1-
surface
2-
Earth
3-
to cover
4-
world
5-
temperature
6-
minus
7-
cave
8-
over
9-
canal
10-
waterfall
11-
rainforest
12-
to cover
13-
the ocean
14-
fall
15-
to consist
16-
region
17-
landscape
18-
contrast
19-
climate
20-
distance
21-
north
22-
northwest
23-
northeast
24-
west
25-
east
26-
southwest
27-
southeast
28-
south
lesson summary
surface
surface
zelfstandig naamwoord
s
s
u
ɜ
r
r
f
f
a
ɪ
c
s
e
Spelling
Sluiten
Inloggen
(laag)

(laag)

oppervlak

the outer part or top layer of something that you can touch or see

Earth
Earth
zelfstandig naamwoord
ea
ɜ
r
r
th
θ
(planeet Aarde)

(planeet Aarde)

Aarde

a big round mass covered in land and water, on which we all live

Grammaticale Informatie:

Eigennaam
to cover
to cover
werkwoord
c
k
o
ʌ
v
v
e
ə
r
r
(overtrekken)

(overtrekken)

bedekken

to envelop something in a layer of material

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
world
world
zelfstandig naamwoord
w
w
o
ɜ
r
r
l
l
d
d
(aarde)

(aarde)

wereld

the planet earth, where we all live

temperature
temperature
zelfstandig naamwoord
t
t
e
ɛ
m
m
p
p
e
ɜ
r
r
a
ə
t
ʧ
u
ɜ
r
r
e
(warmtegraad)

(warmtegraad)

temperatuur

a measure of how hot or cold something or somewhere is

minus
bijvoeglijk naamwoord
m
m
i
n
n
u
ə
s
s
( min)

( min)

negatief

showing a negative value or quantity such as a weather degree

plus
cave
cave
zelfstandig naamwoord
c
k
a
v
v
e
(hol)

(hol)

grot

a hole or chamber formed underground naturally by rocks gradually breaking down over time

over
over
Voorzetsel
uk flag
/ˈoʊvɚ/
(over)

(over)

boven

at a position above or higher than something

Grammaticale Informatie:

voorzetsel van de agent
canal
canal
zelfstandig naamwoord
c
k
a
ə
n
n
a
æ
l
l
(waterweg)

(waterweg)

kanaal

a long and artificial passage built and filled with water for ships to travel along or used to transfer water to other places

waterfall
waterfall
zelfstandig naamwoord
w
w
a
ɑ
t
t
e
ə
r
r
f
f
a
ɑ
ll
l
(cascade)

(cascade)

waterval

a high place, such as a cliff, from which a river or stream falls

Grammaticale Informatie:

Samengesteld Zelfstandig Naamwoord
rainforest
rainforest
zelfstandig naamwoord
r
r
ai
n
n
f
f
o
ɔ
r
r
e
ɪ
s
s
t
t
(jungle)

(jungle)

regenwoud

‌a thick, tropical forest with tall trees and consistently heavy rainfall

Grammaticale Informatie:

Samengesteld Zelfstandig Naamwoord
to cover
werkwoord
c
k
o
ʌ
v
v
e
ə
r
r
(zich uitstrekken over)

(zich uitstrekken over)

bedekken

(of an area) to extend over a specific distance

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
the ocean
the ocean
zelfstandig naamwoord
o
c
ʃ
ea
ə
n
n
(zee)

(zee)

oceaan

the great mass of salt water that covers most of the earth's surface

Grammaticale Informatie:

fall
fall
zelfstandig naamwoord
f
f
a
ɑ
ll
l
(waterval)

(waterval)

waterval

a mass of water that continously drops from a high place such as a cliff

to consist
to consist
werkwoord
c
k
o
ə
n
n
s
s
i
ɪ
s
s
t
t
(samengesteld zijn uit)

(samengesteld zijn uit)

bestaan

to be constructed from or made up of certain things or people

Grammaticale Informatie:

Intransitief
region
region
zelfstandig naamwoord
r
r
e
i:
g
ʤ
io
ə
n
n
(gebied)

(gebied)

regio

a large area of land or of the world with specific characteristics, which is usually borderless

landscape
landscape
zelfstandig naamwoord
l
l
a
æ
n
n
d
d
s
s
c
k
a
p
p
e
landschap

landschap

a beautiful scene in the countryside that can be seen in one particular view

contrast
zelfstandig naamwoord
c
k
o
ɑ
n
n
t
t
r
r
a
æ
s
s
t
t
contrast

contrast

the noticeable difference or opposition between two or more things that are compared

climate
climate
zelfstandig naamwoord
c
k
l
l
i
m
m
a
ə
t
t
e
(weersomstandigheden)

(weersomstandigheden)

klimaat

the typical weather conditions of a particular region

distance
distance
zelfstandig naamwoord
d
d
i
ɪ
s
s
t
t
a
ə
n
n
c
s
e
afstand

afstand

the length of the space that is between two places or points

north
north
zelfstandig naamwoord
n
n
o
ɔ:
r
r
th
θ
(the direction up on most maps)

(the direction up on most maps)

noorden,noord

the direction on our left when we watch the sunrise

northwest
northwest
zelfstandig naamwoord
n
n
o
ɔ
r
r
th
θ
w
w
e
ɛ
s
s
t
t
(noord-west)

(noord-west)

noordwesten

the direction midway between north and west

northeast
northeast
zelfstandig naamwoord
n
n
o
ɔ
r
r
th
θ
ea
i
s
s
t
t
(noord-oost)

(noord-oost)

noordoosten

the direction midway between north and east

west
west
zelfstandig naamwoord
w
w
e
ɛ
s
s
t
t
(the direction where the sun sets)

(the direction where the sun sets)

westen,avondland

the direction toward which the sun goes down, which is on the left side of a person facing north

east
east
zelfstandig naamwoord
ea
i:
s
s
t
t
(the direction where the sun rises)

(the direction where the sun rises)

oosten,oriënt

the direction from which the sun rises, which is on the right side of a person facing north

southwest
southwest
zelfstandig naamwoord
s
s
o
a
u
ʊ
th
θ
w
w
e
ɛ
s
s
t
t
zuidwesten

zuidwesten

the direction midway between south and west

southeast
southeast
zelfstandig naamwoord
s
s
o
a
u
ʊ
th
θ
ea
i
s
s
t
t
(de richting zuidoosten)

(de richting zuidoosten)

zuidoosten

the direction midway between south and east

south
south
zelfstandig naamwoord
s
s
o
a
u
ʊ
th
θ
(the direction down on most maps)

(the direction down on most maps)

zuiden,middag

the direction on our right when we watch the sunrise

Gefeliciteerd! !

U hebt 28 woorden geleerd van undefined. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice