(tegenwoordig)
huidige
occurring or existing right at this moment
(komend)
toekomstig
coming in to existence or happening after this moment
(verwacht)
verschuldigd
expected or required to happen or arrive at a certain time
(langzaam)
geleidelijk
occurring slowly and step-by-step over a long period of time
(overnacht)
gedurende een nacht
during a single night
Grammaticale Informatie:
(nocturne)
nachtelijk
related to or happening during the night
(uiteindelijk)
eventueel
happening at the end of a process or a particular period of time
(voorbarig)
te vroeg
happening earlier than expected or usual
(tegelijkertijd)
gelijktijdig
taking place at precisely the same time
(te laat)
achterstallig
not paid, done, etc. within the required or expected timeframe
(tijdelijk)
voorlopig
intended to last only until something permanent is presented
(tijdvolgorde)
chronologisch
organized according to the order that the events occurred in
(postkwestie)
naoorlogs
referring to the period or the things existing or happening after a war has ended
Gefeliciteerd! !
U hebt 16 woorden geleerd van Adjectives of Time. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
