reviewHerzienchevron down
500 Meest Voorkomende Engelse Bijvoeglijke Naamwoorden /

Top 251 - 275 bijvoeglijke naamwoorden

1 / 25
Afsluiten
1-
yellow
2-
weak
3-
extreme
4-
straight
5-
concerned
6-
essential
7-
smooth
8-
mental
9-
proper
10-
surprised
11-
international
12-
awake
13-
German
14-
Russian
15-
scary
16-
constant
17-
fancy
18-
scared
19-
scientific
20-
quiet
21-
sudden
22-
intense
23-
excellent
24-
loud
25-
digital
yellow
yellow
bijvoeglijk naamwoord
y
j
e
ɛ
ll
l
o
w
Spelling
Sluiten
Inloggen
(geel)

(geel)

gele

having the color of lemons or the sun

example
Voorbeeld
Click on words
She drew a yellow sun on the corner of the paper.
The banana was yellow and tasted sweet.
weak
weak
bijvoeglijk naamwoord
w
w
ea
i:
k
k
(krachteloos)

(krachteloos)

zwak

lacking physical strength or energy

strong
extreme
extreme
bijvoeglijk naamwoord
e
ɛ
x
ks
t
t
r
r
e
i
m
m
e
(uiterst)

(uiterst)

extreem

very high in intensity or degree

straight
straight
bijvoeglijk naamwoord
s
s
t
t
r
r
ai
gh
t
t
(lijnrecht)

(lijnrecht)

recht

without bending or curving in any angle or direction

curved
concerned
concerned
bijvoeglijk naamwoord
c
k
o
ə
n
n
c
s
e
ɜ
r
r
n
n
e
d
d
(verontrust)

(verontrust)

bezorgd

feeling worried or troubled about a particular situation or issue

unconcerned
essential
essential
bijvoeglijk naamwoord
e
ɛ
ss
s
e
ɛ
n
n
t
ʃ
ia
ə
l
l
(onmisbaar)

(onmisbaar)

essentieel

very necessary for a particular purpose or situation

smooth
smooth
bijvoeglijk naamwoord
s
s
m
m
oo
u
th
ð
(zegelachtig)

(zegelachtig)

vloeiend

having a surface that is even and free from roughness or irregularities

rough
mental
mental
bijvoeglijk naamwoord
m
m
e
ɛ
n
n
t
t
a
ə
l
l
(psychisch)

(psychisch)

mentaal

happening or related to someone's mind, involving thoughts, feelings, and cognitive processes

proper
proper
bijvoeglijk naamwoord
p
p
r
r
o
ɑ
p
p
e
ɜ
r
r
(passend)

(passend)

geschikt

suitable or appropriate for the situation

improper
surprised
surprised
bijvoeglijk naamwoord
s
s
u
ə
r
r
p
p
r
r
i
s
z
e
d
d
(verrast)

(verrast)

verbaasd

feeling or showing shock or amazement

unsurprised
international
international
bijvoeglijk naamwoord
i
ɪ
n
n
t
t
e
ə
r
r
n
n
a
æ
t
ʃ
io
ə
n
n
a
ə
l
l
(wereldwijd)

(wereldwijd)

internationaal

happening in or between more than one country

awake
awake
bijvoeglijk naamwoord
a
ə
w
w
a
k
k
e
(alert)

(alert)

wakker

not in a state of sleep or unconsciousness

asleep(p)
German
German
bijvoeglijk naamwoord
uk flag
/ˈdʒɝːmən/
(Duits)

(Duits)

Duitse

relating to Germany or its people or language

Russian
Russian
bijvoeglijk naamwoord
uk flag
/ˈrʌʃən/
(Russische)

(Russische)

Russisch

relating to Russia or its people or language

scary
scary
bijvoeglijk naamwoord
s
s
c
k
a
ɛ
r
r
y
i
(angstig)

(angstig)

eng

making us feel fear

constant
constant
bijvoeglijk naamwoord
c
k
o
ɑ
n
n
s
s
t
t
a
ə
n
n
t
t
(voortdurend)

(voortdurend)

constant

happening continuously without stopping for a long time

fancy
fancy
bijvoeglijk naamwoord
f
f
a
æ
n
n
c
s
y
i
(uitgebreid)

(uitgebreid)

verfijnd

elaborate or sophisticated in style, often designed to impress

plain
scared
scared
bijvoeglijk naamwoord
s
s
c
k
a
ɛ
r
r
e
d
d
(bang)

(bang)

angstig

feeling frightened or anxious

scientific
scientific
bijvoeglijk naamwoord
s
s
c
ie
aɪə
n
n
t
t
i
ɪ
f
f
i
ɪ
c
k
(scientifiek)

(scientifiek)

wetenschappelijk

relating to or involving science

quiet
quiet
bijvoeglijk naamwoord
q
k
u
w
ie
aɪə
t
t
(rustig)

(rustig)

stil

with little or no noise

noisy
sudden
bijvoeglijk naamwoord
s
s
u
ʌ
dd
d
e
ə
n
n
(onverwacht)

(onverwacht)

plotseling

taking place unexpectedly or done quickly

gradual
intense
intense
bijvoeglijk naamwoord
i
ɪ
n
n
t
t
e
ɛ
n
n
s
s
e
(hevig)

(hevig)

intens

very extreme or great

mild
excellent
excellent
bijvoeglijk naamwoord
e
ɛ
x
ks
c
e
ə
ll
l
e
ə
n
n
t
t
(excellent)

(excellent)

uitstekend

very good in quality or other traits

loud
loud
bijvoeglijk naamwoord
l
l
o
a
u
ʊ
d
d
(hard)

(hard)

luid

producing a sound or noise with high volume

soft
digital
digital
bijvoeglijk naamwoord
d
d
i
ɪ
g
ʤ
i
ɪ
t
t
a
l
l
(digitale)

(digitale)

digitaal

(of signals or data) representing and processing data as series of the digits 0 and 1 in electronic signals

analogue

Gefeliciteerd! !

U hebt 25 woorden geleerd van Top 251 - 275 Adjectives. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice