1-
intricate
2-
involved
3-
elaborate
4-
sophisticated
5-
detailed
6-
perplexing
7-
ambiguous
8-
tricky
9-
troublesome
10-
baffling
11-
problematic
12-
mystifying
13-
bewildering
14-
simple
15-
effortless
16-
plain
17-
undemanding
18-
user-friendly
19-
smooth
20-
unchallenging
21-
painless
22-
austere
23-
unambiguous
24-
minimal
intricate
intricate
bijvoeglijk naamwoord
i
ɪ
n
n
t
t
r
r
i
ə
c
k
a
ə
t
t
e
Spelling
Sluiten
Inloggen
(complex)

(complex)

ingewikkeld

having many complex parts or details that make it difficult to understand or work with

example
Voorbeeld
Click on words
The intricate design of the watch included tiny gears and delicate engravings.
The artist created an intricate painting filled with hidden details.

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
involved
bijvoeglijk naamwoord
i
ɪ
n
n
v
v
o
ɑ
l
l
v
v
e
d
d
(complex)

(complex)

ingewikkeld

complex and difficult to understand due to many connected parts

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
elaborate
bijvoeglijk naamwoord
e
ɪ
l
l
a
æ
b
b
o
ɜ
r
r
a
t
t
e
(verfijnd)

(verfijnd)

uitgebreid

(of clothes and fabrics) having a design that is very detailed and complicated

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
sophisticated
sophisticated
bijvoeglijk naamwoord
s
s
o
ə
ph
f
i
ɪ
s
s
t
t
i
ə
c
k
a
t
t
e
ɪ
d
d
(geavanceerd)

(geavanceerd)

sophisticated

(of a system, device, or technique) intricately developed to a high level of complexity

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
detailed
detailed
bijvoeglijk naamwoord
d
d
e
ɪ
t
t
ai
l
l
e
d
d
(specific)

(specific)

gedetailleerd

including many specific elements or pieces of information

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
perplexing
perplexing
bijvoeglijk naamwoord
p
p
e
ɜ
r
r
p
p
l
l
e
ɛ
x
ks
i
ɪ
n
n
g
g
(verwarrend)

(verwarrend)

verbijsterend

causing confusion due to being complex or unclear

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
ambiguous
bijvoeglijk naamwoord
a
æ
m
m
b
b
i
ɪ
g
g
uou
ju
ə
s
s
(dubbelzinnig)

(dubbelzinnig)

onzeker

having more than one possible meaning or interpretation

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
tricky
tricky
bijvoeglijk naamwoord
t
t
r
r
i
ɪ
ck
k
y
i
( moeilijk)

( moeilijk)

lastig

difficult to do or handle and requiring skill or caution

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
troublesome
bijvoeglijk naamwoord
t
t
r
r
ou
ə
b
b
ə
l
l
e
s
s
o
ə
m
m
e
(problematisch)

(problematisch)

lastig

causing problems, difficulties, or annoyance

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
baffling
bijvoeglijk naamwoord
b
b
a
æ
ff
f
ə
l
l
i
ɪ
n
n
g
g
(verbazingwekkend)

(verbazingwekkend)

verwarrend

causing confusion or bewilderment due to being difficult to understand or explain

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
problematic
problematic
bijvoeglijk naamwoord
p
p
r
r
o
ɑ
b
b
l
l
e
ə
m
m
a
æ
t
t
i
ɪ
c
k
(lastig)

(lastig)

problematisch

presenting difficulties or concerns, often requiring careful consideration or attention

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
mystifying
bijvoeglijk naamwoord
m
m
y
ɪ
s
s
t
t
i
ə
f
f
y
i
ɪ
n
n
g
g
(verwarrend)

(verwarrend)

mystificerend

causing confusion or making something difficult to explain or understand

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
bewildering
bijvoeglijk naamwoord
b
b
e
ɪ
w
w
i
ɪ
l
l
d
d
e
ə
r
r
i
ɪ
n
n
g
g
(verstoren)

(verstoren)

verwarrend

causing confusion or lack of understanding

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
simple
simple
bijvoeglijk naamwoord
s
s
i
ɪ
m
m
p
p
ə
l
l
e
(eenvoudig)

(eenvoudig)

simpel

not involving difficulty in doing or understanding

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
effortless
effortless
bijvoeglijk naamwoord
e
ɛ
ff
f
o
ɜ
r
r
t
t
l
l
e
ə
ss
s
(gemakkelijk)

(gemakkelijk)

moeiteloos

done with little or no difficulty

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
plain
plain
bijvoeglijk naamwoord
p
p
l
l
ai
n
n
(simpel)

(simpel)

eenvoudig

simple and without complex details

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
undemanding
bijvoeglijk naamwoord
u
ʌ
n
n
d
d
e
ɪ
m
m
a
æ
n
n
d
d
i
ɪ
n
n
g
g
(minder veeleisend)

(minder veeleisend)

onvermoeiend

not needing a lot of time, energy, or attention

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
user-friendly
bijvoeglijk naamwoord
uk flag
/jˈuːzɚfɹˈɛndli/
(gebruikersvriendelijk)

(gebruikersvriendelijk)

gebruiksvriendelijk

(of a machine, piece of equipment, etc.) easy to use or understand by ordinary people

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
smooth
bijvoeglijk naamwoord
s
s
m
m
oo
u
th
ð
(soepel)

(soepel)

vlotte

free from obstacles or difficulties

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
unchallenging
bijvoeglijk naamwoord
u
ʌ
n
n
ch
ʧ
a
æ
ll
l
e
ɪ
n
n
g
ʤ
i
ɪ
n
n
g
g
(gemakkelijk)

(gemakkelijk)

moeiteloos

requiring little effort or engagement

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
painless
bijvoeglijk naamwoord
p
p
ai
n
n
l
l
e
ə
ss
s
(gemakkelijk)

(gemakkelijk)

moeiteloos

easy to endure or accomplish

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
austere
bijvoeglijk naamwoord
au
ɔ
s
s
t
t
e
ɪ
r
r
e
(sober)

(sober)

strikt

simple in design or style and lacking embellishments

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
unambiguous
unambiguous
bijvoeglijk naamwoord
u
ə
n
n
a
æ
m
m
b
b
i
ɪ
g
g
u
j
o
ə
u
w
ə
s
s
(eenduidig)

(eenduidig)

ondubbelzinnig

clear and with no room left for confusion or doubt

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb
minimal
bijvoeglijk naamwoord
m
m
i
ɪ
n
n
i
ə
m
m
a
ə
l
l
(simplistisch)

(simplistisch)

minimalistisch

characterized by simplicity, the use of basic geometric forms, clean lines, and a reduction to essential elements, often with an emphasis on space and the absence of ornamentation

Woordfamilie

intric

Adjective

intricate

Adjective

intricately

Adverb

intricately

Adverb

Gefeliciteerd! !

U hebt 24 woorden geleerd van Describing Complexity. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice