Dimensies

high

bijvoeglijk naamwoord

/haɪ/ or /hai/

h

h

i

aɪ

gh

(hooggelegen)

hoog

having a relatively great vertical extent

wide

bijvoeglijk naamwoord

/waɪd/ or /vaid/

w

w

i

aɪ

d

d

e

(breed)

wijd

having a large length from side to side

broad

bijvoeglijk naamwoord

/brɔd/ or /brawd/

b

b

r

r

oa

ɔ

d

d

(wijd)

breed

having a large distance between one side and another

extensive

bijvoeglijk naamwoord

/ɪk.stɛn.sɪv/ or /ik.sten.siv/

e

ɪ

x

ks

t

t

e

ɛ

n

n

s

s

i

ɪ

v

v

e

(wijdverspreid)

uitgebreid

covering a large area

vast

bijvoeglijk naamwoord

/væst/ or /vāst/

v

v

a

æ

s

s

t

t

(heerlijk)

uitgestrekt

extremely great in extent, size, or area

long

bijvoeglijk naamwoord

/lɑ:ng/ or /laang/

l

l

o

ɑ:

n

n

g

g

(ver)

lang

(of two points) having an above-average distance between them

short

bijvoeglijk naamwoord

/ʃɔrt/ or /shawrt/

sh

ʃ

o

ɔ

r

r

t

t

(korte)

kort

having a below-average distance between two points

to stretch

werkwoord

/strɛʧ/ or /strech/

s

s

t

t

r

r

e

ɛ

t

ch

ʧ

(uitrekken)

rekken

to make something longer, looser, or wider, especially by pulling it

to grow

werkwoord

/groʊ/ or /grooo/

g

g

r

r

o

oʊ

w

(uitbreiden)

groeien

to become greater in size, amount, number, or quality

to widen

werkwoord

/waɪ.dən/ or /vai.dēn/

w

w

i

aɪ

d

d

e

ə

n

n

(uitbreiden)

verbreden

to become wider or broader in dimension, extent, or scope

to lengthen

werkwoord

/lɛnk.θən/ or /lenk.thēn/

l

l

e

ɛ

n

n

g

k

th

θ

e

ə

n

n

(vergroten)

verleng

to increase the length or duration of something

to expand

werkwoord

/ɪk.spænd/ or /ik.spānd/

e

ɪ

x

ks

p

p

a

æ

n

n

d

d

(uitgestrekken)

uitbreiden

to become something greater in quantity, importance, or size

to extend

werkwoord

/ɪk.stɛnd/ or /ik.stend/

e

ɪ

x

ks

t

t

e

ɛ

n

n

d

d

(verleng)

uitbreiden

to enlarge or lengthen something