068. Spot The Difference: Making Comparisons

affinity

zelfstandig naamwoord

a

ə

ff

f

i

ɪ

n

i

ə

t

y

i

Sluiten

Inloggen

(verwantschap)

affiniteit

the state of being similar or resembling one another

akin

bijvoeglijk naamwoord

a

eɪ

k

i

ɪ

n

(soortgelijk)

vergelijkbaar

having similar characteristics or qualities

analogy

zelfstandig naamwoord

a

ə

n

a

æ

l

o

ə

g

ʤ

y

i

(vergelijking)

analogie

a comparison between two different things, done to explain the similarities between them

to correspond

werkwoord

c

k

o

ɔ

rr

r

e

ə

s

p

o

ɑ

n

d

(overeenkomen)

corresponderen

to match or be similar to something else

disagree

Grammaticale Informatie:

Intransitief

to equate

werkwoord

e

ɪ

q

k

u

w

a

eɪ

t

e

(gelijkstellen)

vergelijken

to view or describe something as similar or equal, often suggesting they have equal importance or value

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

tantamount

bijvoeglijk naamwoord

t

a

æ

n

t

a

ə

m

o

a

u

ʊ

n

t

(gelijke waarde aan)

gelijkwaardig

essentially equivalent or comparable in effect or importance to something else

interchangeable

bijvoeglijk naamwoord

i

ɪ

n

t

e

ɜ

r

ch

ʧ

a

eɪ

n

g

ʤ

ea

ə

b

l

e

(vervangbaar)

uitwisselbaar

capable of being used or exchanged in place of one another

indistinguishable

bijvoeglijk naamwoord

i

ɪ

n

d

i

ɪ

s

t

i

ɪ

n

g

u

w

i

ɪ

sh

ʃ

a

ə

b

ə

l

e

(niet te onderscheiden)

ononderscheidbaar

impossible to differentiate or recognize as different

diverse

bijvoeglijk naamwoord

d

i

aɪ

v

e

ɜ

r

s

e

(verscheidene)

divers

showing a variety of distinct types or qualities

disparate

bijvoeglijk naamwoord

d

i

ɪ

s

p

a

ɜ

r

a

ɪ

t

e

(ongelijk)

verschillend

not sharing any form of similarity

dissimilar

bijvoeglijk naamwoord

d

i

ɪ

ss

s

i

ɪ

m

i

ə

l

a

ɜ

r

(verschillend)

ongelijk

(of two or more things) not having common qualities

similar

divergent

bijvoeglijk naamwoord

d

i

aɪ

v

e

ɜ

r

g

ʤ

e

ə

n

t

(afwijkend)

divergent

(of physical movement or natural separation) spreading away from a single point or each other, creating increasing distance over time

convergent

distinct

bijvoeglijk naamwoord

d

i

ɪ

s

t

i

ɪ

n

c

k

t

(verschillend)

onderscheiden

separate and different in a way that is easily recognized

distinctive

bijvoeglijk naamwoord

d

i

ɪ

s

t

i

ɪ

n

c

k

t

i

ɪ

v

e

(opvallend)

kenmerkend

possessing a quality that is noticeable and different

discrete

bijvoeglijk naamwoord

d

i

ɪ

s

c

k

r

e

i

t

e

(distincte)

afzonderlijke

individually separate and easily identifiable

to differentiate

werkwoord

d

i

ɪ

ff

f

e

ɜ

r

e

ɛ

n

t

ʃ

ia

ieɪ

t

e

(differentieren)

onderscheiden

to recognize the difference present between two people or things

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

to diversify

werkwoord

d

i

aɪ

v

e

ɜ

r

s

i

ə

f

y

aɪ

(variëren)

diversifiëren

to change something in order to add variety to it

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

to diverge

werkwoord

d

i

ɪ

v

e

ɜ

r

g

ʤ

e

(uit elkaar lopen)

afwijken

(of views, opinions, etc.) to be different from each other

conform

Grammaticale Informatie:

Intransitief

to distinguish

werkwoord

d

i

ɪ

s

t

i

ɪ

n

g

u

w

i

ɪ

sh

ʃ

(onderscheppen)

onderscheiden

to recognize and mentally separate two things, people, etc.

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

comparable

bijvoeglijk naamwoord

c

k

o

ɑ

m

p

a

ɜ

r

a

ə

b

ə

l

e

(te vergelijken)

vergelijkbaar

having similarities that justify making a comparison

incomparable

comparative

bijvoeglijk naamwoord

c

k

o

ə

m

p

a

ɛ

r

a

ə

t

i

ɪ

v

e

(vergelijkings-)

vergelijkend

evaluated in relation to another thing, considering their similarities or differences

absolute

silence

zelfstandig naamwoord

s

i

aɪ

l

e

ə

n

c

s

e

(zwijgen)

stilte

the absence of sound or noise, often creating a peaceful or uncomfortable atmosphere

freedom

zelfstandig naamwoord

f

r

ee

i

d

o

ə

m

(vrijgaandheid)

vrijheid

the right to act, say, or think as one desires without being stopped, controlled, or restricted

comfort

zelfstandig naamwoord

c

k

o

ə

m

f

o

ɜ

r

t

(geruststelling)

comfort

a state of being free from pain, worry, or other unpleasant feelings

Gefeliciteerd! !

U hebt 24 woorden geleerd van undefined. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz