Herzien

Schade toebrengen, bekritiseren of stelen

1 / 11

to bang up

to batter up

to beat up

to beat up on

to burn up

to screw up

to smash up

to blow up

to run up on

10-

to mop up

11-

to stick up

To bang up

/bˈæŋ ˈʌp/

Sluiten

Inloggen

(verwoesten)

sloeg in elkaar

werkwoord

Informal

to cause harm to someone or something in a violent manner

Grammaticale Informatie:

Phrasaal Status

inseparable

werkwoord van de zin

bang

partikel van de uitdrukking

To batter up

/bˈæɾɚɹ ˈʌp/

(schaden)

injureren

werkwoord

to cause harm to someone or something

Grammaticale Informatie:

Phrasaal Status

separable

werkwoord van de zin

batter

partikel van de uitdrukking

To beat up

/bˈiːt ˈʌp/

(fysiek aanvallen)

in de luren leggen

werkwoord

to physically attack someone, often with repeated blows

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

Phrasaal Status

separable

werkwoord van de zin

beat

partikel van de uitdrukking

To beat up on

/bˈiːt ˌʌp ˈɑːn/

(onderuit halen)

afkraken

werkwoord

to unfairly and harshly criticize someone for something

Grammaticale Informatie:

Phrasaal Status

inseparable

werkwoord van de zin

beat

partikel van de uitdrukking

up on

To burn up

/bˈɜːn ˈʌp/

(verbranden)

afbranden

werkwoord

to be entirely destroyed by fire

Grammaticale Informatie:

Phrasaal Status

inseparable

werkwoord van de zin

burn

partikel van de uitdrukking

To screw up

/skɹˈuː ˈʌp/

(ruineren)

verpesten

werkwoord

to ruin a situation through mistakes or poor judgment

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

Phrasaal Status

separable

werkwoord van de zin

screw

partikel van de uitdrukking

To smash up

/smˈæʃ ˈʌp/

(in elkaar slaan)

verwoesten

werkwoord

to cause significant damage to something, often with force or violence

Grammaticale Informatie:

Phrasaal Status

separable

werkwoord van de zin

smash

partikel van de uitdrukking

To blow up

/blˈoʊ ˈʌp/

(exploderen)

opblazen

werkwoord

to cause something to explode

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

Phrasaal Status

separable

werkwoord van de zin

blow

partikel van de uitdrukking

To run up on

/ɹˈʌn ˌʌp ˈɑːn/

(overrompelen)

aanlopen tegen

werkwoord

to unexpectedly and aggressively confront someone

Grammaticale Informatie:

Phrasaal Status

inseparable

werkwoord van de zin

run

partikel van de uitdrukking

up on

To mop up

/mˈɑːp ˈʌp/

(afrekenen met)

opruimen

werkwoord

to deal with and eliminate the last few people who resist or oppose one

To stick up

/stˈɪk ˈʌp/

(beroven)

overvallen

werkwoord

to rob someone using a weapon or some form of threat

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk

Phrasaal Status

inseparable

werkwoord van de zin

stick

partikel van de uitdrukking

Gefeliciteerd! !

U hebt 11 woorden geleerd van Harming, Criticizing, or Stealing. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz