Oplossingen Gemiddelde woordenschat "Unit 1 - 1C".

Attitude

[ zelfstandig naamwoord ]

a

æ

tt

t

i

ə

t

u

d

e

Sluiten

Inloggen

(mentaliteit)

houding

the typical way a person thinks or feels about something or someone, often affecting their behavior and decisions

Voorbeeld

Click on words

Her positive attitude towards challenges helped her overcome obstacles and achieve her goals.

A respectful attitude towards others fosters healthy relationships and mutual understanding.

He approached the project with a can-do attitude, inspiring his team to work diligently towards success.

Accusing

[ bijvoeglijk naamwoord ]

a

ə

cc

k

u

ju:

s

z

i

ɪ

n

g

(aanklagend)

beschuldigend

indicating a belief or judgement that someone has done something wrong or illegal

Aggressive

[ bijvoeglijk naamwoord ]

a

ə

gg

g

r

e

ɛ

ss

s

i

ɪ

v

e

(aanvalsgedrag)

agressief

behaving in an angry way and having a tendency to be violent

Arrogant

[ bijvoeglijk naamwoord ]

a

ɛ

rr

r

o

ə

g

a

ə

n

t

(verwaand)

arrogant

showing a proud, unpleasant attitude toward others and having an exaggerated sense of self-importance

Bitter

[ bijvoeglijk naamwoord ]

b

i

ɪ

tt

t

e

ə

r

(gevoegd)

bitter

(of a person) refusing or unable to let go of anger or hatred toward others or past events

Calm

[ bijvoeglijk naamwoord ]

c

k

a

ɑ:

l

m

(rustige)

kalme

not showing worry, anger, or other strong emotions

Complimentary

[ bijvoeglijk naamwoord ]

c

k

o

ɑ

m

p

l

i

ə

m

e

ɛ

n

t

a

ə

r

y

i

(lofwaardig)

complimentair

expressing praise, admiration, or approval

uncomplimentary

Enthusiastic

[ bijvoeglijk naamwoord ]

e

ɪ

n

th

θ

u

s

z

ia

iæ

s

t

i

ɪ

c

k

(gepassioneerd)

enthousiast

having or showing intense excitement, eagerness, or passion for something

unenthusiastic

Grateful

[ bijvoeglijk naamwoord ]

g

r

a

eɪ

t

e

f

u

ə

l

N/A

expressing or feeling appreciation for something received or experienced

ungrateful

Miserable

[ bijvoeglijk naamwoord ]

m

i

ɪ

s

z

e

ə

r

a

ə

b

ə

l

e

(ongelukkig)

ellendig

feeling very unhappy or uncomfortable

Nostalgic

[ bijvoeglijk naamwoord ]

n

o

ɔ

s

t

a

æ

l

g

ʤ

i

ɪ

c

k

N/A

bringing back fond memories of the past, often with a sense of longing or affection

Optimistic

[ bijvoeglijk naamwoord ]

o

ɑ

p

t

i

ə

m

i

ɪ

s

t

i

ɪ

c

k

(hoopvol)

optimistisch

having a hopeful and positive outlook on life, expecting good things to happen

pessimistic

Pessimistic

[ bijvoeglijk naamwoord ]

p

e

ɛ

ss

s

i

ə

m

i

ɪ

s

t

i

ɪ

c

k

(somber)

pessimistischer

having or showing a negative view of the future and always waiting for something bad to happen

optimistic

Sarcastic

[ bijvoeglijk naamwoord ]

s

a

ɑ

r

c

k

a

æ

s

t

i

ɪ

c

k

(spottend)

sarcastisch

stating the opposite of what one means to criticize, insult, mock, or make a joke

unsarcastic

Sympathetic

[ bijvoeglijk naamwoord ]

s

y

ɪ

m

p

a

ə

th

θ

e

ɛ

t

i

ɪ

c

k

(medelevend)

sympathiek

showing care and understanding toward other people, especially when they are not feeling good

unsympathetic

Urgent

[ bijvoeglijk naamwoord ]

u

ɜ

r

g

ʤ

e

ə

n

t

(spoedeisend)

dringend

needing immediate action or attention

Gefeliciteerd! !

U hebt 16 woorden geleerd van Solutions Intermediate - Unit 1 - 1C. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Eenheid 1 - 1C

Gefeliciteerd! !