Fundamentele academische IELTS-woorden voor "weer"

rain

zelfstandig naamwoord

r

ai

eɪ

n

Sluiten

Inloggen

(natte neerslag)

regen

water that falls in small drops from the sky

wet

Voorbeeld

Click on words

Can you hear the sound of rain tapping on the window?

I forgot my umbrella, and now I'm getting wet in the rain.

snow

zelfstandig naamwoord

s

n

o

oʊ

w

(neerslag)

sneeuw

small, white pieces of frozen water vapor that fall from the sky in cold temperatures

wet

storm

zelfstandig naamwoord

s

t

o

ɔ

r

m

(onweersbui)

storm

a strong and noisy event in the sky with heavy rain, thunder, lightning, and strong winds.

wet

cloud

zelfstandig naamwoord

c

k

l

o

a

u

ʊ

d

(bewolking)

wolk

a white or gray visible mass of water vapor floating in the air

wet

temperature

zelfstandig naamwoord

t

e

ɛ

m

p

e

ɜ

r

a

ə

t

ʧ

u

ɜ

r

e

(warmtegraad)

temperatuur

a measure of how hot or cold something or somewhere is

wet

humidity

zelfstandig naamwoord

h

u

ju

m

i

ɪ

d

i

ə

t

y

i

(luchtvochtigheid)

vochtigheid

the amount of moisture present in the air

wet

fog

zelfstandig naamwoord

f

o

ɑ

g

(nevel)

mist

a thick cloud close to the ground that makes it hard to see through

wet

thunder

zelfstandig naamwoord

th

θ

u

ʌ

n

d

e

ə

r

(thunder)

donder

the loud crackling noise that is heard from the sky during a storm

wet

lightning

zelfstandig naamwoord

l

i

aɪ

gh

t

n

i

ɪ

n

g

(luchtflits)

bliksem

a bright flash, caused by electricity, in the sky or one that hits the ground from within the clouds

wet

rainbow

zelfstandig naamwoord

r

ai

eɪ

n

b

o

oʊ

w

(boog van kleuren)

regenboog

the bent lines of different colors that appear in the sky after the rain

wet

cold

zelfstandig naamwoord

c

k

o

oʊ

l

d

(koude)

kou

the temperature that is below what is considered normal or comfortable for a particular thing, person, or place

wet

hotness

climate

zelfstandig naamwoord

c

k

l

i

aɪ

m

a

ə

t

e

(klimaatkondities)

klimaat

the typical weather conditions of a particular region

wet

season

zelfstandig naamwoord

s

ea

i:

s

z

o

ə

n

(tijdperk)

seizoen

a period of time that a year is divided into, such as winter and summer, with each having three months

wet

Gefeliciteerd! !

U hebt 13 woorden geleerd van Talking about Weather. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz