reviewHerzienchevron down
C1 Woordenlijst /

Persoonlijke eigenschappen

1 / 43
Afsluiten
1-
loudmouth
2-
cynical
3-
loony
4-
naive
5-
flawed
6-
hostile
7-
noble
8-
obsessive
9-
persistent
10-
pushy
11-
malicious
12-
rebellious
13-
resentful
14-
secretive
15-
self-centered
16-
superficial
17-
suspicious
18-
timid
19-
vain
20-
villainous
21-
knowledgeable
22-
open-minded
23-
mature
24-
plain
25-
principled
26-
prominent
27-
rational
28-
relatable
29-
renowned
30-
dedicated
31-
humble
32-
self-motivated
33-
straightforward
34-
tactful
35-
thoughtful
36-
tolerant
37-
trustworthy
38-
truthful
39-
vicious
40-
foolhardy
41-
withdrawn
42-
rat
43-
poker face
loudmouth
loudmouth
zelfstandig naamwoord
l
l
o
a
u
ʊ
d
d
m
m
o
a
u
ʊ
th
θ
Spelling
Sluiten
Inloggen
(kletskous)

(kletskous)

luidspreker

someone who talks a lot, saying things that are stupid or offensive

example
Voorbeeld
Click on words
He's always the loudest person at the party, a real loudmouth.
Don't pay attention to him; he's just a loudmouth who likes to hear himself talk.

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
cynical
cynical
bijvoeglijk naamwoord
c
s
y
ɪ
n
n
i
ɪ
c
k
a
ə
l
l
(wantrouwig)

(wantrouwig)

cynisch

having a distrustful or negative outlook, often believing that people are motivated by self-interest

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
loony
loony
bijvoeglijk naamwoord
l
l
oo
u
n
n
y
i
(dwaas)

(dwaas)

gek

describing someone or something exhibiting foolish characteristics

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
naive
naive
bijvoeglijk naamwoord
n
n
ai
aɪi
v
v
e
(goedgelovig)

(goedgelovig)

naïef

lacking experience and wisdom due to being young

sophisticated

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
flawed
flawed
bijvoeglijk naamwoord
f
f
l
l
a
ɔ
w
e
d
d
(met tekortkomingen)

(met tekortkomingen)

gebrekkig

having imperfections, errors, or weaknesses

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
hostile
hostile
bijvoeglijk naamwoord
h
h
o
ɑ
s
s
t
t
i
ə
l
l
e
(onvriendelijk)

(onvriendelijk)

vijandig

unfriendly or aggressive toward others

amicable

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
noble
noble
bijvoeglijk naamwoord
n
n
o
b
b
ə
l
l
e
(echt)

(echt)

eervol

expressing or having qualities such as honesty, courage, thoughtfulness, etc. that deserves admiration

ignoble

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
obsessive
obsessive
bijvoeglijk naamwoord
o
ə
b
b
s
s
e
ɛ
ss
s
i
ɪ
v
v
e
(overdreven aandacht gevend)

(overdreven aandacht gevend)

obsessief

giving someone or something too much thought or attention in an unusual way

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
persistent
persistent
bijvoeglijk naamwoord
p
p
e
ɜ
r
r
s
s
i
ɪ
s
s
t
t
e
ə
n
n
t
t
(persistent)

(persistent)

volhardend

continuing to do something despite facing criticism or difficulties

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
pushy
pushy
bijvoeglijk naamwoord
p
p
u
ʊ
sh
ʃ
y
i
(opdringerige)

(opdringerige)

opdringerig

trying hard to achieve something in a rude way

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
malicious
malicious
bijvoeglijk naamwoord
m
m
a
ə
l
l
i
ɪ
c
ʃ
iou
ə
s
s
N/A

N/A

intending to cause harm or distress to others

unmalicious

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
rebellious
rebellious
bijvoeglijk naamwoord
r
r
e
ə
b
b
e
ɛ
ll
l
iou
j
ə
s
s
(opstandig)

(opstandig)

rebelse

(of a person) resistant to authority or control, often challenging established norms or rules

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
resentful
resentful
bijvoeglijk naamwoord
r
r
e
ɪ
s
z
e
ɛ
n
n
t
t
f
f
u
ə
l
l
(resistent)

(resistent)

wrokig

feeling anger because of perceived unfairness or wrongdoing

unresentful

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
secretive
secretive
bijvoeglijk naamwoord
s
s
e
i
c
k
r
r
e
ə
t
t
i
ɪ
v
v
e
(afgeschermd)

(afgeschermd)

geheimzinnig

(of a person) having a tendency to hide feelings, thoughts, etc.

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
self-centered
self-centered
bijvoeglijk naamwoord
uk flag
/ˈsɛɫfˈsɛntɝd/
(egoïstisch)

(egoïstisch)

zelfzuchtig

(of a person) not caring about the needs and feelings of no one but one's own

altruistic

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
superficial
bijvoeglijk naamwoord
s
s
u
u
p
p
e
ɜ
r
r
f
f
i
ɪ
c
ʃ
ia
ə
l
l
(schijnbaar)

(schijnbaar)

oppervlakkig

lacking a deep understanding of important or serious matters

profound

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
suspicious
bijvoeglijk naamwoord
s
s
u
ə
s
s
p
p
i
ɪ
c
ʃ
iou
ə
s
s
(achterdochtig)

(achterdochtig)

wantrouwig

doubtful about the honesty of what someone has done and having no trust in them

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
timid
timid
bijvoeglijk naamwoord
t
t
i
ɪ
m
m
i
ɪ
d
d
(schuchter)

(schuchter)

timide

lacking confidence or courage

bold

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
vain
vain
bijvoeglijk naamwoord
v
v
ai
n
n
(ijdel)

(ijdel)

verwaand

taking great pride in one's abilities, appearance, etc.

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
villainous
villainous
bijvoeglijk naamwoord
v
v
i
ɪ
ll
l
ai
ə
n
n
ou
ə
s
s
(boosaardig)

(boosaardig)

schurkenachtig

behaving in an immoral or evil manner, often causing harm or distress to others

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
knowledgeable
knowledgeable
bijvoeglijk naamwoord
k
n
n
o
ɑ
w
l
l
e
ə
dg
ʤ
ə
ea
ə
b
b
l
l
e
(deskundig)

(deskundig)

inhoudelijk

having a lot of information or expertise in a particular subject or field

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
open-minded
bijvoeglijk naamwoord
uk flag
/ˈoʊpənmˈaɪndᵻd/
(open van geest)

(open van geest)

open-minded

ready to accept or listen to different views and opinions

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
mature
bijvoeglijk naamwoord
m
m
a
ə
t
ʧ
u
ʊ
r
r
e
(rijp)

(rijp)

volwassen

(of a young person or child) able to behave reasonably and responsibly, like an adult

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
plain
plain
bijvoeglijk naamwoord
p
p
l
l
ai
n
n
(simpel)

(simpel)

helder

characterized by straightforwardness

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
principled
bijvoeglijk naamwoord
p
p
r
r
i
ɪ
n
n
c
s
i
ə
p
p
ə
l
l
e
d
d
(moreel)

(moreel)

principieel

behaving in a manner that shows one's high moral standards

unprincipled

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
prominent
prominent
bijvoeglijk naamwoord
p
p
r
r
o
ɑ
m
m
i
ə
n
n
e
ə
n
n
t
t
(uitzonderlijk)

(uitzonderlijk)

opmerkelijk

well-known or easily recognizable due to importance, influence, or distinct features

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
rational
rational
bijvoeglijk naamwoord
r
r
a
æ
t
ʃ
io
ə
n
n
a
ə
l
l
(logisch)

(logisch)

rationeel

(of a person) avoiding emotions and taking logic into account when making decisions

irrational

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
relatable
bijvoeglijk naamwoord
r
r
e
ɪ
l
l
a
t
t
a
ə
b
b
ə
l
l
e
(verbonden)

(verbonden)

herkenbaar

having qualities that make it easy for people to connect with or understand

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
renowned
renowned
bijvoeglijk naamwoord
r
r
e
ɪ
n
n
o
a
w
ʊ
n
n
e
d
d
(gerenommeerd)

(gerenommeerd)

beroemd

famous and admired by many people

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
dedicated
dedicated
bijvoeglijk naamwoord
d
d
e
ɛ
d
d
i
ə
c
k
a
t
t
e
ə
d
d
(gewijd)

(gewijd)

toegewijd

fully committed and loyal to a task, cause, or purpose

undedicated

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
humble
humble
bijvoeglijk naamwoord
h
h
u
ə
m
m
b
b
ə
l
l
e
(nederig)

(nederig)

bescheiden

behaving in a way that shows the lack of pride or sense of superiority over others

proud

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
self-motivated
self-motivated
bijvoeglijk naamwoord
uk flag
/sˈɛlfmˈoʊɾᵻvˌeɪɾᵻd/
(zelfstandig gemotiveerd)

(zelfstandig gemotiveerd)

zelfgemotiveerd

making efforts and able to work hard without needing to be forced

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
straightforward
straightforward
bijvoeglijk naamwoord
s
s
t
t
r
r
ai
gh
t
t
f
f
o
ɔ
r
r
w
w
a
ɜ
r
r
d
d
(openhartig)

(openhartig)

eerlijk

(of a person or their behavior) direct and honest

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
tactful
tactful
bijvoeglijk naamwoord
t
t
a
æ
c
k
t
t
f
f
u
ə
l
l
(gevoelig)

(gevoelig)

tactvol

careful not to make anyone upset or annoyed

tactless

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
thoughtful
thoughtful
bijvoeglijk naamwoord
th
θ
ou
ɔ
gh
t
t
f
f
u
ə
l
l
(peinzend)

(peinzend)

doordacht

thinking deeply about oneself and one's experiences, often resulting in new understandings or realizations

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
tolerant
bijvoeglijk naamwoord
t
t
o
ɑ
l
l
e
ɜ
r
r
a
ə
n
n
t
t
(vergevingsgezind)

(vergevingsgezind)

tolerant

showing respect to what other people say or do even when one disagrees with them

intolerant

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
trustworthy
trustworthy
bijvoeglijk naamwoord
t
t
r
r
u
ə
s
s
t
t
w
w
o
ɜ
r
r
th
ð
y
i
(vertrouwenswaardig)

(vertrouwenswaardig)

betrouwbaar

able to be trusted or relied on

untrustworthy

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
truthful
truthful
bijvoeglijk naamwoord
t
t
r
r
u
u
th
θ
f
f
u
ə
l
l
(oprecht)

(oprecht)

eerlijk

(of a person) telling the truth without deceit or falsehood

untruthful

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
vicious
vicious
bijvoeglijk naamwoord
v
v
i
ɪ
c
ʃ
iou
ə
s
s
(gemeen)

(gemeen)

wreed

violent and very unkind

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
foolhardy
bijvoeglijk naamwoord
f
f
oo
u
l
l
h
h
a
ɑ
r
r
d
d
y
i
(onbezonnen)

(onbezonnen)

roekeloos

behaving in a way that is unnecessarily risky or very stupid

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
withdrawn
withdrawn
bijvoeglijk naamwoord
w
w
i
ɪ
th
ð
d
d
r
r
a
ɔ
w
n
n
(ingetogen)

(ingetogen)

teruggetrokken

(of a person) unwilling to talk to other people or participate in social events

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
rat
zelfstandig naamwoord
r
r
a
æ
t
t
(snitch)

(snitch)

aangever

someone who gives information about other people and their crimes or wrongdoings to the police or authorities

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun
poker face
poker face
zelfstandig naamwoord
uk flag
/pˈoʊkɚ fˈeɪs/
(onbewogen gezicht)

(onbewogen gezicht)

pokerface

Idiom
Informal

a facial expression that does not reveal a person's feelings or thoughts

What is the origin of the idiom "poker face" and when to use it?

The idiom "poker face" originated from the world of poker, a card game where players attempt to conceal their emotions and maintain a neutral facial expression to avoid giving away their hand or intentions. The phrase is used to signify the ability to keep a calm and composed demeanor, showing no visible signs of one's thoughts, feelings, or intentions.

Grammaticale Informatie:

Samengesteld Zelfstandig Naamwoord

Woordfamilie

loud
mouth
loudmouth

loudmouth

Noun

Gefeliciteerd! !

U hebt 43 woorden geleerd van Lesson 26. Begin met oefenen om het leren en herzien van woordenschat te verbeteren!

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

practice