1-
to change
2-
to get
3-
to get
4-
to get
5-
to get
6-
to get back
7-
to get
8-
to get married
9-
to get up
10-
to get on
to change
ch
ʧ
a
eɪ
n
n
g
ʤ
e
Sluiten
Inloggen
(wijzigen)
veranderen
to not stay the same and as a result become different
stay
Grammaticale Informatie:
Intransitief
to get
g
g
e
ɛ
t
t

(worden)
krijgen
to experience a specific condition, state, or action
Grammaticale Informatie:
linking verb
to get
g
g
e
ɛ
t
t

(verwerven)
krijgen
to obtain something by paying an amount of money for it
Grammaticale Informatie:
Overgankelijk
to get
g
g
e
ɛ
t
t

(pakken)
nemen
to use a taxi, bus, train, plane, etc. for transportation
Grammaticale Informatie:
Overgankelijk
to get
g
g
e
ɛ
t
t

(ontvangen)
krijgen
to receive or come to have something
Grammaticale Informatie:
Overgankelijk
to get back
/ɡɛt ˈbæk/

(terugkeren)
teruggaan
to return to a place, state, or condition
Grammaticale Informatie:
Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
get
partikel van de uitdrukking
back
to get
g
g
e
ɛ
t
t

(komen bij)
bereiken
to reach a specific place
leave
Grammaticale Informatie:
Intransitief
to get married
/ɡɛt mˈæɹɪd/

N/A
Collocation
to legally become someone's wife or husband
to get up
/ɡɛt ˈʌp/

(verheffen)
opstaan
to get on our feet and stand up
sit down
Grammaticale Informatie:
Intransitief
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
get
partikel van de uitdrukking
up
to get on
/ɡɛt ˈɑn/

(aan boord gaan)
instappen
to enter a bus, ship, airplane, etc.
get off
Grammaticale Informatie:
Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
get
partikel van de uitdrukking
on
Gefeliciteerd! !
U hebt 10 woorden geleerd van undefined. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
