen)

binnengaan

to enter a place or location

exit

Grammaticale Informatie:

Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
go
partikel van de uitdrukking
into
to go up
to go up
werkwoord
uk flag
/ɡoʊ ˈʌp/
(opgaan)

(opgaan)

omhoog gaan

to go to a higher place

descend

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
go
partikel van de uitdrukking
up
to go out
to go out
werkwoord
uk flag
/ɡoʊ ˈaʊt/
(de deur uitgaan)

(de deur uitgaan)

uitgaan

to leave the house and attend a specific social event to enjoy your time

Grammaticale Informatie:

Intransitief
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
go
partikel van de uitdrukking
out
to go down
to go down
werkwoord
uk flag
/ɡoʊ ˈdaʊn/
(omlaag gaan)

(omlaag gaan)

afgaan

to move from a higher location to a lower one

rise

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
go
partikel van de uitdrukking
down
study
study
zelfstandig naamwoord
s
s
t
t
u
ʌ
d
d
y
i
(onderzoek)

(onderzoek)

studie

a deliberate and focused effort to gain knowledge or understanding about a specific topic

What is "study"?

Study is the act of focusing on a subject or activity in order to learn or gain knowledge. It involves reviewing information, practicing skills, or exploring new concepts to better understand or master them. People study to prepare for exams, improve their abilities, or learn new topics. Study can take place in various environments, such as schools, libraries, or at home, and can involve different methods, like reading, note-taking, or discussing ideas with others. Effective study helps individuals retain information, solve problems, and apply knowledge in real-life situations.

to visit
to visit
werkwoord
v
v
i
ɪ
s
z
i
ɪ
t
t
(langsgaan bij)

(langsgaan bij)

bezoeken

to go somewhere because we want to spend time with someone

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to learn
to learn
werkwoord
l
l
ea
ɜ
r
r
n
n
(verder ontwikkelen)

(verder ontwikkelen)

leren

to become knowledgeable or skilled in something by doing it, studying, or being taught

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to go shopping
Zinsdeel
uk flag
/ɡˌoʊ ʃˈɑːpɪŋ/
N/A

N/A

Collocation

to buy things from stores

to go swimming
Zinsdeel
uk flag
/ɡˌoʊ swˈɪmɪŋ/
N/A

N/A

Collocation

to be in the water and move for enjoyment or exercise

to go dancing
Zinsdeel
uk flag
/ɡˌoʊ dˈænsɪŋ/
N/A

N/A

Collocation

to enjoy moving to music at social events or gatherings

to go fishing
Zinsdeel
uk flag
/ɡˌoʊ fˈɪʃɪŋ/
N/A

N/A

Collocation

to try to catch fish using a fishing rod and bait

somewhere
somewhere
bijwoord
s
s
o
ʌ
m
m
e
wh
w
e
ɛ
r
r
e
(op een bepaalde plek)

(op een bepaalde plek)

ergens

in, at, or to some unspecified place

Grammaticale Informatie:

Bijwoord van Plaats en Beweging
somewhere
Voornaamwoord
s
s
o
ʌ
m
m
e
wh
w
e
ɛ
r
r
e
N/A

N/A

an unspecified or unknown place

anywhere
Voornaamwoord
a
ɛ
n
n
y
i
wh
w
e
ɛ
r
r
e
N/A

N/A

any place at all, without specification

to go by
to go by
werkwoord
uk flag
/ɡˌoʊ bˈaɪ/
(voorbijgaan)

(voorbijgaan)

verlopen

to pass a certain point in time

Grammaticale Informatie:

Intransitief
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
go
partikel van de uitdrukking
by

Gefeliciteerd! !

U hebt 20 woorden geleerd van undefined. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice