pattern

Onregelmatige woorden - Nul meervoud

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Categorized English Irregular Words
aircraft
[zelfstandig naamwoord]

any flying vehicle

luchtvaartuig, vliegtuig

luchtvaartuig, vliegtuig

Ex: The aircraft's wings glinted in the sunlight as it prepared for takeoff .De vleugels van het **vliegtuig** glinsterden in het zonlicht terwijl het zich voorbereidde op het opstijgen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
barracks
[zelfstandig naamwoord]

a building or a set of buildings for soldiers to live in

kazerne, barak

kazerne, barak

Ex: During the inspection , the commander praised the soldiers for maintaining such orderly and clean barracks.Tijdens de inspectie prees de commandant de soldaten voor het handhaven van zo ordelijke en schone **kazernes**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bison
[zelfstandig naamwoord]

a large wild mammal of the cow family covered with long hair that is found in North America or Europe

bizon, Amerikaanse bizon

bizon, Amerikaanse bizon

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cod
[zelfstandig naamwoord]

a large food fish that lives in cold marine waters with a small barbel and three fins on the back

kabeljauw, schelvis

kabeljauw, schelvis

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
faux pas
[zelfstandig naamwoord]

an extremely embarrassing and inappropriate comment or behavior in a particular social situation

fout

fout

Ex: Realizing his faux pas, he quickly apologized and tried to make amends .Toen hij zich zijn **faux pas** realiseerde, verontschuldigde hij zich snel en probeerde hij het goed te maken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
means
[zelfstandig naamwoord]

a way, system, object, etc. through which one can achieve a goal or accomplish a task

middel, gereedschap

middel, gereedschap

Ex: Art can be a means of expressing complex emotions and ideas .Kunst kan een **middel** zijn om complexe emoties en ideeën uit te drukken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
moose
[zelfstandig naamwoord]

a large deer with palmate antlers, a long, drooping snout, and a hump on its shoulders, found chiefly in northern forests of North America, Europe, and Asia

eland, rendier

eland, rendier

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pike
[zelfstandig naamwoord]

any carnivorous freshwater game fish with a long snout and body that inhabits brackish or fresh waters of the Northern Hemisphere

snoek, Esox

snoek, Esox

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
series
[zelfstandig naamwoord]

a set of regularly aired television or radio programs related to the same subject

serie, reeks

serie, reeks

Ex: A comedy series about family life became an instant hit with audiences .Een komische **serie** over het gezinsleven werd meteen een hit bij het publiek.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sheep
[zelfstandig naamwoord]

a farm animal that we keep to use its meat or wool

schaap, ooi

schaap, ooi

Ex: The sheep had thick wool that was used to make warm clothing .Het **schaap** had dikke wol die werd gebruikt om warme kleding te maken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
species
[zelfstandig naamwoord]

a group that animals, plants, etc. of the same type which are capable of producing healthy offspring with each other are divided into

soort, soorten

soort, soorten

Ex: The monarch butterfly is a species of butterfly that migrates thousands of miles each year .De monarchvlinder is een **soort** vlinder die elk jaar duizenden kilometers migreert.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
deer
[zelfstandig naamwoord]

a large, wild animal with long legs which eats grass and can run very fast, typically the males have horns

hert, ree

hert, ree

Ex: We silently watched from a distance as the deer peacefully rested under the shade of a tree .We keken in stilte van een afstand toe terwijl het **hert** vredig rustte onder de schaduw van een boom.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
offspring
[zelfstandig naamwoord]

the child or children of a particular person or animal

nakomeling, nageslacht

nakomeling, nageslacht

Ex: The offspring of the two birds were strong and healthy , ready to leave the nest .De **nakomelingen** van de twee vogels waren sterk en gezond, klaar om het nest te verlaten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Onregelmatige woorden
LanGeek
LanGeek app downloaden