reviewHerzienchevron down
1 / 21
Afsluiten
1-
parent
2-
father
3-
mother
4-
dad
5-
mom
6-
wife
7-
husband
8-
child
9-
son
10-
daughter
11-
sister
12-
brother
13-
family
14-
grandmother
15-
grandfather
16-
grandchild
17-
aunt
18-
uncle
19-
niece
20-
nephew
21-
cousin
parent
Parent
simplified /perēnt/
p
p
a
ɛ
r
r
e
ə
n
n
t
t
Spelling
Sluiten
Inloggen
(verzorger)

(verzorger)

ouder

[ zelfstandig naamwoord ]

our mother or our father

child
example
Voorbeeld
Click on words
As a single parent, she worked tirelessly to provide for her family and ensure their well-being.
Becoming a parent is a life-changing experience that comes with great responsibility.
My parent, a loving and supportive figure, always encouraged me to pursue my dreams.

Grammaticale Informatie:

father
Father
simplified /faadhēr/
f
f
a
ɑ:
th
ð
e
ə
r
r
(papa)

(papa)

vader

[ zelfstandig naamwoord ]

a child's male parent

mother

Grammaticale Informatie:

mother
Mother
simplified /madhēr/
m
m
o
ʌ
th
ð
e
ə
r
r
(mama)

(mama)

moeder

[ zelfstandig naamwoord ]

a child's female parent

father

Grammaticale Informatie:

dad
Dad
simplified /dād/
d
d
a
æ
d
d
(vader)

(vader)

papa

[ zelfstandig naamwoord ]

an informal way of calling our father

mom
Mom
simplified /maam/
m
m
o
ɑ:
m
m
(mam)

(mam)

moeder

[ zelfstandig naamwoord ]
Informal

a woman who has given birth to a child or someone who cares for and raises a child

wife
Wife
simplified /waif/
w
w
i
f
f
e
(echtgenote)

(echtgenote)

vrouw

[ zelfstandig naamwoord ]

the lady you are officially married to

husband

Grammaticale Informatie:

husband
Husband
simplified /hazbēnd/
h
h
u
ʌ
s
z
b
b
a
ə
n
n
d
d
(man)

(man)

echtgenoot

[ zelfstandig naamwoord ]

the man you are officially married to

wife

Grammaticale Informatie:

child
Child
simplified /chaild/
ch
ʧ
i
l
l
d
d
(kinderen)

(kinderen)

kind

[ zelfstandig naamwoord ]

a son or daughter of any age

parent

Grammaticale Informatie:

Meervoudsvorm
children
son
Son
simplified /san/
s
s
o
ʌ
n
n
(kind)

(kind)

zoon

[ zelfstandig naamwoord ]

a person's male child

daughter

Grammaticale Informatie:

daughter
Daughter
simplified /daawtēr/
d
d
au
ɔ:
gh
t
t
e
ə
r
r
(oudste dochter)

(oudste dochter)

dochter

[ zelfstandig naamwoord ]

a person's female child

son

Grammaticale Informatie:

sister
Sister
simplified /sistēr/
s
s
i
ɪ
s
s
t
t
e
ə
r
r
(zuster)

(zuster)

zus

[ zelfstandig naamwoord ]

a lady who shares a mother and father with us

brother

Grammaticale Informatie:

brother
Brother
simplified /bradhēr/
b
b
r
r
o
ʌ
th
ð
e
ə
r
r
(broertje)

(broertje)

broer

[ zelfstandig naamwoord ]

a man who shares a mother and father with us

sister

Grammaticale Informatie:

family
Family
simplified /fāmēli/
f
f
a
æ
m
m
i
ə
l
l
y
i
(verwanten)

(verwanten)

familie

[ zelfstandig naamwoord ]

people that are related to each other by blood or marriage, normally made up of a father, mother, and their children

Grammaticale Informatie:

grandmother
Grandmother
simplified /grāndmadhēr/
g
g
r
r
a
æ
n
n
d
d
m
m
o
ʌ
th
ð
e
ə
r
r
(oma)

(oma)

grootmoeder

[ zelfstandig naamwoord ]

the woman who is our mom or dad's mother

Grammaticale Informatie:

Samengesteld Zelfstandig Naamwoord
grandfather
Grandfather
simplified /grāndfɑdhēr/
g
g
r
r
a
æ
n
n
d
d
f
f
a
ɑ
th
ð
e
ə
r
r
(opa)

(opa)

grootvader

[ zelfstandig naamwoord ]

the man who is our mom or dad's father

Grammaticale Informatie:

Samengesteld Zelfstandig Naamwoord
grandchild
Grandchild
simplified /grāndchaild/
g
g
r
r
a
æ
n
n
d
d
ch
ʧ
i
l
l
d
d
(kleinzoon of kleindochter)

(kleinzoon of kleindochter)

kleinkind

[ zelfstandig naamwoord ]

your daughter or son's child

aunt
Aunt
simplified /ānt/
au
æ
n
n
t
t
(schoonzus)

(schoonzus)

tante

[ zelfstandig naamwoord ]

the sister of our mother or father or their sibling's wife

uncle

Grammaticale Informatie:

uncle
Uncle
simplified /ankēl/
u
ʌ
n
n
c
k
ə
l
l
e
(neef)

(neef)

oom

[ zelfstandig naamwoord ]

the brother of our father or mother or their sibling's husband

aunt

Grammaticale Informatie:

niece
Niece
simplified /nees/
n
n
ie
i:
c
s
e
(nicht)

(nicht)

nichte

[ zelfstandig naamwoord ]

our sister or brother's daughter, or the daughter of our husband or wife's siblings

nephew

Grammaticale Informatie:

nephew
Nephew
simplified /nefyu/
n
n
e
ɛ
ph
f
ew
ju
(neefje)

(neefje)

neef

[ zelfstandig naamwoord ]

our sister or brother's son, or the son of our husband or wife's siblings

niece

Grammaticale Informatie:

cousin
Cousin
simplified /kazēn/
c
k
ou
ʌ
s
z
i
ə
n
n
(nicht)

(nicht)

neef

[ zelfstandig naamwoord ]

our aunt or uncle's child

Grammaticale Informatie:

Gefeliciteerd! !

U hebt 21 woorden geleerd van Lesson 4. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice