reviewHerzienchevron down
1 / 32
Afsluiten
1-
homey
2-
hook
3-
jam session
4-
lame
5-
the latest
6-
lick
7-
majorly
8-
mean
9-
deadly
10-
dode
11-
gig
12-
to hang
13-
hello
14-
hit
15-
to hit
16-
way
17-
to scam
18-
to spew
19-
to blow chow
20-
stocked
21-
stud
22-
tweaked
23-
blasted
24-
blitzed
25-
to blow off
26-
to bolt
27-
bombed
28-
to boogie
29-
to book
30-
brain dead
31-
brewsky
32-
buff
homey
bijvoeglijk naamwoord
h
h
o
m
m
e
y
i
Spelling
Sluiten
Inloggen
(gezellig)

(gezellig)

huiselijk

having a feeling of home; cozy and comfortable

hook
zelfstandig naamwoord
h
h
oo
ʊ
k
k
(catchphrase)

(catchphrase)

haak

a catchy, memorable part of a song that is repeated to capture the listener's attention

jam session
zelfstandig naamwoord
uk flag
/dʒˈæm sˈɛʃən/
(improvisatiebijeenkomst)

(improvisatiebijeenkomst)

jamsessie

an informal gathering of musicians who come together to play music spontaneously

What is a "jam session"?

A jam session is an informal gathering where musicians come together to play music spontaneously. During a jam session, participants improvise and collaborate on music, often without pre-rehearsed arrangements. It allows musicians to experiment with different styles, techniques, and melodies in a relaxed setting, and can involve a range of genres and instruments. Jam sessions are a popular way for musicians to practice, create new material, and enjoy a shared musical experience.

Grammaticale Informatie:

Samengesteld Zelfstandig Naamwoord
lame
bijvoeglijk naamwoord
l
l
a
m
m
e
(onvoldoende)

(onvoldoende)

zwak

weak, unconvincing, or inadequate

the latest
zelfstandig naamwoord
l
l
a
t
t
e
ə
s
s
t
t
(laatste update)

(laatste update)

laatste nieuws

Informal

the most recent news, update, or piece of information about a particular event or situation

lick
zelfstandig naamwoord
l
l
i
ɪ
ck
k
(lick)

(lick)

muzikale frase

a short, recognizable series of notes or a musical phrase

majorly
majorly
bijwoord
m
m
a
j
ʤ
o
ə
r
r
l
l
y
i
(aanzienlijk)

(aanzienlijk)

hoofdzakelijk

to a significant degree

mean
bijvoeglijk naamwoord
m
m
ea
i
n
n
(voortreffelijk)

(voortreffelijk)

uitstekend

excellent

deadly
bijwoord
d
d
ea
ɛ
d
d
l
l
y
i
(levensgevaarlijk)

(levensgevaarlijk)

dodelijk

(used as intensives) extremely

dode
zelfstandig naamwoord
d
d
o
d
d
e
(sufferd)

(sufferd)

sukkel

Humorous
Informal

someone who is foolish or naive

gig
gig
zelfstandig naamwoord
g
g
i
ɪ
g
g
(concert)

(concert)

optreden

a performance of live music, comedy, or other entertainment, usually by one or more performers in front of an audience

What is a "gig"?

A gig is a live performance or show by a musician, comedian, or other entertainer. It can range from a small, informal event to a larger, more organized performance. Gigs are typically held at venues such as clubs, theaters, concert halls, or outdoor spaces and they provide an opportunity for performers to present their work directly to an audience and gain exposure.

to hang
werkwoord
h
h
a
æ
n
n
g
g
(chillen)

(chillen)

hangen

to relax or spend time with others casually

hello
tussenwerpsel
h
h
e
ə
ll
l
o
(Hé?)

(Hé?)

Hallo?

used to sarcastically point out an obvious truth or reality, often to emphasize the need for realism

hit
zelfstandig naamwoord
h
h
i
ɪ
t
t
(hit)

(hit)

succes

something, such as a movie, play, song, etc. that is very popular and successful

to hit
werkwoord
h
h
i
ɪ
t
t
(aankomen bij)

(aankomen bij)

bereiken

to get to or reach a particular place

Grammaticale Informatie:

Overgankelijk
way
way
bijwoord
w
w
a
e
y
ɪ
(erg)

(erg)

heel

used to emphasize the amount or intensity of something

Grammaticale Informatie:

Bijwoord van Graad
to scam
werkwoord
s
s
c
k
a
æ
m
m
(onder de loep nemen)

(onder de loep nemen)

in de gaten houden

to scrutinize or examine people, often with the intention of figuring out their motives or trying to detect deceit

to spew
to spew
werkwoord
s
s
p
p
e
w
u
(braken)

(braken)

overgeven

to expel the contents of the stomach through the mouth

keep down

Grammaticale Informatie:

Intransitief
to blow chow
Zinsdeel
uk flag
/blˈoʊ tʃˈaʊ/
N/A

N/A

Disapproving
Humorous
Idiom

to forcibly expelling the contents of the stomach through the mouth,

stocked
bijvoeglijk naamwoord
s
s
t
t
o
ɑ
ck
k
e
d
t
(opgewonden)

(opgewonden)

enthousiast

excited or enthusiastic about something

stud
zelfstandig naamwoord
s
s
t
t
u
ə
d
d
(knappe man)

(knappe man)

stoere man

a sexually attractive man who has many sexual partners

tweaked
bijvoeglijk naamwoord
t
t
w
w
ea
i
k
k
e
d
t
(ontregeld)

(ontregeld)

verstoord

Informal

used to describe something that is in disarray, disorder, or slightly off-balance

blasted
bijvoeglijk naamwoord
b
b
l
l
a
æ
s
s
t
t
e
ə
d
d
(dronken)

(dronken)

afgetrapt

extremely drunk or intoxicated

blitzed
bijvoeglijk naamwoord
b
b
l
l
i
ɪ
t
t
z
s
e
d
t
(geraakt door drank)

(geraakt door drank)

dronken

Informal

very drunk or heavily intoxicated

to blow off
werkwoord
uk flag
/blˈoʊ ˈɔf/
(verplichting negeren)

(verplichting negeren)

afzeggen

to intentionally ignore doing something promised or planned

Grammaticale Informatie:

Phrasaal Status
separable
werkwoord van de zin
blow
partikel van de uitdrukking
off
to bolt
werkwoord
b
b
o
l
l
t
t
(ontsnappen)

(ontsnappen)

vluchten

to flee or escape abruptly

Grammaticale Informatie:

Intransitief
bombed
bijvoeglijk naamwoord
b
b
o
ɑ
m
m
b
e
d
d
(dronken)

(dronken)

aangeschoten

Humorous
Informal

extremely drunk or heavily intoxicated

to boogie
werkwoord
b
b
oo
u
g
g
ie
i
(er vandoor gaan)

(er vandoor gaan)

wegwezen

to leave quickly or depart, often in a lively or energetic manner

to book
werkwoord
b
b
oo
ʊ
k
k
(wegwezen)

(wegwezen)

er vandoor gaan

to leave or depart quickly, often to avoid something or when a situation becomes undesirable

brain dead
bijvoeglijk naamwoord
uk flag
/bɹˈeɪn dˈɛd/
(dummie)

(dummie)

hersendood

Informal
Offensive

used to describe someone who is acting or speaking in a way that seems extremely slow-witted, unintelligent, or lacking mental clarity

brewsky
zelfstandig naamwoord
b
b
r
r
e
u:
w
s
s
k
k
y
i
(bier)

(bier)

biertje

Informal

a casual or slang term for beer

buff
buff
bijvoeglijk naamwoord
b
b
u
ə
ff
f
(fit)

(fit)

gespierde

(of a person) physically attractive with large muscles

Gefeliciteerd! !

U hebt 32 woorden geleerd van Lesson 8. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice