reviewHerzienchevron down
Woordenschat voor IELTS Academic (Score 6-7) /

Gedachten en beslissingen

1 / 26
Afsluiten
1-
to reflect
2-
to ponder
3-
to contemplate
4-
to deliberate
5-
to speculate
6-
to reminisce
7-
to cite
8-
to call up
9-
to disregard
10-
to acknowledge
11-
to opt
12-
to elect
13-
to settle on
14-
to go for
15-
to nominate
16-
to appoint
17-
to designate
18-
to adopt
19-
to single out
20-
to vote
21-
to keep something in mind
22-
to conclude
23-
to embrace
24-
to disapprove
25-
to evoke
26-
to favor
to reflect
to reflect
werkwoord
r
r
e
ɪ
f
f
l
l
e
ɛ
c
k
t
t
Spelling
Sluiten
Inloggen
(reflecteren)

(reflecteren)

overpeinzen

to contemplate or think deeply about something for insight or understanding

example
Voorbeeld
Click on words
She reflects on her achievements every evening.
After the incident, he reflected on his actions and apologized.
to ponder
to ponder
werkwoord
p
p
o
ɑ
n
n
d
d
e
ɜ
r
r
(peinzen)

(peinzen)

overdenken

to give careful thought to something, its various aspects, implications, or possibilities

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to contemplate
to contemplate
werkwoord
c
k
o
ɑ
n
n
t
t
e
ə
m
m
p
p
l
l
a
eɪ
t
t
e
(beschouwen)

(beschouwen)

overwegen

to think about or consider something as a possibility

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to deliberate
to deliberate
werkwoord
d
d
e
ɪ
l
l
i
ɪ
b
b
e
ɜ
r
r
a
eɪ
t
t
e
(nadenken)

(nadenken)

overleggen

to think carefully about something and consider it before making a decision

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to speculate
to speculate
werkwoord
s
s
p
p
e
ɛ
c
k
u
j
ə
l
l
a
eɪ
t
t
e
(hypothetiseren)

(hypothetiseren)

speculeren

to form a theory or opinion about a subject without knowing all the facts

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to reminisce
to reminisce
werkwoord
r
r
e
ɛ
m
m
i
ə
n
n
i
ɪ
s
s
c
e
(terugdenken aan)

(terugdenken aan)

herinneren

to remember past events, experiences, or memories with a sense of nostalgia

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to cite
to cite
werkwoord
c
s
i
aɪ
t
t
e
(verwijzen naar)

(verwijzen naar)

citeren

to refer to something as an example or proof

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to call up
to call up
werkwoord
uk flag
/kˈɔːl ˈʌp/
(oproep doen)

(oproep doen)

oproepen

to summon or evoke something from the past, such as memories, emotions, or images

forget

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
separable
werkwoord van de zin
call
partikel van de uitdrukking
up
to disregard
to disregard
werkwoord
d
d
i
ɪ
s
s
r
r
e
ɪ
g
g
a
ɑ
r
r
d
d
(veronachtzamen)

(veronachtzamen)

negeren

to intentionally ignore or act without concern for something or someone that deserves consideration

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to acknowledge
to acknowledge
werkwoord
a
æ
ck
k
n
n
o
ɑ
w
l
l
e
ɪ
dg
ʤ
e
(toekennen)

(toekennen)

erkennen

to openly accept something as true or real

deny

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to opt
to opt
werkwoord
o
ɑ
p
p
t
t
(opties nemen)

(opties nemen)

kiezen

to choose something over something else

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to elect
to elect
werkwoord
e
ɪ
l
l
e
ɛ
c
k
t
t
(kiezen)

(kiezen)

verkiezen

to choose a person for a specific job, particularly a political one, by voting

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to settle on
to settle on
werkwoord
uk flag
/sˈɛɾəl ˈɑːn/
(kiezen voor)

(kiezen voor)

beslissen over

to decide something, after considering all possible alternatives

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
settle
partikel van de uitdrukking
on
to go for
to go for
werkwoord
uk flag
/ɡˈoʊ fɔːɹ/
(gaan voor)

(gaan voor)

kiezen voor

to choose something among other things

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
go
partikel van de uitdrukking
for
to nominate
to nominate
werkwoord
n
n
o
ɑ
m
m
i
ə
n
n
a
eɪ
t
t
e
(benoemen)

(benoemen)

nommeren

to assign or designate someone to a particular position or responsibility

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to appoint
to appoint
werkwoord
a
ə
pp
p
oi
ɔɪ
n
n
t
t
(aanstellen)

(aanstellen)

benoemen

to give a responsibility or job to someone

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to designate
werkwoord
d
d
e
ɛ
s
z
i
ə
g
g
n
n
a
eɪ
t
t
e
(benoemen)

(benoemen)

aanstellen

to choose someone for a certain position or task

Grammaticale Informatie:

ditransitive
to adopt
werkwoord
a
ə
d
d
o
ɑ
p
p
t
t
(aannemen)

(aannemen)

omarmen

to accept, embrace, or incorporate a particular idea, practice, or belief into one's own behavior or lifestyle

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to single out
to single out
werkwoord
uk flag
/sˈɪŋɡəl ˈaʊt/
(afzonderen)

(afzonderen)

uitkiezen

to focus on a particular person or thing from a group in either a positive or negative manner

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
separable
werkwoord van de zin
single
partikel van de uitdrukking
out
to vote
to vote
werkwoord
v
v
o
oʊ
t
t
e
(stemmen geven)

(stemmen geven)

stemmen

to show which candidate one wants to win in an election or which plan one supports, by marking a piece of paper, raising one's hand, etc.

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to keep something in mind
Zinsdeel
uk flag
/kˈiːp ˌɛstˌiːˈeɪtʃ ɪn mˈaɪnd/
N/A

N/A

Collocation

to remember or consider a particular piece of information or advice

forget
to conclude
werkwoord
c
k
o
ə
n
n
c
k
l
l
u
u
d
d
e
(afleiden)

(afleiden)

concluderen

to draw a logical inference or outcome based on established premises or evidence

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to embrace
werkwoord
e
ɛ
m
m
b
b
r
r
a
eɪ
c
s
e
(aannemen)

(aannemen)

omarmen

to adopt or accept a particular cause, ideology, practice, method, or lifestyle as one's own

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to disapprove
werkwoord
d
d
i
ɪ
s
s
a
ə
pp
p
r
r
o
u
v
v
e
(tegenstaan)

(tegenstaan)

afkeuren

to have an unfavorable opinion or judgment about something

approve
to evoke
werkwoord
e
i
v
v
o
oʊ
k
k
e
(te weeg brengen)

(te weeg brengen)

oproepen

to cause someone to recall a memory, feeling, etc.

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to favor
to favor
werkwoord
f
f
a
eɪ
v
v
o
ɜ
r
r
(verkiezen boven)

(verkiezen boven)

voorkeur geven aan

to prefer someone or something to an alternative

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

Gefeliciteerd! !

U hebt 26 woorden geleerd van Expressing Thoughts and Decisions. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice