1-
odd
2-
strange
3-
weird
4-
unusual
5-
different
6-
unfamiliar
7-
singular
8-
only
9-
original
10-
special
11-
abnormal
12-
unique
13-
exceptional
14-
uncommon
15-
irregular
16-
ordinary
17-
regular
18-
standard
19-
everyday
20-
usual
21-
normal
22-
average
23-
familiar
24-
general
25-
common
26-
accepted
odd
odd
bijvoeglijk naamwoord
o
ɑ
dd
d
Spelling
Sluiten
Inloggen
(eigenaardig)

(eigenaardig)

bijzonder

unusual in a way that stands out as different from the expected or typical

example
Voorbeeld
Click on words
The odd behavior of the stranger, who kept muttering to himself, made the other passengers uneasy.
She noticed an odd smell coming from the kitchen, but couldn't identify its source.
strange
strange
bijvoeglijk naamwoord
s
s
t
t
r
r
a
n
n
g
ʤ
e
(raar)

(raar)

vreemd

having unusual, unexpected, or confusing qualities

weird
weird
bijvoeglijk naamwoord
w
w
ei
ɪ
r
r
d
d
(raar)

(raar)

vreemd

strange in a way that is difficult to understand

unusual
unusual
bijvoeglijk naamwoord
u
ʌ
n
n
u
ju
s
ʒ
u
w
a
ə
l
l
(bijzonder)

(bijzonder)

ongewoon

not commonly happening or done

different
different
bijvoeglijk naamwoord
d
d
i
ɪ
ff
f
e
ɜ
r
r
e
n
n
t
t
(anders)

(anders)

verschillend

not like another thing or person in form, quality, nature, etc.

unfamiliar
unfamiliar
bijvoeglijk naamwoord
u
ə
n
n
f
f
a
ə
m
m
i
ɪ
l
l
i
j
a
ɜ
r
r
(onnatuurlijk)

(onnatuurlijk)

onbekend

not explored or known about

singular
singular
bijvoeglijk naamwoord
s
s
i
ɪ
n
n
g
g
u
j
ə
l
l
a
ɜ
r
r
(enig)

(enig)

enkelvoudig

referring to a single item or entity

only
only
bijvoeglijk naamwoord
o
n
n
l
l
y
i
(alleen)

(alleen)

enige

without another thing or person existing in the same category

original
bijvoeglijk naamwoord
o
ɜ
r
r
i
ɪ
g
ʤ
i
ə
n
n
a
ə
l
l
(originele)

(originele)

oorspronkelijke

existing at the start of a specific period or process

special
special
bijvoeglijk naamwoord
s
s
p
p
e
ɛ
c
ʃ
ia
ə
l
l
(bijzonder)

(bijzonder)

speciaal

different or better than what is normal

abnormal
abnormal
bijvoeglijk naamwoord
uk flag
/æbˈnɔɹməɫ/
(afwijkend)

(afwijkend)

abnormaal

different from what is usual or expected

unique
unique
bijvoeglijk naamwoord
u
ju
n
n
i
i
q
k
u
e
(enig)

(enig)

uniek

unlike anything else and distinguished by individuality

exceptional
exceptional
bijvoeglijk naamwoord
e
ɪ
x
ks
c
e
ɛ
p
p
t
ʃ
io
ə
n
n
a
ə
l
l
(exceptioneel)

(exceptioneel)

uitzonderlijk

significantly better or greater than what is typical or expected

uncommon
uncommon
bijvoeglijk naamwoord
u
ʌ
n
n
c
k
o
ɑ
mm
m
o
ə
n
n
(zelden voorkomend)

(zelden voorkomend)

ongebruikelijk

not happening or found often

irregular
irregular
bijvoeglijk naamwoord
i
ɪ
rr
r
e
ɛ
g
g
u
j
ə
l
l
a
ɜ
r
r
(irregulier)

(irregulier)

onregelmatig

not conforming to established rules, patterns, or norms

ordinary
ordinary
bijvoeglijk naamwoord
o
ɔ
r
r
d
d
i
ə
n
n
a
ɛ
r
r
y
i
(ordinair)

(ordinair)

gewone

not unusual or different in any way

regular
regular
bijvoeglijk naamwoord
r
r
e
g
g
u
j
ə
l
l
a
ɜ
r
r
(vaste)

(vaste)

regelmatige

happening or done frequently

standard
standard
bijvoeglijk naamwoord
s
s
t
t
a
æ
n
n
d
d
a
ɜ
r
r
d
d
(gebruikelijk)

(gebruikelijk)

standaard

commonly recognized, done, used, etc.

everyday
everyday
bijvoeglijk naamwoord
e
ɛ
v
v
e
r
r
y
i
d
d
a
e
y
ɪ
(iedere dag)

(iedere dag)

dagelijks

taking place each day

usual
usual
bijvoeglijk naamwoord
u
ju
s
ʒ
u
w
a
ə
l
l
(gebruikelijkerwijs)

(gebruikelijkerwijs)

gebruikelijk

conforming to what is generally anticipated or considered typical

normal
normal
bijvoeglijk naamwoord
n
n
o
ɔ
r
r
m
m
a
ə
l
l
(gebruikelijk)

(gebruikelijk)

normaal

conforming to a standard or expected condition

average
average
bijvoeglijk naamwoord
a
æ
v
v
e
ə
r
r
a
ɪ
g
ʤ
e
(doorsnee)

(doorsnee)

gemiddeld

having no distinctive charactristics

familiar
familiar
bijvoeglijk naamwoord
f
f
a
ə
m
m
i
ɪ
l
l
i
j
a
ɜ
r
r
(vertrouwd)

(vertrouwd)

bekend

easily recognized due to prior contact or involvement, often evoking a sense of comfort or ease

general
general
bijvoeglijk naamwoord
g
ʤ
e
ɛ
n
n
e
ɜ
r
r
a
ə
l
l
(generiek)

(generiek)

algemeen

involving or affecting all or most people or things

common
common
bijvoeglijk naamwoord
c
k
o
ɑ
mm
m
o
ə
n
n
(algemeen)

(algemeen)

gewoon

regular and without any exceptional features

accepted
bijvoeglijk naamwoord
a
æ
c
k
c
s
e
ɛ
p
p
t
t
e
ɪ
d
d
(aanvaard)

(aanvaard)

geaccepteerd

(of ideas, opinions, etc.) considered reasonable or agreed by most people

Gefeliciteerd! !

U hebt 26 woorden geleerd van Describing Uniqueness. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice