reviewHerzienchevron down
Woordenschat voor IELTS Academic (Score 6-7) /

Relationele acties

1 / 26
Afsluiten
1-
to lean on
2-
to open up
3-
to compromise
4-
to bond
5-
to fall for
6-
to ask out
7-
to move in
8-
to count on
9-
to look out for
10-
to put up with
11-
to reassure
12-
to devote
13-
to reconcile
14-
to rally around
15-
to flirt
16-
to pick up
17-
to deceive
18-
to ghost
19-
to dump
20-
to fall out
21-
to turn down
22-
to let down
23-
to turn against
24-
to alienate
25-
to part
26-
to stand up
to lean on
to lean on
werkwoord
uk flag
/lˈiːn ˈɑːn/
Spelling
Sluiten
Inloggen
(leunen op)

(leunen op)

steunen op

to rely on someone or something for assistance, guidance, etc.

example
Voorbeeld
Click on words
The company has leaned on its loyal customers for years.
The community had leaned on the local charity for help during the crisis.

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
lean
partikel van de uitdrukking
on
to open up
to open up
werkwoord
uk flag
/ˈoʊpən ˈʌp/
(zich blootgeven)

(zich blootgeven)

openhartig zijn

to share or express one's personal thoughts, emotions, or experiences with someone else

close up

Grammaticale Informatie:

Intransitief
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
open
partikel van de uitdrukking
up
to compromise
to compromise
werkwoord
c
k
o
ɑ
m
m
p
p
r
r
o
ə
m
m
i
aɪ
s
z
e
(overeenkomen)

(overeenkomen)

compromitteren

to come to an agreement after a dispute by reducing demands

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to bond
to bond
werkwoord
b
b
o
ɑ
n
n
d
d
(verbinden)

(verbinden)

hechten

to develop a relationship with a person

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to fall for
to fall for
werkwoord
uk flag
/fˈɔːl fɔːɹ/
(vallen voor)

(vallen voor)

verliefd worden op

to develop romantic feelings for someone

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
fall
partikel van de uitdrukking
for
to ask out
to ask out
werkwoord
uk flag
/ˈæsk ˈaʊt/
(vragen om uit te gaan)

(vragen om uit te gaan)

uitnodigen voor een date

to invite someone on a date, particularly a romantic one

Grammaticale Informatie:

Phrasaal Status
separable
werkwoord van de zin
ask
partikel van de uitdrukking
out
to move in
to move in
werkwoord
uk flag
/ˈmuv ˈɪn/
(intrekken)

(intrekken)

verhuizen

to begin to live in a new house or work in a new office

move out

Grammaticale Informatie:

Intransitief
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
move
partikel van de uitdrukking
in
to count on
to count on
werkwoord
uk flag
/kˈaʊnt ˈɑːn/
(rekening houden met)

(rekening houden met)

vertrouwen op

to put trust in something or someone

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
count
partikel van de uitdrukking
on
to look out for
to look out for
werkwoord
uk flag
/lˈʊk ˈaʊt fɔːɹ/
(uitkijken naar)

(uitkijken naar)

oppassen voor

to take care and be watchful of someone or something and make sure no harm comes to them

Grammaticale Informatie:

Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
look
partikel van de uitdrukking
out for
to put up with
to put up with
werkwoord
uk flag
/pˌʊt ˈʌp wɪð/
(tolereren)

(tolereren)

verduren

to tolerate something or someone unpleasant, often without complaining

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
put
partikel van de uitdrukking
up with
to reassure
werkwoord
uk flag
/ˌɹiəˈʃʊɹ/
(gerustenstellen)

(gerustenstellen)

verzekeren

to do or say something to make someone stop worrying or less afraid

worry
to devote
werkwoord
d
d
e
ɪ
v
v
o
oʊ
t
t
e
(verplichten)

(verplichten)

toegewijd

to give one's time or commit oneself entirely to a certain matter, cause, or activity

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to reconcile
werkwoord
r
r
e
ɛ
c
k
o
ə
n
n
c
s
i
aɪ
l
l
e
(herenigen)

(herenigen)

verzoenen

to make a person become friendly again with another after ending a disagreement or dispute

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to rally around
werkwoord
uk flag
/ɹˈæli ɐɹˈaʊnd/
(verzamelen rond)

(verzamelen rond)

samenkomen voor

to come together and support a person, cause, or idea, especially during challenging times

Grammaticale Informatie:

Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
rally
partikel van de uitdrukking
around
to flirt
to flirt
werkwoord
f
f
l
l
i
ɜ
r
r
t
t
(flirten met)

(flirten met)

flirten

to behave in a way that shows a person is only sexually drawn to someone, with no serious intention of starting a relationship

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to pick up
werkwoord
uk flag
/ˈpɪk ˈʌp/
(iemand versieren)

(iemand versieren)

oprapen

Informal

to approach someone, often with a romantic or sexual intent

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
separable
werkwoord van de zin
pick
partikel van de uitdrukking
up
to deceive
to deceive
werkwoord
d
d
e
ɪ
c
s
ei
i
v
v
e
(bedriegen)

(bedriegen)

misleiden

to make a person believe something untrue

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to ghost
to ghost
werkwoord
gh
g
o
oʊ
s
s
t
t
( ineens negeren)

( ineens negeren)

opnieuw contact verbroken

to abruptly cut off communication with someone, especially online, without explanation

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to dump
werkwoord
d
d
u
ə
m
m
p
p
(dumpen)

(dumpen)

afserven

to end a relationship that one was romantically involved in, often in a way that is unexpected or unfair

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to fall out
to fall out
werkwoord
uk flag
/fˈɔːl ˈaʊt/
(ruzie maken)

(ruzie maken)

uitvallen

to no longer be friends with someone as a result of an argument

Grammaticale Informatie:

Intransitief
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
fall
partikel van de uitdrukking
out
to turn down
to turn down
werkwoord
uk flag
/ˈtɝn ˈdaʊn/
(afzien van)

(afzien van)

afwijzen

to decline an invitation, request, or offer

accept

Grammaticale Informatie:

Phrasaal Status
separable
werkwoord van de zin
turn
partikel van de uitdrukking
down
to let down
to let down
werkwoord
uk flag
/lˈɛt dˈaʊn/
(in de steek laten)

(in de steek laten)

teleurstellen

to make someone disappointed by not meeting their expectations

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
separable
werkwoord van de zin
let
partikel van de uitdrukking
down
to turn against
werkwoord
uk flag
/tˈɜːn ɐɡˈɛnst/
(tegen zich keren)

(tegen zich keren)

omdraaien tegen

to make it so that the partnership, relationship, or others' perception toward a person or group is damaged or terminated

Grammaticale Informatie:

ditransitive
Phrasaal Status
separable
werkwoord van de zin
turn
partikel van de uitdrukking
against
to alienate
to alienate
werkwoord
a
eɪ
l
l
i
j
e
ə
n
n
a
eɪ
t
t
e
(vervreemden)

(vervreemden)

isoleren

to make one feel isolated or hostile toward a person or group

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to part
to part
werkwoord
p
p
a
ɑ:
r
r
t
t
(uit elkaar gaan)

(uit elkaar gaan)

scheiden

to separate or end a relationship with someone

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to stand up
werkwoord
uk flag
/stˈænd ˈʌp/
(niet opdagen)

(niet opdagen)

afzeggen

to fail to appear for a scheduled romantic meeting

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
Phrasaal Status
separable
werkwoord van de zin
stand
partikel van de uitdrukking
up

Gefeliciteerd! !

U hebt 26 woorden geleerd van Expressing Relational Actions. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice