reviewHerzienchevron down
Woordenschat voor IELTS Academic (Score 5) /

Betrokken zijn bij verbale communicatie

1 / 23
Afsluiten
1-
to announce
2-
to communicate
3-
to chat
4-
to narrate
5-
to mention
6-
to discuss
7-
to gossip
8-
to debate
9-
to state
10-
to talk
11-
to argue
12-
to interact
13-
to negotiate
14-
to report
15-
to tell
16-
to declare
17-
to indicate
18-
to point out
19-
to speak
20-
to whisper
21-
to shout
22-
to mumble
23-
to socialize
to announce
to announce
werkwoord
a
ə
nn
n
o
a
u
ʊ
n
n
c
s
e
Spelling
Sluiten
Inloggen
(bekendmaken)

(bekendmaken)

aankondigen

to make plans or decisions known by officially telling people about them

example
Voorbeeld
Click on words
The CEO announces the company's quarterly results during the board meeting.
The principal announces important events over the school intercom every morning.

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to communicate
to communicate
werkwoord
c
k
o
ə
mm
m
u
ju:
n
n
i
ɪ
c
k
a
eɪ
t
t
e
(mededelen)

(mededelen)

communiceren

to exchange information, news, ideas, etc. with someone

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to chat
to chat
werkwoord
ch
ʧ
a
æ
t
t
(berichten)

(berichten)

chatten

to send and receive messages on an online platform

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to narrate
werkwoord
n
n
a
ɛ
rr
r
a
eɪ
t
t
e
(narrateren)

(narrateren)

vertellen

to explain the events taking place in a movie, documentary, etc. as part of the program itself

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to mention
to mention
werkwoord
m
m
e
ɛ
n
n
t
ʃ
io
ə
n
n
(noemen)

(noemen)

vermelden

to say something about someone or something, without giving much detail

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to discuss
to discuss
werkwoord
d
d
i
ɪ
s
s
c
k
u
ʌ
ss
s
(discussiëren)

(discussiëren)

bespreken

to talk about something with someone, often in a formal manner

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to gossip
to gossip
werkwoord
g
g
o
ɑ
ss
s
i
ə
p
p
(babbelen)

(babbelen)

roddelen

to talk about the private lives of others with someone, often sharing secrets or spreading untrue information

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to debate
to debate
werkwoord
d
d
e
ə
b
b
a
eɪ
t
t
e
(discussiëren)

(discussiëren)

debatteren

to formally discuss a matter, usually in a structured setting

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to state
to state
werkwoord
s
s
t
t
a
eɪ
t
t
e
(aangeven)

(aangeven)

verklaren

to clearly and formally express something in speech or writing

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to talk
to talk
werkwoord
t
t
a
ɑ:
l
k
k
(vertellen)

(vertellen)

praten

to tell someone about the feelings or ideas that we have

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to argue
to argue
werkwoord
a
ɑ:
r
r
g
g
u
ju:
e
(ruziën)

(ruziën)

discussiëren

to speak to someone often angrily because one disagrees with them

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to interact
to interact
werkwoord
i
ɪ
n
n
t
e
ɜ
r
r
a
æ
c
k
t
t
(communiceren)

(communiceren)

interageren

to communicate with others, particularly while spending time with them

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to negotiate
to negotiate
werkwoord
n
n
e
ə
g
g
o
oʊ
t
ʃ
ia
ieɪ
t
t
e
(afspreken)

(afspreken)

onderhandelen

to discuss the terms of an agreement or try to reach one

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to report
to report
werkwoord
r
r
e
i
p
p
o
ɔ
r
r
t
t
(verslag uitbrengen)

(verslag uitbrengen)

rapporteren

to give a written or spoken description of an event to someone

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to tell
to tell
werkwoord
t
t
e
ɛ
ll
l
(meedelen)

(meedelen)

vertellen

to use words and give someone information

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to declare
to declare
werkwoord
d
d
e
ɪ
c
k
l
l
a
ɛ
r
r
e
(afkondigen)

(afkondigen)

verklaren

to officially tell people something

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to indicate
werkwoord
i
ɪ
n
n
d
d
i
ə
c
k
a
eɪ
t
t
e
(vermelden)

(vermelden)

aangeven

to mention or express something in few words

contraindicate

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to point out
werkwoord
uk flag
/pˈɔɪnt ˈaʊt/
(aangeven)

(aangeven)

aanwijzen

to show or mention something to someone and give them enough information to take notice

Grammaticale Informatie:

Phrasaal Status
separable
werkwoord van de zin
point
partikel van de uitdrukking
out
to speak
to speak
werkwoord
s
s
p
p
ea
i:
k
k
(praten)

(praten)

spreken

to use one's voice to express a particular feeling or thought

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to whisper
to whisper
werkwoord
wh
hw
i
ɪ
s
s
p
p
e
ɜ
r
r
(flonken)

(flonken)

fluisteren

to speak very softly or quietly, usually to avoid being overheard by others who are nearby

shout

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to shout
to shout
werkwoord
sh
ʃ
o
a
u
ʊ
t
t
(schreeuwen)

(schreeuwen)

roepen

to speak loudly, often associated with expressing anger or when you cannot hear what the other person is saying

whisper

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to mumble
to mumble
werkwoord
m
m
u
ə
m
m
b
b
ə
l
l
e
(murmureren)

(murmureren)

mompelen

to speak in a low or unclear voice, often so that the words are difficult to understand

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to socialize
to socialize
werkwoord
s
s
o
oʊ
c
ʃ
ia
ə
l
l
i
aɪ
z
z
e
(contact maken)

(contact maken)

socialiseren

to interact and spend time with people

Grammaticale Informatie:

Intransitief

Gefeliciteerd! !

U hebt 23 woorden geleerd van Engaging in Verbal Communication. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice