reviewHerzienchevron down
1 / 24
Afsluiten
1-
ravishing
2-
beauteous
3-
foxy
4-
resplendent
5-
striking
6-
pulchritudinous
7-
fetching
8-
comely
9-
bewitching
10-
unprepossessing
11-
ill-favored
12-
homely
13-
uninviting
14-
pubescent
15-
octogenarian
16-
nonagenarian
17-
centenarian
18-
geriatric
19-
preteen
20-
over-the-hill
21-
venerable
22-
chiseled
23-
doddering
24-
uncomely
Ravishing
[ bijvoeglijk naamwoord ]
r
r
a
æ
v
v
i
ɪ
sh
ʃ
i
ɪ
n
n
g
g
Spelling
Sluiten
Inloggen
(verbluffend)

(verbluffend)

prachtig

extremely attractive and pleasing

example
Voorbeeld
Click on words
She wore a ravishing red gown that turned heads as soon as she entered the ballroom.
The view from the mountaintop was absolutely ravishing, with the sun setting over the horizon.
Her ravishing beauty captivated everyone at the event, making her the center of attention.

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
beauteous
Beauteous
[ bijvoeglijk naamwoord ]
uk flag
/bjˈuːɾiəs/
(mooi)

(mooi)

prachtig

(literary) beautiful and pleasant to the sight

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
foxy
Foxy
[ bijvoeglijk naamwoord ]
f
f
o
ɑ:
x
ks
y
i
(sexy)

(sexy)

verleidelijk

(of a woman) sexually appealing

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Resplendent
[ bijvoeglijk naamwoord ]
r
r
e
i
s
s
p
p
l
l
e
ɛ
n
n
d
d
e
ə
n
n
t
t
(fonkelend)

(fonkelend)

stralend

dazzling, radiant, or magnificent in appearance

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
striking
Striking
[ bijvoeglijk naamwoord ]
s
s
t
t
r
r
i
k
k
i
ɪ
n
n
g
g
(indrukwekkend)

(indrukwekkend)

opvallend

exceptionally eye-catching or beautiful

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Pulchritudinous
[ bijvoeglijk naamwoord ]
uk flag
/pˌʌlkɹɪtˈuːdɪnəs/
(schoon)

(schoon)

prachtig

characterized by physical beauty and attractiveness

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
fetching
Fetching
[ bijvoeglijk naamwoord ]
f
f
e
ɛ
t
ch
ʧ
i
ɪ
n
n
g
g
(charmant)

(charmant)

aantrekkelijk

attractive in a way that catches the eye

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
comely
Comely
[ bijvoeglijk naamwoord ]
c
k
o
ʌ
m
m
e
l
l
y
i
(bevallig)

(bevallig)

aantrekkelijk

(especially of a woman) having a pleasant and attractive appearance

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
bewitching
Bewitching
[ bijvoeglijk naamwoord ]
uk flag
/bɪwˈɪtʃɪŋ/
(verleidelijk)

(verleidelijk)

betoverend

strongly charming

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Unprepossessing
[ bijvoeglijk naamwoord ]
uk flag
/ʌnpɹɪpəzˈɛsɪŋ/
(onschuldige)

(onschuldige)

onopvallend

lacking appeal or noticeability

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
ill-favored
Ill-favored
[ bijvoeglijk naamwoord ]
uk flag
/ˈɪlfˈeɪvɚd/
(afschuwelijk)

(afschuwelijk)

onaantrekkelijk

unattractive or unpleasant in appearance

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
homely
Homely
[ bijvoeglijk naamwoord ]
h
h
o
m
m
e
l
l
y
i
(gewone uitstraling)

(gewone uitstraling)

ongecompliceerd

(of a person) not very attractive

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Uninviting
[ bijvoeglijk naamwoord ]
u
ʌ
n
n
i
ɪ
n
n
v
v
i
t
t
i
ɪ
n
n
g
g
(onwelkom)

(onwelkom)

afschrikwekkend

not attractive, welcoming, or appealing

inviting

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Pubescent
[ bijvoeglijk naamwoord ]
uk flag
/pjuːbˈɛsənt/
(pubertaire)

(pubertaire)

puber

relating to or in the stage of puberty

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Octogenarian
[ bijvoeglijk naamwoord ]
o
ɑ
c
k
t
t
o
ə
g
ʤ
e
ɪ
n
n
a
ɛ
r
r
ia
n
n
(octogenarius)

(octogenarius)

tachtigjarige

having an age between 80 and 89 years old

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Nonagenarian
[ bijvoeglijk naamwoord ]
uk flag
/nˌɑːnˌeɪdʒənˈɛɹiən/
(negentiger)

(negentiger)

nonagenariër

having an age between 90 to 99 years old

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Centenarian
[ bijvoeglijk naamwoord ]
c
s
e
ɛ
n
n
t
t
e
ə
n
n
a
ɛ
r
r
ia
n
n
(honderdjarige)

(honderdjarige)

centenair

having reached over the age of 100 years old

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Geriatric
[ bijvoeglijk naamwoord ]
g
ʤ
e
ɛ
r
r
ia
t
t
r
r
i
ɪ
c
k
(oudheids-)

(oudheids-)

geriatrisch

relating to old age or the aging process

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Preteen
[ bijvoeglijk naamwoord ]
p
p
r
r
e
i
t
t
ee
i:
n
n
(pre-adolescent)

(pre-adolescent)

pre-tiener

related to the age group typically ranging from about 9 to 12 years old

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Over-the-hill
[ bijvoeglijk naamwoord ]
uk flag
/ˌoʊvɚðəhˈɪl/
(oud)

(oud)

ouderwets

describing someone or something that is considered past their prime or at an advanced age

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Venerable
[ bijvoeglijk naamwoord ]
v
v
e
ɛ
n
n
e
ə
r
r
a
ə
b
b
ə
l
l
e
(respectabel)

(respectabel)

eerbiedwaardig

worthy of great respect and admiration due to being extremely old or aged

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Chiseled
[ bijvoeglijk naamwoord ]
ch
ʧ
i
ɪ
s
z
e
ə
l
l
e
d
d
(gespierde)

(gespierde)

gesculpteerd

(typically of a man) having well-defined and sharply contoured facial features, often giving the impression of strength and attractiveness

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Doddering
[ bijvoeglijk naamwoord ]
d
d
o
ɑ:
dd
d
e
ə
r
r
i
ɪ
n
n
g
g
(bevende)

(bevende)

trillende

physically or mentally trembling due to old age

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb
Uncomely
[ bijvoeglijk naamwoord ]
uk flag
/ʌnkˈʌmli/
(lelijk)

(lelijk)

onafzichtelijk

unattractive or lacking in beauty or grace

Woordfamilie

ravish

Verb

ravishing

Adjective

ravishingly

Adverb

ravishingly

Adverb

Gefeliciteerd! !

U hebt 24 woorden geleerd van Describing Age and Appearance. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice