reviewHerzienchevron down
Natuurwetenschappen SAT /

Visie en precisie

1 / 65
Afsluiten
1-
conspicuous
2-
detectable
3-
indistinct
4-
opaque
5-
vibrant
6-
transparent
7-
translucent
8-
obtrusive
9-
dazzling
10-
lurid
11-
gaudy
12-
shimmering
13-
panoramic
14-
inky
15-
lusterless
16-
murky
17-
vivid
18-
radiant
19-
overt
20-
starkly
21-
outline
22-
illusion
23-
vista
24-
spectacle
25-
hue
26-
sight
27-
glimpse
28-
luminosity
29-
sighting
30-
silhouette
31-
glare
32-
visual
33-
to camouflage
34-
to obscure
35-
to peer
36-
to behold
37-
to ogle
38-
to squint
39-
to illuminate
40-
to twinkle
41-
to emerge
42-
to reveal
43-
to unearth
44-
to unveil
45-
to uncover
46-
to disclose
47-
to expose
48-
to reflect
49-
to gleam
50-
to vanish
51-
to shroud
52-
to conceal
53-
scrutiny
54-
minutiae
55-
to inspect
56-
to monitor
57-
to scrutinize
58-
punctilious
59-
painstaking
60-
thoroughly
61-
accurately
62-
meticulously
63-
superficially
64-
muted
65-
cosmetically
conspicuous
conspicuous
bijvoeglijk naamwoord
c
k
o
ə
n
n
s
s
p
p
i
ɪ
c
k
uou
ju
ə
s
s
Spelling
Sluiten
Inloggen
(zichtbaar)

(zichtbaar)

opvallend

standing out and easy to see or notice

example
Voorbeeld
Click on words
The bright red dress was conspicuous among the more subdued colors at the event.
The new building was conspicuous on the skyline, towering above the older structures.
detectable
bijvoeglijk naamwoord
d
d
e
ɪ
t
t
e
ɛ
c
k
t
t
a
ə
b
b
ə
l
l
e
(detecteerbaar)

(detecteerbaar)

waarneembaar

able to be easily noticed or perceived, often through observation or measurement

indistinct
indistinct
bijvoeglijk naamwoord
i
ɪ
n
n
d
d
i
ɪ
s
s
t
t
i
ɪ
n
n
c
k
t
t
(vaag)

(vaag)

onduidelijk

not easily defined or understood due to a lack of clarity or precision

opaque
opaque
bijvoeglijk naamwoord
o
p
p
a
q
k
u
e
(ondoorzichtig)

(ondoorzichtig)

opaak

(of an object) blocking the passage of light and preventing objects from being seen through it

vibrant
vibrant
bijvoeglijk naamwoord
v
v
i
b
b
r
r
a
ə
n
n
t
t
(intens)

(intens)

levendig

(of colors) bright and strong

transparent
transparent
bijvoeglijk naamwoord
t
t
r
r
a
æ
n
n
s
s
p
p
a
ɛ
r
r
e
ə
n
n
t
t
(transparant)

(transparant)

doorzichtig

able to be seen through

translucent
bijvoeglijk naamwoord
t
t
r
r
a
æ
n
n
s
s
l
l
u
u
c
s
e
ə
n
n
t
t
(lichtdoorlatend)

(lichtdoorlatend)

doorzichtig

permitting light to pass through but making objects on the other side appear blurred

obtrusive
bijvoeglijk naamwoord
o
ə
b
b
t
t
r
r
u
u
s
s
i
ɪ
v
v
e
(verstorend)

(verstorend)

opdringerig

noticeable in a way that is unpleasant, unwanted, or disruptive

dazzling
dazzling
bijvoeglijk naamwoord
d
d
a
æ
zz
z
ə
l
l
i
ɪ
n
n
g
g
(stralend)

(stralend)

fonkelend

shining brightly with intense light

lurid
bijvoeglijk naamwoord
l
l
u
ʊ
r
r
i
ə
d
d
(opdringerig)

(opdringerig)

schreeuwend

too bright in color, in a way that is not pleasant

gaudy
bijvoeglijk naamwoord
g
g
au
ɔ
d
d
y
i
(flamboyant)

(flamboyant)

schreeuwend

excessively colorful, flashy, or showy in a way that lacks taste or elegance

shimmering
shimmering
bijvoeglijk naamwoord
sh
ʃ
i
ɪ
mm
m
e
ɜ
r
r
i
ɪ
n
n
g
g
(flonkerend)

(flonkerend)

glinsterend

emitting a flickering or wavering light

panoramic
bijvoeglijk naamwoord
p
p
a
æ
n
n
o
ɜ
r
r
a
æ
m
m
i
ɪ
c
k
(uitzichts-)

(uitzichts-)

panoramisch

Formal

providing or capturing an extensive view of a scene or area

inky
bijvoeglijk naamwoord
i
ɪ
n
n
k
k
y
i
(donker)

(donker)

inktachtig

dark or deep in color, like ink

lusterless
bijvoeglijk naamwoord
l
l
u
ʌ
s
s
t
t
e
ə
r
r
l
l
e
ə
ss
s
(mat)

(mat)

dof

appearing dull without any reflective quality

murky
bijvoeglijk naamwoord
m
m
u
ɜ
r
r
k
k
y
i
(duister)

(duister)

bewolkt

(of sky) cloudy or dark, often resulting in a gloomy atmosphere

vivid
vivid
bijvoeglijk naamwoord
v
v
i
ɪ
v
v
i
ə
d
d
(intense)

(intense)

levendige

(of colors or light) very intense or bright

radiant
bijvoeglijk naamwoord
r
r
a
d
d
ia
n
n
t
t
( schitterend)

( schitterend)

stralend

emitting or reflecting light in a bright, glowing manner

overt
bijvoeglijk naamwoord
o
v
v
e
ɜ
r
r
t
t
(duidelijk)

(duidelijk)

openlijk

open, obvious, and easily observable, without concealment or secrecy

starkly
starkly
bijwoord
s
s
t
t
a
ɑ
r
r
k
k
l
l
y
i
(scherp)

(scherp)

duidelijk

in a way that is easily noticeable, highlighting a clear and obvious contrast

outline
zelfstandig naamwoord
o
a
u
ʊ
t
t
l
l
i
n
n
e
(contour)

(contour)

omtrek

the outer shape or edge that defines an object's form

illusion
zelfstandig naamwoord
i
ɪ
ll
l
u
u
s
ʒ
io
ə
n
n
(misleidende voorstelling)

(misleidende voorstelling)

illusie

a misleading or incorrect mental representation of reality

vista
vista
zelfstandig naamwoord
v
v
i
ɪ
s
s
t
t
a
ə
(panorama)

(panorama)

uitzicht

a captivating scenery viewed from a distance

spectacle
zelfstandig naamwoord
s
s
p
p
e
ɛ
c
k
t
t
a
ə
c
k
ə
l
l
e
(schouwspel)

(schouwspel)

spectakel

a thing or person that is striking or impressive to see, often because it is unusual or remarkable

hue
zelfstandig naamwoord
h
h
u
ju
e
(kleurtoon)

(kleurtoon)

tint

the attribute of color that distinguishes one color from another based on its position in the color spectrum or wheel

What is "hue"?

Hue refers to the specific shade or tint of a color. It is what is commonly thought of as the name of a color, like red, blue, or green. Hue is what distinguishes one color from another on the spectrum. For example, different shades of blue, from light sky blue to dark navy blue, all have the same hue, which is blue, but vary in their lightness or darkness. Hue is one of the basic properties used to describe colors, along with saturation and brightness.

sight
zelfstandig naamwoord
s
s
i
gh
t
t
(zicht)

(zicht)

aanblik

an instance or act of seeing something through visual perception

glimpse
zelfstandig naamwoord
g
g
l
l
i
ɪ
m
m
p
p
s
s
e
(kijkje)

(kijkje)

flits

a quick or partial view of something, often fleeting or incomplete

luminosity
zelfstandig naamwoord
l
l
u
u:
m
m
i
ɪ
n
n
o
ɑ:
s
s
i
ɪ
t
t
y
i
(helderheid)

(helderheid)

luminositeit

the quality or state of emitting light

sighting
zelfstandig naamwoord
s
s
i
gh
t
t
i
ɪ
n
n
g
g
(zichting)

(zichting)

waarneming

the act of seeing or observing something, especially something notable or unusual

silhouette
zelfstandig naamwoord
s
s
i
ɪ
l
l
h
o
ə
u
w
e
ɛ
tt
t
e
(schaduwbeeld)

(schaduwbeeld)

silhouet

the dark shape and outline of an object, visible against a lighter background, often seen as a shadow

glare
zelfstandig naamwoord
g
g
l
l
a
ɛ
r
r
e
(de verblinding)

(de verblinding)

de schittering

a harsh, bright light that is more intense than what the eyes are used to, often causing discomfort

visual
zelfstandig naamwoord
v
v
i
ɪ
s
ʒ
u
w
a
ə
l
l
(beeldmateriaal)

(beeldmateriaal)

visueel

something that is perceived by sight, such as an image, graphic, or representation that can be seen or observed

to camouflage
to camouflage
werkwoord
c
k
a
æ
m
m
ou
ə
f
f
l
l
a
ɑ
g
ʒ
e
(vermommen)

(vermommen)

camoufleren

to make or become undetectable by resembling the color or shape of a surrounding

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to obscure
to obscure
werkwoord
o
ə
b
b
s
s
c
k
u
r
r
e
(verbergen)

(verbergen)

verhullen

to conceal or hide something

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to peer
to peer
werkwoord
p
p
ee
ɪ
r
r
(turven)

(turven)

spieken

to look closely or attentively at something, often in an effort to see or understand it better

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to behold
to behold
werkwoord
b
b
e
ɪ
h
h
o
l
l
d
d
(zien)

(zien)

beschouwen

to see something, often with a feeling of amazement or admiration

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to ogle
to ogle
werkwoord
o
g
g
ə
l
l
e
(neuken met zijn ogen)

(neuken met zijn ogen)

staren naar

to stare at someone or something with strong and often inappropriate interest or desire

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to squint
to squint
werkwoord
s
s
q
k
u
w
i
ɪ
n
n
t
t
(spieken)

(spieken)

knijpen (in de ogen)

to look with eyes half-opened when hit by light, or as a sign of suspicion, etc.

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to illuminate
to illuminate
werkwoord
i
ɪ
ll
l
u
u
m
m
i
ɪ
n
n
a
ɪ
t
t
e
(belichten)

(belichten)

verlichten

to provide light to something, making it brighter

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to twinkle
werkwoord
t
t
w
w
i
ɪ
n
n
k
k
ə
l
l
e
(twinkelen)

(twinkelen)

flonken

to shine with a flickering or sparkling light

to emerge
to emerge
werkwoord
e
i
m
m
e
ɜ
r
r
g
ʤ
e
(tevoorschijn komen)

(tevoorschijn komen)

verschijnen

to become visible after coming out of somewhere

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to reveal
to reveal
werkwoord
r
r
e
i
v
v
ea
i
l
l
(openbaren)

(openbaren)

onthullen

to make something visible

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to unearth
to unearth
werkwoord
u
ə
n
n
ea
ɜ
r
r
th
θ
(ontdekken)

(ontdekken)

opgraven

to dig the ground and discover something

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to unveil
to unveil
werkwoord
u
ə
n
n
v
v
ei
l
l
(ontbloten)

(ontbloten)

onthullen

to remove a cover from a statue, painting, etc. for the people to see, particularly as part of a public ceremony

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to uncover
to uncover
werkwoord
u
ə
n
n
c
k
o
ə
v
v
e
ɜ
r
r
(openbaren)

(openbaren)

onthullen

to reveal something by removing a cover or obstacle

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to disclose
to disclose
werkwoord
d
d
i
ɪ
s
s
c
k
l
l
o
s
z
e
(openbaren)

(openbaren)

onthullen

to reveal something by uncovering it

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to expose
to expose
werkwoord
e
ɪ
x
ks
p
p
o
s
z
e
(openbaren)

(openbaren)

onthullen

to reveal, uncover, or make visible something that was hidden or covered

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to reflect
werkwoord
r
r
e
ɪ
f
f
l
l
e
ɛ
c
k
t
t
(terugkaatsen)

(terugkaatsen)

reflecteren

(of a surface) to redirect or bounce back heat, light, or sound without absorbing it

to gleam
to gleam
werkwoord
g
g
l
l
ea
i
m
m
(schijnen)

(schijnen)

glanzen

to shine brightly, typically with reflected light

to vanish
to vanish
werkwoord
v
v
a
æ
n
n
i
ɪ
sh
ʃ
(verdwijnen)

(verdwijnen)

vervallen

to suddenly and mysteriously disappear without explanation

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to shroud
to shroud
werkwoord
sh
ʃ
r
r
o
a
u
ʊ
d
d
(verhullen)

(verhullen)

bedekken

to cover something in a protective or concealing manner

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to conceal
to conceal
werkwoord
c
k
o
ə
n
n
c
s
ea
i
l
l
(verborgen houden)

(verborgen houden)

verhullen

to carefully cover or hide something or someone

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
scrutiny
zelfstandig naamwoord
s
s
c
k
r
r
u
u
t
t
i
ə
n
n
y
i
(kritische uitzien)

(kritische uitzien)

onderzoek

the careful and detailed examination to find mistakes or discover important information

minutiae
zelfstandig naamwoord
m
m
i
ɪ
n
n
u
u
t
ʃ
iae
(kleine details)

(kleine details)

détails minutieux

small details that are easily overlooked

to inspect
to inspect
werkwoord
i
ɪ
n
n
s
s
p
p
e
ɛ
c
k
t
t
(nauwkeurig onderzoeken)

(nauwkeurig onderzoeken)

inspecteren

to carefully examine something to check its condition or make sure it meets standards

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to monitor
werkwoord
m
m
o
ɑ:
n
n
i
ɪ
t
t
o
ə
r
r
(monitoren)

(monitoren)

bewaken

to carefully check the quality, activity, or changes of something or someone for a period of time

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
to scrutinize
to scrutinize
werkwoord
s
s
c
k
r
r
u
u
t
t
i
ə
n
n
i
z
z
e
(grondig bekijken)

(grondig bekijken)

nauwkeurig onderzoeken

to examine something closely and carefully in order to find errors

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
punctilious
punctilious
bijvoeglijk naamwoord
p
p
u
ə
n
n
c
k
t
t
i
ɪ
l
l
iou
s
s
(punctueel)

(punctueel)

nauwgezet

paying a lot of attention to the correctness of behavior or to detail

painstaking
bijvoeglijk naamwoord
p
p
ai
n
n
s
s
t
t
a
k
k
i
ɪ
n
n
g
g
(nauwgezet)

(nauwgezet)

moeizaam

requiring a lot of effort and time

thoroughly
thoroughly
bijwoord
th
θ
o
ɜ
r
r
ou
gh
l
l
y
i
(zorgvuldig)

(zorgvuldig)

grondig

in a comprehensive manner

Grammaticale Informatie:

Bijwoord van Wijze
accurately
accurately
bijwoord
a
æ
cc
k
u
r
r
a
ə
t
t
e
l
l
y
i
(exact)

(exact)

nauwkeurig

in a way that has no errors or mistakes

Grammaticale Informatie:

Bijwoord van Wijze
meticulously
meticulously
bijwoord
m
m
e
ə
t
t
i
ɪ
c
k
u
j
ə
l
l
ou
ə
s
s
l
l
y
i
(zorgvuldig)

(zorgvuldig)

nauwgezet

in a manner that is marked by careful attention to details

Grammaticale Informatie:

Bijwoord van Wijze
superficially
superficially
bijwoord
s
s
u
u
p
p
e
ɜ
r
r
f
f
i
ɪ
c
ʃ
ia
ə
ll
l
y
i
(schijnbaar)

(schijnbaar)

oppervlakkig

with a focus only on the surface or outer appearance

muted
bijvoeglijk naamwoord
m
m
u
ju
t
t
e
ɪ
d
d
(verbleekte)

(verbleekte)

gedempte

(of colors) having a subdued tone, lacking brightness or vibrancy

cosmetically
bijwoord
c
k
o
ɔ
s
z
m
m
e
ɛ
t
t
i
ɪ
c
k
a
ll
l
y
i
(op het uiterlijk gericht)

(op het uiterlijk gericht)

cosmetisch

in a manner that superficially focuses on the appearance of something

Gefeliciteerd! !

U hebt 65 woorden geleerd van SAT Vision and Precision Vocabulary. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice