062. Distance, Dimensions and Size

distance

zelfstandig naamwoord

d

i

ɪ

s

t

a

ə

n

c

s

e

Sluiten

Inloggen

afstand

the length of the space that is between two places or points

dimension

zelfstandig naamwoord

d

i

aɪ

m

e

ɛ

n

s

ʃ

io

ə

n

dimensie

a measure of the height, length, or width of an object in a certain direction

size

zelfstandig naamwoord

s

i

aɪ

z

e

(afmeting)

grootte

the physical extent of an object, usually described by its height, width, length, or depth

mile

zelfstandig naamwoord

m

i

aɪ

l

e

(zeemijl)

mijl

a unit of measuring length equal to 1.6 kilometers or 1760 yards

yard

zelfstandig naamwoord

y

j

a

ɑ

r

d

(yard)

yard

a unit of length that is equal to 91.44 centimeters or 36 inches

foot

zelfstandig naamwoord

f

oo

ʊ

t

(maateenheid voor lengte gelijk aan 12 inch of 30)

voet

a unit of measuring length equal to 12 inches or 30.48 centimeters

Grammaticale Informatie:

Meervoudsvorm

feet

inch

zelfstandig naamwoord

i

ɪ

n

ch

ʧ

(lengte-eenheid)

inch

a unit of length equal to one-twelfth of a foot or 2.54 centimeters

Grammaticale Informatie:

away

bijwoord

a

ə

w

a

e

y

ɪ

(in de verte)

ver weg

at or from a great distance in space or time

near

bijvoeglijk naamwoord

n

ea

ɪ

r

(dichtbij)

nabij

not far from a place

far

around the corner

Zinsdeel

/ɐɹˈaʊnd ðə kˈɔːɹnɚ/

N/A

Idiom

used to refer to something that is very close to a particular person, place, or thing

Dialect

American

What is the origin of the idiom "around the corner" and when to use it?

The origin of the idiom "around the corner" can be traced back to the concept of turning a corner while navigating through streets or pathways. In literal terms, when one turns a corner, they immediately encounter what lies ahead. Figuratively, this concept evolved to represent something that is physically close.

up

bijwoord

u

ʌ

p

(naar boven)

omhoog

at or toward a higher level or position

down

Grammaticale Informatie:

Bijwoord van Plaats en Beweging

down

bijwoord

d

o

a

w

ʊ

n

(beneden)

naar beneden

at or toward a lower level or position

up

Grammaticale Informatie:

Bijwoord van Plaats en Beweging

at least

bijwoord

/ət ˈliːst/

(althans)

tenminste

in a manner that conveys the minimum amount or number needed

at most

Grammaticale Informatie:

Bijwoord van Graad

quite

bijwoord

q

k

u

w

i

aɪ

t

e

(absoluut)

helemaal

to the highest degree

Grammaticale Informatie:

Onvergelijkbaar

Bijwoord van Graad

long

bijvoeglijk naamwoord

l

o

ɑ:

n

g

(verlengd)

lang

(of two points) having an above-average distance between them

short

way

zelfstandig naamwoord

w

a

e

y

ɪ

(pad)

weg

a passage used for walking, riding, or driving

width

zelfstandig naamwoord

w

i

ɪ

d

th

θ

(wijdte)

breedte

the distance of something from side to side

length

zelfstandig naamwoord

l

e

ɛ

n

g

th

θ

lengte

the distance from one end to the other end of an object that shows how long it is

height

zelfstandig naamwoord

h

ei

aɪ

gh

t

hoogte

the distance from the top to the bottom of something or someone

depth

zelfstandig naamwoord

d

e

ɛ

p

th

θ

(bodem)

diepte

the distance below the top surface of something

the deep end

Zinsdeel

/ðə dˈiːp ˈɛnd/

N/A

the section of a swimming pool where the water is at its deepest point

tall

bijvoeglijk naamwoord

t

a

ɔ:

ll

l

(having more height than others)

lang,groot van postuur

(of a person) having a height that is greater than what is thought to be the average height

short

tall

bijvoeglijk naamwoord

t

a

ɔ:

ll

l

(hoog)

lang

having greater than average height

high

bijvoeglijk naamwoord

h

i

aɪ

gh

hoog

having a relatively great vertical extent

low

wide

bijwoord

w

i

aɪ

d

e

( breed)

wijd

used to indicate a significant distance or range, often between points or objects

Grammaticale Informatie:

Bijwoord van Graad

high

bijwoord

h

i

aɪ

gh

(in de hoogte)

hoog

at a great distance or elevation from the ground or a reference point

Grammaticale Informatie:

Bijwoord van Plaats en Beweging

deep

bijwoord

d

ee

i

p

(in diepte)

diep

at or to a significant depth

Grammaticale Informatie:

Bijwoord van Graad

big

bijvoeglijk naamwoord

b

i

ɪ

g

(enorm)

groot

above average in size or extent

small

bijvoeglijk naamwoord

s

m

a

ɔ

ll

l

(minuscuul)

klein

below average in physical size

large

thick

bijvoeglijk naamwoord

th

θ

i

ɪ

ck

k

(breed)

dik

having a long distance between opposite sides

thin

bijvoeglijk naamwoord

th

θ

i

ɪ

n

(slank)

dun

having opposite sides or surfaces that are close together

thick

huge

bijvoeglijk naamwoord

h

u

ju:

g

ʤ

e

(gigantisch)

enorm

very large in size

enormous

bijvoeglijk naamwoord

e

i

n

o

ɔ

r

m

ou

ə

s

(gigantisch)

enorm

extremely large in physical dimensions

tiny

bijvoeglijk naamwoord

t

i

aɪ

n

y

i

(heel klein)

minuscuul

extremely small

giant

bijvoeglijk naamwoord

g

ʤ

ia

aɪə

n

t

(gigantisch)

reusachtig

extremely large in size

narrow

bijvoeglijk naamwoord

n

a

ɛ

rr

r

o

oʊ

w

(nauw)

smal

having a limited distance between opposite sides

wide

bijvoeglijk naamwoord

w

i

aɪ

d

e

(wijd)

breed

having a large length from side to side

narrow

Gefeliciteerd! !

U hebt 37 woorden geleerd van undefined. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz