Herzien
Werkwoorden gerelateerd aan zaken
N/A
to spend money or resources with the intention of gaining a future advantage or return
Grammaticale Informatie:
(externaliseren)
uitbesteden
to get goods or services from an external supplier or assign specific tasks to an outside entity rather than handling them internally
Grammaticale Informatie:
(opbrengen)
verdienen
to get money for the job that we do or services that we provide
Grammaticale Informatie:
(in detail verkopen)
verhandelen
to sell small quantities of goods directly to customers
Grammaticale Informatie:
(baat hebben bij)
profiteren
to gain something good from something or someone
Grammaticale Informatie:
(profiteren)
winst maken
to gain money or material benefits
Grammaticale Informatie:
(verhandelen)
verkopen
to sell goods, typically in a public place or through a vending machine
Grammaticale Informatie:
(verhandelen)
verkopen
to give something to someone in exchange for money
Grammaticale Informatie:
(herverkopen)
doorverkopen
to sell something one has previously purchased
Grammaticale Informatie:
(uitverkopen)
uitverkocht zijn
(of an event) to completely sell all available tickets, seats, leaving none remaining for further purchase
Grammaticale Informatie:
(op voorraad brengen)
voorraad aanleggen
to provide with a supply of something, such as goods or inventory, for use or sale
Grammaticale Informatie:
(promoten)
aanprijzen
to enthusiastically promote or advertise something, emphasizing its positive qualities to attract attention or interest
Grammaticale Informatie:
(uitgeven)
verhuren
to provide services or temporary use of something to someone, in exchange for a fee
Grammaticale Informatie:
(vragen)
in rekening brengen
to ask a person to pay a certain amount of money in return for a product or service
Grammaticale Informatie:
(onderknijpen)
onderbieden
to demand a lower price than one's rivals
Grammaticale Informatie:
(bruto-inkomsten behalen)
bruto-inkomsten genereren
to earn total income before subtracting expenses or taxes
Grammaticale Informatie:
(beprijzen)
prijsstellen
to set an amount that is needed as payment for a product or a service
Grammaticale Informatie:
(zich bezighouden met)
handelen in
to be involved in or conduct activities related to a particular kind of business, commodity, or trade
Grammaticale Informatie:
(verdienen)
boeren
to earn a lot of money or resources through successful efforts or actions
Grammaticale Informatie:
(afsluiten)
sluiten
to close a business, factory, or organization, either temporarily or permanently
Grammaticale Informatie:
(handelen)
verkopen
to sell goods, typically by traveling from place to place or going door-to-door
Grammaticale Informatie:
(vereffenen)
liquideren
to settle financial matters of a business by determining its liabilities and distributing its assets to cover them
Grammaticale Informatie:
(beginnen)
opstarten
to begin a process with the goal of making it operational and successful
Grammaticale Informatie:
(afsluiten)
sluiten
(of a business, shop, company, etc.) to no longer be open or operating, particularly permanently
Grammaticale Informatie:
(verkopen)
afstoten
to sell ownership of all or part of an industry or company by selling its assets
Grammaticale Informatie:
Gefeliciteerd! !
U hebt 25 woorden geleerd van Verbs Related to Business. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
