reviewHerzienchevron down
Onderwerpgerelateerde Werkwoorden van Menselijke Acties /

Werkwoorden gerelateerd aan geneeskunde en gezondheid

1 / 21
Afsluiten
1-
to heal
2-
to cure
3-
to treat
4-
to recover
5-
to get over
6-
to diagnose
7-
to infect
8-
to inject
9-
to prescribe
10-
to dissect
11-
to hospitalize
12-
to implant
13-
to nurse
14-
to rehabilitate
15-
to immunize
16-
to sedate
17-
to drug
18-
to amputate
19-
to come down with
20-
to go down with
21-
to vaccinate
to heal
to heal
werkwoord
h
h
ea
i:
l
l
Spelling
Sluiten
Inloggen
(herstellen)

(herstellen)

genezen

to become healthy again

example
Voorbeeld
Click on words
Over time, a wound may heal and gradually close.
Patients receive medical care to help injuries heal properly.

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to cure
to cure
werkwoord
c
k
u
r
r
e
(verzorgen)

(verzorgen)

genezen

to make someone regain their health

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to treat
to treat
werkwoord
t
t
r
r
ea
i:
t
t
(verzorgen)

(verzorgen)

behandelen

to provide medical care such as medicine or therapy to heal injuries, illnesses, or wounds and make someone better

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to recover
to recover
werkwoord
uk flag
/rɪˈkʌvɚ/
(genezen)

(genezen)

herstellen

to regain complete health after a period of sickness or injury

devolve

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to get over
to get over
werkwoord
uk flag
/ɡɛt ˈoʊvɚ/
(herstellen van)

(herstellen van)

overwinnen

to recover from an unpleasant or unhappy experience, particularly an illness

get worse

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
get
partikel van de uitdrukking
over
to diagnose
to diagnose
werkwoord
d
d
ia
aɪə
g
g
n
n
o
s
s
e
(vaststellen)

(vaststellen)

diagnosticeren

to find out the cause of a problem or disease that a person has by examining the symptoms

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to infect
to infect
werkwoord
i
ɪ
n
n
f
f
e
ɛ
c
k
t
t
(besmetten)

(besmetten)

infecteren

to transmit a disease to a person, animal, or plant

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to inject
to inject
werkwoord
i
ɪ
n
n
j
ʤ
e
ɛ
c
k
t
t
(inspuiten)

(inspuiten)

injecteren

to insert a substance or material into the body, often through a needle

to prescribe
to prescribe
werkwoord
uk flag
/prɪˈskraɪb/
(prescriberen)

(prescriberen)

voorschrijven

(of a healthcare professional) to tell someone what drug or treatment they should get

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to dissect
to dissect
werkwoord
d
d
i
ss
s
e
ɛ
c
k
t
t
(dissecteren)

(dissecteren)

ontleden

to carefully cut apart the body or one of its parts to display internal structures for scientific examination or instruction

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to hospitalize
to hospitalize
werkwoord
h
h
o
ɔ
s
s
p
p
i
ɪ
t
t
a
ə
l
l
i
z
z
e
(hospitaliseren)

(hospitaliseren)

opnemen

to send someone to hospital for medical treatment

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to implant
to implant
werkwoord
i
ɪ
m
m
p
p
l
l
a
æ
n
n
t
t
(inbrengen)

(inbrengen)

implanteren

to insert a living tissue or an artificial object into the body via medical procedure

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to nurse
to nurse
werkwoord
n
n
u
ɜ
r
r
s
s
e
(opvoeden)

(opvoeden)

verzorgen

to provide care and support to individuals who are sick or handicapped, aiding in their recovery or well-being

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to rehabilitate
to rehabilitate
werkwoord
uk flag
/ˌɹiəˈbɪɫəˌteɪt/, /ˌɹihəˈbɪɫəˌteɪt/
(rehabiliteren)

(rehabiliteren)

herstellen

to help someone to restore to a healthy and independent state after a period of imprisonment, addiction, illness, etc.

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to immunize
to immunize
werkwoord
i
ɪ
mm
m
u
ju
n
n
i
z
z
e
(vaccineren)

(vaccineren)

immuniseren

to protect an animal or a person from a disease by vaccination

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to sedate
to sedate
werkwoord
s
s
e
ɪ
d
d
a
t
t
e
(kalmeren)

(kalmeren)

sederen

to give a calming substance to a person or animal, often for medical reasons or to reduce anxiety

stimulate

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to drug
to drug
werkwoord
d
d
r
r
u
ʌ
g
g
(medicamenteus toedienen)

(medicamenteus toedienen)

verdoven

to give a substance to a person or animal, typically for medical reasons

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to amputate
to amputate
werkwoord
a
æ
m
m
p
p
u
j
ə
t
t
a
t
t
e
(afzetten)

(afzetten)

amputeren

to surgically remove a body part, such as a limb or organ, often due to injury, disease, or medical necessity

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to come down with
to come down with
werkwoord
uk flag
/kˈʌm dˈaʊn wɪð/
(aan ziekte lijden)

(aan ziekte lijden)

ziek worden

to start experiencing symptoms of an illness

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
come
partikel van de uitdrukking
down with
to go down with
to go down with
werkwoord
uk flag
/ɡˌoʊ dˈaʊn wɪð/
(ondergaan aan)

(ondergaan aan)

ziek worden

to become affected by an illness

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
go
partikel van de uitdrukking
down with
to vaccinate
to vaccinate
werkwoord
v
v
a
æ
cc
ks
i
ə
n
n
a
t
t
e
(inenten)

(inenten)

vaccineren

to protect a person or an animal against a disease by giving them a preventive shot against specific diseases

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

Gefeliciteerd! !

U hebt 21 woorden geleerd van Verbs Related to Medicine and Health. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice