Top 401 - 425 bijvoeglijke naamwoorden

wealthy

bijvoeglijk naamwoord

/wɛl.θi/ or /vel.thi/

w

w

ea

ɛ

l

l

th

θ

y

i

(rijk)

welvarend

having a large amount of money or valuable possessions

mobile

bijvoeglijk naamwoord

/moʊ.bi:l/ or /mooo.bil/

m

m

o

oʊ

b

b

i

i:

l

l

e

(verplaatsbaar)

mobiel

not fixed and able to move or be moved easily or quickly

remarkable

bijvoeglijk naamwoord

/ɹiˈmɑɹkəbəɫ/, /ɹɪˈmɑɹkəbəɫ/

(bijzonder)

opmerkelijk

worth noticing, especially because of being unusual or extraordinary

relative

bijvoeglijk naamwoord

/rɛ.lə.tɪv/ or /re.lē.tiv/

r

r

e

ɛ

l

l

a

ə

t

t

i

ɪ

v

v

e

(verhouding-achtig)

relatief

measured or judged in comparison to something else

prime

bijvoeglijk naamwoord

/praɪm/ or /praim/

p

p

r

r

i

aɪ

m

m

e

(hoofd-)

primaire

first in importance or rank

organic

bijvoeglijk naamwoord

/ɔr.gæ.nɪk/ or /awr.gā.nik/

o

ɔ

r

r

g

g

a

æ

n

n

i

ɪ

c

k

(organisch)

biologisch

(of food or farming techniques) produced or done without any artificial or chemical substances

tricky

bijvoeglijk naamwoord

/trɪ.ki/ or /tri.ki/

t

t

r

r

i

ɪ

ck

k

y

i

( moeilijk)

lastig

difficult to do or handle and requiring skill or caution

focused

bijvoeglijk naamwoord

/foʊ.kəst/ or /fooo.kēst/

f

f

o

oʊ

c

k

u

ə

s

s

e

d

t

(gefocust)

gericht

paying close attention and concentrating on a specific goal, activity, or task

magical

bijvoeglijk naamwoord

/mæ.ʤɪ.kəl/ or /mā.ji.kēl/

m

m

a

æ

g

ʤ

i

ɪ

c

k

a

ə

l

l

(betoverend)

magisch

related to or practicing magic

dumb

bijvoeglijk naamwoord

/dʌm/ or /dam/

d

d

u

ʌ

m

m

b

(onbekwaam)

dom

struggling to learn or understand things quickly

solar

bijvoeglijk naamwoord

/soʊ.lɜr/ or /sooo.lēr/

s

s

o

oʊ

l

l

a

ɜ

r

r

(zonne-)

zonnig

related to the sun

plastic

bijvoeglijk naamwoord

/plæs.tɪk/ or /plās.tik/

p

p

l

l

a

æ

s

s

t

t

i

ɪ

c

k

(kunststof)

plastic

made or consisting of plastic, a substance produced in a chemical process

Indian

bijvoeglijk naamwoord

/ˈɪndiən/

(Indiaas)

Indisch

relating to India or its people or languages

south

bijvoeglijk naamwoord

/saʊθ/ or /saooth/

s

s

o

a

u

ʊ

th

θ

(zuid)

zuidelijke

located toward the southern direction

calm

bijvoeglijk naamwoord

/kɑm/ or /kaam/

c

k

a

ɑ

l

m

m

(rustige)

kalme

not showing worry, anger, or other strong emotions

brief

bijvoeglijk naamwoord

/brif/ or /brif/

b

b

r

r

ie

i

f

f

(beknopt)

kort

short in duration

ordinary

bijvoeglijk naamwoord

/ɔr.də.nɛ.ri/ or /awr.dē.ne.ri/

o

ɔ

r

r

d

d

i

ə

n

n

a

ɛ

r

r

y

i

(ordinair)

gewone

not unusual or different in any way

senior

bijvoeglijk naamwoord

/si:.niər/ or /si.niēr/

s

s

e

i:

n

n

io

iə

r

r

(hogere functie)

senior

having a higher status or rank than someone else within an organization, profession, or hierarchy