reviewHerzienchevron down
1 / 17
Afsluiten
1-
achievable
2-
measurable
3-
improvable
4-
sustainable
5-
avoidable
6-
table
7-
capital
8-
horrible
9-
label
10-
little
11-
lovable
12-
able
13-
to aim
14-
to hope
15-
to be due to
16-
to plan
17-
to set out
achievable
Achievable
a
ə
ch
ʧ
ie
i:
v
v
a
ə
b
b
ə
l
l
e
Spelling
Sluiten
Inloggen
(haalbaar)

(haalbaar)

bereikbaar

[ bijvoeglijk naamwoord ]

able to be carried out or obtained without much difficulty

example
Voorbeeld
Click on words
Despite the challenges, the team remained optimistic and focused on finding achievable solutions.
Setting realistic and achievable targets is important for maintaining motivation.
She believes that with the right mindset and consistent effort, any dream is achievable.

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
Measurable
m
m
ea
ɛ
s
ʒ
u
ə
r
r
a
ə
b
b
ə
l
l
e
(kwantificeerbaar)

(kwantificeerbaar)

meetbaar

[ bijvoeglijk naamwoord ]

capable of being assessed in terms of size, amount, or degree

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
Improvable
uk flag
/ɪmpɹˈuːvəbəl/
(verbeteringsvatbaar)

(verbeteringsvatbaar)

verbeterbaar

[ bijvoeglijk naamwoord ]

capable of being improved or made better

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
Sustainable
s
s
u
ə
s
s
t
t
ai
n
n
a
ə
b
b
ə
l
l
e
(volhoudbaar)

(volhoudbaar)

duurzaam

[ bijvoeglijk naamwoord ]

able to continue for a long period of time

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
Avoidable
a
ə
v
v
oi
ɔɪ
d
d
a
ə
b
b
ə
l
l
e
(te vermijden)

(te vermijden)

vermijdbaar

[ bijvoeglijk naamwoord ]

capable of being prevented or evaded through cautionary actions or decisions

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
table
Table
t
t
a
b
b
ə
l
l
e
(meubel)

(meubel)

tafel

[ bijvoeglijk naamwoord ]

furniture with a usually flat surface on top of one or multiple legs that we can sit at or put things on

Grammaticale Informatie:

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
Capital
c
k
a
æ
p
p
i
ə
t
t
a
ə
l
l
(kapitaal)

(kapitaal)

hoofdstad

[ bijvoeglijk naamwoord ]

the city or town that is considered to be the political center of a country or state, from which the government operates

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
horrible
Horrible
h
h
o
ɔ:
rr
r
i
ə
b
b
ə
l
l
e
(afschuwelijk)

(afschuwelijk)

vreselijk

[ bijvoeglijk naamwoord ]

extremely unpleasant or bad

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
Label
l
l
a
b
b
e
ə
l
l
(platenlabel)

(platenlabel)

label

[ bijvoeglijk naamwoord ]

the name or trademark of a company that produces music records

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
little
Little
l
l
i
ɪ
tt
t
ə
l
l
e
(kort)

(kort)

klein

[ bijvoeglijk naamwoord ]

below average in size

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
Lovable
l
l
o
ʌ
v
v
a
ə
b
b
ə
l
l
e
(aantrekkelijk)

(aantrekkelijk)

lief

[ bijvoeglijk naamwoord ]

possessing traits that attract people's affection

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
able
Able
a
b
b
ə
l
l
e
(bekwaam)

(bekwaam)

in staat

[ bijvoeglijk naamwoord ]

having the necessary skill, power, resources, etc. for doing something

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
To aim
ai
m
m
(doelen op)

(doelen op)

richten op

[ bijvoeglijk naamwoord ]

to direct a product, event, information, etc. toward a specific target audience group

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
to hope
To hope
h
h
o
p
p
e
(hopen)

(hopen)

hoopten

[ bijvoeglijk naamwoord ]

to want something to happen or be true

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
To be due to
uk flag
/biː dˈuː tuː/
N/A

N/A

[ bijvoeglijk naamwoord ]

to happen or occur as a consequence or outcome of something

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
to plan
To plan
p
p
l
l
a
æ
n
n
(voorbereiden)

(voorbereiden)

plannen

[ bijvoeglijk naamwoord ]

to decide on and make arrangements or preparations for something ahead of time

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective
to set out
To set out
uk flag
/sˈɛt ˈaʊt/
(starten)

(starten)

beginnen

[ bijvoeglijk naamwoord ]

to begin doing something in order to reach a goal

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
set
partikel van de uitdrukking
out

Woordfamilie

achieve

Verb

achievable

Adjective

achievability

Noun

achievability

Noun

unachievable

Adjective

unachievable

Adjective

Gefeliciteerd! !

U hebt 17 woorden geleerd van English Result Upper-Intermediate - Unit 3 - 3C. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice