reviewHerzienchevron down
Elementair 1 /

Familie relaties

1 / 13
Afsluiten
1-
daddy
2-
mommy
3-
grandparent
4-
grandpa
5-
grandma
6-
granddaughter
7-
grandson
8-
surname
9-
partner
10-
twin
11-
kid
12-
to break up
13-
to get married
daddy
daddy
zelfstandig naamwoord
d
d
a
æ
dd
d
y
i
Spelling
Sluiten
Inloggen
(vader)

(vader)

papa

an informal or intimate name for fathers, used especially by children or when talking to children

example
Voorbeeld
Click on words
Every morning, her daddy helps her brush her teeth.
Her daddy taught her how to ride a bike.
mommy
mommy
zelfstandig naamwoord
m
m
o
ɑ:
mm
m
y
i
(moeder)

(moeder)

mama

an informal or intimate name for mothers, used especially by children or when talking to children

grandparent
grandparent
zelfstandig naamwoord
g
g
r
r
a
æ
n
n
d
d
p
p
a
ɛ
r
r
e
ə
n
n
t
t
(oma of opa)

(oma of opa)

grootouder

someone who is our mom or dad's parent

Grammaticale Informatie:

Samengesteld Zelfstandig Naamwoord
grandpa
grandpa
zelfstandig naamwoord
g
g
r
r
a
æ
n
n
d
d
p
p
a
ɑ:
(grootvader)

(grootvader)

opa

the father of our mother or father

grandma
grandma
zelfstandig naamwoord
g
g
r
r
a
æ
n
n
d
d
m
m
a
ɑ:
(grootmoeder)

(grootmoeder)

oma

the mother of our mother or father

granddaughter
granddaughter
zelfstandig naamwoord
g
g
r
r
a
æ
n
n
dd
d
au
ɔ:
gh
t
t
e
ə
r
r
(dochter van mijn kind)

(dochter van mijn kind)

kleindochter

the daughter of our son or daughter

Grammaticale Informatie:

Samengesteld Zelfstandig Naamwoord
grandson
grandson
zelfstandig naamwoord
g
g
r
r
a
æ
n
n
d
d
s
s
o
ʌ
n
n
(achterkleinzoon)

(achterkleinzoon)

kleinzoon

the son of our son or daughter

Grammaticale Informatie:

Samengesteld Zelfstandig Naamwoord
surname
surname
zelfstandig naamwoord
s
s
u
ɜ
r
r
n
n
a
m
m
e
(familienaam)

(familienaam)

achternaam

the name we share with our parents that follows our first name

partner
partner
zelfstandig naamwoord
p
p
a
ɑ:
r
r
t
t
n
n
e
ə
r
r
(levensgezel)

(levensgezel)

partner

the person that you are married to or having a romantic relationship with

Grammaticale Informatie:

twin
twin
zelfstandig naamwoord
t
t
w
w
i
ɪ
n
n
(tweelingkind)

(tweelingkind)

tweeling

either of two children born at the same time to the same mother

kid
kid
zelfstandig naamwoord
k
k
i
ɪ
d
d
(kids)

(kids)

kinderen

a son or daughter of any age

parent
to break up
to break up
werkwoord
uk flag
/breɪk ʌp/
(stoppen met)

(stoppen met)

uitmaken

to end a relationship, typically a romantic or sexual one

Grammaticale Informatie:

Intransitief
Phrasaal Status
inseparable
werkwoord van de zin
break
partikel van de uitdrukking
up
to [get] married
to get married
Zinsdeel
uk flag
/ɡɛt mˈæɹɪd/
N/A

N/A

Collocation

to legally become someone's wife or husband

Gefeliciteerd! !

U hebt 13 woorden geleerd van Family & Relationships. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice