Boek Top Notch 3B - Eenheid 10 - Voorbeeld

Hier vind je de woordenschat van Unit 10 - Preview in het Top Notch 3B cursusboek, zoals "baai", "geografisch", "bergketen", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

geographical

[bijvoeglijk naamwoord]

related to the study or characteristics of the Earth's surface, including its features, landscapes, and locations

geografisch, gerelateerd aan geografie

Ex: The geographical features of a region influence its economic activities and cultural practices .De **geografische** kenmerken van een regio beïnvloeden de economische activiteiten en culturele praktijken.

Sluiten

Inloggen

feature

[zelfstandig naamwoord]

an important or distinctive aspect of something

kenmerk, functie

Ex: The magazine article highlighted the chef 's innovative cooking techniques as a key feature of the restaurant 's success .Het tijdschriftartikel benadrukte de innovatieve kooktechnieken van de chef als een belangrijk **kenmerk** van het succes van het restaurant.

Sluiten

Inloggen

gulf

[zelfstandig naamwoord]

an area of sea that is partly surrounded by land, with a narrow opening

golf, baai

Ex: The boat was anchored in a quiet gulf.De boot lag voor anker in een rustige **baai**.

Sluiten

Inloggen

bay

[zelfstandig naamwoord]

an area of land that is curved and partly encloses a part of the sea

baai, bocht

Ex: Tourists enjoy kayaking and sailing in the calm waters of the bay.Toeristen genieten van kajakken en zeilen in de kalme wateren van de **baai**.

Sluiten

Inloggen

lake

[zelfstandig naamwoord]

a large area of water, surrounded by land

meer

Ex: They had a picnic by the side of the lake.Ze hadden een picknick aan de **meer**.

Sluiten

Inloggen

the ocean

[zelfstandig naamwoord]

the great mass of salt water that covers most of the earth's surface

oceaan, zee

Ex: The sailors navigated the ocean using the stars .De zeelieden navigeerden de **oceaan** met behulp van de sterren.

Sluiten

Inloggen

sea

[zelfstandig naamwoord]

the salt water that covers most of the earth’s surface and surrounds its continents and islands

zee

Ex: We spent our vacation relaxing on the sandy beaches by the sea.We brachten onze vakantie door met ontspannen op de zandstranden aan **zee**.

Sluiten

Inloggen

volcano

[zelfstandig naamwoord]

a mountain with an opening on its top, from which melted rock and ash can be pushed out into the air

vulkaan, vulkaanberg

Ex: Earthquakes often occur near active volcanoes.Aardbevingen komen vaak voor in de buurt van actieve **vulkanen**.

Sluiten

Inloggen

mountain range

[zelfstandig naamwoord]

a group of mountains or hills in a line

bergketen, gebergte

Ex: Many animals live in the dense forests of the mountain range.Veel dieren leven in de dichte bossen van het **gebergte**.

Sluiten

Inloggen

national park

[zelfstandig naamwoord]

an area under the protection of a government, where people can visit, for its wildlife, beauty, or historical sights

nationaal park, natuurreservaat

Ex: A guided tour of the national park provided fascinating information .Een rondleiding door het **nationaal park** gaf fascinerende informatie.

Sluiten

Inloggen

Boek Top Notch 3B

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek Top Notch 3B - Eenheid 10 - Voorbeeld