Boek Summit 1B - Eenheid 9 - Les 1

Hier vind je de woordenschat van Unit 9 - Les 1 in het Summit 1B cursusboek, zoals "zekerheid", "veronderstellen", "waarschijnlijk", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

degree

[zelfstandig naamwoord]

a specific extent on a scale that represents the intensity, amount, or level of something

graad, niveau

Ex: She could not decide to what degree she should participate in the event .Ze kon niet beslissen in welke **mate** ze aan het evenement zou moeten deelnemen.

Sluiten

Inloggen

certainty

[zelfstandig naamwoord]

the state of being sure about something, usually when there is proof

zekerheid

Ex: His certainty about the project 's success helped persuade others to invest in it .Zijn **zekerheid** over het succes van het project hielp anderen over te halen erin te investeren.

Sluiten

Inloggen

clearly

[bijwoord]

without any uncertainty

duidelijk, klaarblijkelijk

Ex: He was clearly upset about the decision .Hij was **duidelijk** van streek door de beslissing.

Sluiten

Inloggen

obvious

[bijvoeglijk naamwoord]

noticeable and easily understood

duidelijk, overduidelijk

Ex: The solution to the puzzle was obvious once she pointed it out .De oplossing van de puzzel was **duidelijk** zodra ze het aanwees.

Sluiten

Inloggen

most

[Determinator]

used to refer to the largest number or amount

de meeste, het grootste deel

Ex: Most students in the class preferred the new teaching method .

Sluiten

Inloggen

likely

[bijvoeglijk naamwoord]

having a possibility of happening or being the case

waarschijnlijk, mogelijk

Ex: The recent increase in sales makes it a likely scenario that the company will expand its operations .De recente stijging van de verkopen maakt het een **waarschijnlijk** scenario dat het bedrijf zijn activiteiten zal uitbreiden.

Sluiten

Inloggen

probably

[bijwoord]

used to show likelihood or possibility without absolute certainty

waarschijnlijk, wellicht

Ex: He is probably going to join us for dinner tonight .Hij zal **waarschijnlijk** vanavond bij ons komen eten.

Sluiten

Inloggen

to bet

[werkwoord]

to express confidence or certainty in something happening or being the case

wedden, gokken

Ex: I bet she 's still in bed .Ik **wed** dat ze nog in bed ligt.

Sluiten

Inloggen

to suppose

[werkwoord]

to think or believe that something is possible or true, without being sure

veronderstellen, denken

Ex: Based on the results , I suppose the theory is correct .Gebaseerd op de resultaten, **vermoed** ik dat de theorie correct is.

Sluiten

Inloggen

maybe

[bijwoord]

used to show uncertainty or hesitation

misschien, wellicht

Ex: Maybe we should try a different restaurant this time .**Misschien** moeten we deze keer een ander restaurant proberen.

Sluiten

Inloggen

possible

[bijvoeglijk naamwoord]

able to exist, happen, or be done

mogelijk, uitvoerbaar

Ex: To achieve the best possible result , we need to work together .Om het best mogelijke resultaat te bereiken, moeten we samenwerken.

Sluiten

Inloggen

to wonder

[werkwoord]

to want to know about something particular

zich afvragen, nadenken

Ex: The detective could n't help but wonder who the mysterious figure in the photograph could be .De detective kon het niet helpen om zich af te **vragen** wie de mysterieuze figuur op de foto kon zijn.

Sluiten

Inloggen

Boek Summit 1B

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek Summit 1B - Eenheid 9 - Les 1