reviewHerzienchevron down
Woordenschat voor IELTS Academic (Score 6-7) /

Kennis en informatie

1 / 31
Afsluiten
1-
to illustrate
2-
to demonstrate
3-
to interpret
4-
to explicate
5-
to instruct
6-
to school
7-
to tutor
8-
to coach
9-
to edify
10-
to lecture
11-
to nurture
12-
to familiarize
13-
to notify
14-
to detail
15-
to lay out
16-
to inculcate
17-
to specify
18-
to elucidate
19-
to expound
20-
to convey
21-
to portray
22-
to manifest
23-
to unveil
24-
to disclose
25-
to expose
26-
to stage
27-
to betray
28-
to proclaim
29-
to flaunt
30-
to throw light on something
31-
to constitute
to illustrate
to illustrate
werkwoord
i
ɪ
ll
l
u
ə
s
s
t
t
r
r
a
eɪ
t
t
e
Spelling
Sluiten
Inloggen
( verduidelijken)

( verduidelijken)

illustreren

to explain or show the meaning of something using examples, pictures, etc.

example
Voorbeeld
Click on words
The teacher illustrated the concept with a simple diagram on the board.
She used a real-life example to illustrate her point during the presentation.

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to demonstrate
werkwoord
d
d
e
ɛ
m
m
o
ə
n
n
s
s
t
t
r
r
a
eɪ
t
t
e
(aantonen)

(aantonen)

demonstreren

to explain something by providing examples, doing experiments, etc.

disprove

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to interpret
werkwoord
i
ɪ
n
n
t
t
e
ɜ
r
r
p
p
r
r
e
ə
t
t
(uitleggen)

(uitleggen)

interpreteren

to explain what something means

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to explicate
to explicate
werkwoord
e
ɛ
x
ks
p
p
l
l
i
ə
c
k
a
eɪ
t
t
e
(verklaren)

(verklaren)

expliciteren

to explain or interpret something in a clear and detailed manner, often uncovering deeper meanings

to instruct
to instruct
werkwoord
i
ɪ
n
n
s
s
t
t
r
r
u
ə
c
k
t
t
(onderwijzen)

(onderwijzen)

instrueren

to guide someone by providing information, training, or advice, helping them acquire new skills or understand a specific subject

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to school
to school
werkwoord
s
s
ch
k
oo
u:
l
l
(onderrichten)

(onderrichten)

onderwijzen

to teach someone a specific subject, skill, or area of knowledge

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to tutor
to tutor
werkwoord
t
t
u
u:
t
t
o
ə
r
r
(bijles geven)

(bijles geven)

lesgeven

to teach a single student or a few students, often outside a school setting

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to coach
to coach
werkwoord
c
k
oa
oʊ
ch
ʧ
(trainen)

(trainen)

begeleiden

to help someone or a team learn and improve their skills or achieve goals, often through personalized guidance and feedback

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to edify
to edify
werkwoord
e
ɛ
d
d
i
ə
f
f
y
aɪ
(onderwijzen)

(onderwijzen)

opvoeden

to make someone develop intellectually or morally

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to lecture
to lecture
werkwoord
l
l
e
ɛ
c
k
t
ʧ
u
ɜ
r
r
e
(doceren)

(doceren)

lesgeven

to give a formal talk or presentation to teach someone or a group

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to nurture
werkwoord
n
n
u
ɜ
r
r
t
ʧ
u
ɜ
r
r
e
(verzorgen)

(verzorgen)

koesteren

to help something develop, grow, evolve, etc.

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to familiarize
werkwoord
f
f
a
ə
m
m
i
ɪ
l
l
i
j
a
ɜ
r
r
i
aɪ
z
z
e
(bekend maken)

(bekend maken)

vertrouwd maken

to make someone acquainted with something

to notify
to notify
werkwoord
n
n
o
oʊ
t
t
i
ə
f
f
y
aɪ
(meedelen)

(meedelen)

informeren

to officially let someone know about something

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to detail
to detail
werkwoord
d
d
e
i
t
t
ai
eɪ
l
l
(in detail uitleggen)

(in detail uitleggen)

uitgebreid beschrijven

to explain something thoroughly and with specific information

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to lay out
werkwoord
uk flag
/lˈeɪ ˈaʊt/
( uitleggen)

( uitleggen)

toelichten

to explain something clearly and in detail

Grammaticale Informatie:

Phrasaal Status
separable
werkwoord van de zin
lay
partikel van de uitdrukking
out
to inculcate
to inculcate
werkwoord
i
ɪ
n
n
c
k
u
ə
l
l
c
k
a
eɪ
t
t
e
(bijbrengen)

(bijbrengen)

inprenten

to teach an idea, belief, skill, etc. through constant repetition

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to specify
to specify
werkwoord
s
s
p
p
e
ɛ
c
s
i
ə
f
f
y
aɪ
(bepalen)

(bepalen)

specificeren

to clearly define or state specific details, characteristics, or requirements

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to elucidate
werkwoord
e
ɪ
l
l
u
u
c
s
i
ə
d
d
a
eɪ
t
t
e
(helder maken)

(helder maken)

verduidelijken

to clarify and make something clear

obfuscate
to expound
werkwoord
e
ɪ
x
ks
p
p
o
a
u
ʊ
n
n
d
d
(uitweiden over)

(uitweiden over)

toelichten

to give an explanation of something by talking about it in great detail

abridge
to convey
to convey
werkwoord
c
k
o
ə
n
n
v
v
e
e
y
ɪ
(communiceren)

(communiceren)

overbrengen

to pass on information from one party to another

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to portray
werkwoord
p
p
o
ɔ
r
r
t
t
r
r
a
e
y
ɪ
(weergeven)

(weergeven)

afbeelden

to depict or represent someone or something in a work of art, literature, or other forms of expression

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to manifest
to manifest
werkwoord
m
m
a
æ
n
n
i
ə
f
f
e
ɛ
s
s
t
t
(openbaren)

(openbaren)

manifesteren

to clearly dispaly something

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to unveil
werkwoord
u
ə
n
n
v
v
ei
eɪ
l
l
(openbaren)

(openbaren)

onthullen

to reveal or disclose something previously concealed or hidden

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to disclose
werkwoord
d
d
i
ɪ
s
s
c
k
l
l
o
oʊ
s
z
e
(openbaren)

(openbaren)

onthullen

to make something known to someone or the public, particularly when it was a secret at first

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to expose
to expose
werkwoord
e
ɪ
x
ks
p
p
o
oʊ
s
z
e
(openbaren)

(openbaren)

onthullen

to reveal, uncover, or make visible something that was hidden or covered

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to stage
werkwoord
s
s
t
t
a
eɪ
g
ʤ
e
(presenteren)

(presenteren)

organiseren

to organize and present something, typically a performance or an event

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to betray
werkwoord
b
b
e
ɪ
t
t
r
r
a
e
y
ɪ
(openbaren)

(openbaren)

verraden

to reveal something, such as thoughts, feelings, qualities, etc. unintentionally

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to proclaim
to proclaim
werkwoord
p
p
r
r
o
oʊ
c
k
l
l
ai
eɪ
m
m
(verkondigen)

(verkondigen)

proclameren

to publicly and officially state something

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to flaunt
to flaunt
werkwoord
f
f
l
l
au
ɔ
n
n
t
t
(pronk)

(pronk)

toonstrijken

to display or show off something in a conspicuous or boastful manner

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to [throw|shed|cast] light on {sth}
to throw light on something
Zinsdeel
uk flag
/θɹˈoʊ ʃˈɛd kˈæst lˈaɪt ˌɑːn ˌɛstˌiːˈeɪtʃ/
N/A

N/A

Idiom
Informal

to provide someone with information about something ambiguous to make it easier to understand

What is the origin of the idiom "throw light on something" and when to use it?

The origin of the idiom "throw light on something" is derived from the metaphorical association between light and knowledge or understanding. Light has long been symbolically linked to illumination, clarity, and enlightenment. The idiom likely emerged from this metaphorical connection, reflecting the human desire to gain insight, uncover truths, or reveal hidden aspects. It is commonly used when there is a need to bring clarity, reveal hidden information, or provide explanations.

to constitute
to constitute
werkwoord
c
k
o
ɑ
n
n
s
s
t
t
i
ə
t
t
u
u
t
t
e
(vormen)

(vormen)

constitueren

to contribute to the structure or makeup of something

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

Gefeliciteerd! !

U hebt 31 woorden geleerd van Expressing Knowledge and Information. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice