/tˈeɪk ˈʌp/

(beslag leggen op)
innemen
to occupy a particular amount of space or time
Grammaticale Informatie:
/ɡˌoʊ ˈɔf/

(afgaan)
ontploffen
(of a gun, bomb, etc.) to be fired or to explode
Grammaticale Informatie:
/fˈɔːl ˈɪn/

(instorten)
in elkaar storten
to collapse under pressure, often due to structural weakness
Grammaticale Informatie:
/bɹˈɪŋ tuː/

(opleven)
terugbrengen
to help someone come back to consciousness
Grammaticale Informatie:
/kˈʌm əkɹˈɑːs/

(ontdekken)
tegenkomen
to discover, meet, or find someone or something by accident
Grammaticale Informatie:
/pˈʊl ˈaʊt/

(uitnemen)
uittrekken
to take and bring something out of a particular place or position
Grammaticale Informatie:
/kˈʌm ˈoʊvɚ/

(overkomen)
langskomen
to come to someone's house in order to visit them for a short time
Grammaticale Informatie:
/hˈoʊld ˈʌp/

(ophouden)
vertraging veroorzaken
to delay the progress of something
Grammaticale Informatie:
/tˈɜːn ɐɹˈaʊnd/

(zich omdraaien)
omdraaien
to change your position so as to face another direction
Grammaticale Informatie:
/mˈuːv ˈɪn/

(intrekken)
verhuizen
to begin to live in a new house or work in a new office
Grammaticale Informatie:
/stˈɪk tuː/

(blijven bij)
volharden in
to continue doing something even though there are some hardships
Grammaticale Informatie:
/lˈʊk ˌɪntʊ/

(uitzoeken)
onderzoeken
to investigate or explore something in order to gather information or understand it better
Grammaticale Informatie:
/lˈʊk ɐɹˈaʊnd/

(om zich heen kijken)
omkijken
to turn your head to see the surroundings
Grammaticale Informatie:
/kˈɔːl fɔːɹ/

(vereist)
vereisen
to make something required, necessary, or appropriate
Grammaticale Informatie:
/ɹˈaɪt dˈaʊn/

(noteren)
opschrijven
to record something on a piece of paper by writing
Grammaticale Informatie:
/ɹˈʌn ˌɪntʊ/

(ontmoeten)
tegenkomen
to meet someone by chance and unexpectedly
Grammaticale Informatie:
/fˈɔːl ˌɪntʊ/

(terechtkomen in)
vallen in
to accidentally enter something
Grammaticale Informatie:
/wˈɔːk ˌɪntʊ/

(in de problemen komen)
in een ongemakkelijke situatie terechtkomen
to become involved in something unpleasant because of carelessness or ignorance
Grammaticale Informatie:
/ʃˈʌt dˈaʊn/

(uitschakelen)
afsluiten
to make something stop working
Grammaticale Informatie:
/tˈeɪk ˈɪn/

(verblijf bieden aan)
opnemen
to provide a place for someone to stay temporarily
Grammaticale Informatie:
/tˈɜːn ˈɔf/

(afzetten)
uitschakelen
to cause a machine, device, or system to stop working or flowing, usually by pressing a button or turning a switch
Grammaticale Informatie:
/ɡˌoʊ bˈaɪ/

(voorbijgaan)
verlopen
to pass a certain point in time
Grammaticale Informatie:
/ɡˌoʊ fˈoːɹwɚd/

(voortgaan)
vooruitgaan
to continue moving ahead physically
Grammaticale Informatie:
/stˈænd fɔːɹ/

(vertegenwoordigen)
staan voor
to represent something in the form of an abbreviation or symbol
Grammaticale Informatie:
/stˈɪk wɪð/

(volhouden met)
vasthouden aan
to persist in doing a plan, idea, or course of action over time
Grammaticale Informatie:
Gefeliciteerd! !
U hebt 25 woorden geleerd van Top 76 - 100 Phrasal Verbs. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
