Boek Insight - Elementair - Eenheid 2 - 2C

Hier vindt u de woordenschat uit Unit 2 - 2C in het Insight Elementary cursusboek, zoals "cello", "trompet", "klarinet", enz.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

musical instrument [zelfstandig naamwoord]

an object or device used for producing music, such as a violin or a piano

muziekinstrument

Ex: She plays the violin , her favorite musical instrument .

Ze speelt viool, haar favoriete muziekinstrument.

cello [zelfstandig naamwoord]

a large musical instrument of the violin family that is held upright and is played by pulling a bow across its strings

cello

Ex: She played a soulful melody on the cello during the orchestra concert .

Ze speelde een gevoelige melodie op de cello tijdens het orkestconcert.

clarinet [zelfstandig naamwoord]

a musical instrument with a mouthpiece and keys, that is played by blowing into it

klarinet

Ex: He played a soulful melody on the clarinet during the jazz band 's performance .

Hij speelde een gevoelige melodie op de klarinet tijdens de uitvoering van de jazzband.

flute [zelfstandig naamwoord]

a tube-like musical instrument that is played by blowing over a hole while covering and uncovering its other holes

fluit

Ex: She played a beautiful melody on the flute during the orchestra 's performance .

Ze speelde een prachtige melodie op de fluit tijdens het optreden van het orkest.

guitar [zelfstandig naamwoord]

a musical instrument, usually with six strings, that we play by pulling the strings with our fingers or with a plectrum

gitaar

Ex: He is practicing fingerpicking techniques on the guitar .

Hij oefent fingerpicking-technieken op de gitaar.

keyboard [zelfstandig naamwoord]

a type of electronic musical instrument with keys like those of a piano, which is able to make many different sounds

keyboard

Ex: He played a beautiful melody on the keyboard during the concert .

Hij speelde een prachtige melodie op het keyboard tijdens het concert.

piano [zelfstandig naamwoord]

a musical instrument we play by pressing the black and white keys on the keyboard

piano

Ex: I learned how to read sheet music to play the piano .

Ik heb leren bladmuziek lezen om piano te spelen.

drum [zelfstandig naamwoord]

a musical instrument consisting of a hollow, round frame with plastic or skin stretched tightly across one or both ends, played by hitting it with sticks or hands

trommel

Ex: Drum lessons have helped him improve his sense of rhythm.

Drumlessen hebben hem geholpen zijn gevoel voor ritme te verbeteren.

saxophone [zelfstandig naamwoord]

a curved metal wind instrument that is played by blowing into it while pressing its buttons

saxofoon

Ex: He played a soulful jazz solo on the saxophone during the concert .

Hij speelde een soulvolle jazzsolo op de saxofoon tijdens het concert.

trumpet [zelfstandig naamwoord]

a musical instrument with a curved metal tube and one wide end, which is played by blowing into it while pressing and releasing its three buttons

trompet

Ex: He played a soulful melody on the trumpet during the jazz performance .

Hij speelde een gevoelige melodie op de trompet tijdens de jazzuitvoering.

violin [zelfstandig naamwoord]

a musical instrument that we play by holding it under our chin and moving a bow across its strings

viool

Ex: Can you show me the proper way to hold the violin bow?

Kunt u me de juiste manier laten zien om de vioolstok vast te houden?

Boek Insight - Elementair
Welkom A	Welkom C	Welkom D	Welkom E
Eenheid 1 - 1A	Eenheid 1 - 1C	Eenheid 1 - 1D	Eenheid 2 - 2A
Eenheid 2 - 2B	Eenheid 2 - 2C	Eenheid 2 - 2D	Eenheid 3 - 3A
Eenheid 3 - 3B	Eenheid 3 - 3E	Eenheid 4 - 4A	Eenheid 4 - 4B
Eenheid 4 - 4C	Eenheid 4 - 4D	Eenheid 4 - 4E	Eenheid 5 - 5A
Eenheid 5 - 5C	Eenheid 6 - 6A	Eenheid 6 - 6C	Eenheid 6 - 6D
Eenheid 6 - 6E	Eenheid 7 - 7A	Eenheid 7 - 7B	Eenheid 7 - 7D
Eenheid 8 - 8A	Eenheid 8 - 8C	Eenheid 8 - 8D	Eenheid 9 - 9A
Eenheid 9 - 9C	Eenheid 9 - 9D	Eenheid 10 - 10A	Eenheid 10 - 10C
Eenheid 10 - 10D