Boek Insight - Elementair - Welkom D

Here you will find the vocabulary from Welcome D in the Insight Elementary coursebook, such as "blue", "curly", "horse", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

appearance

[zelfstandig naamwoord]

the way that someone or something looks

uiterlijk, verschijning

Ex: The fashion show featured models of different appearances, showcasing diversity .De modeshow bevatte modellen met verschillende **verschijningen**, die diversiteit toonden.

Sluiten

Inloggen

blue

[bijvoeglijk naamwoord]

having the color of the ocean or clear sky at daytime

blauw

Ex: They wore blue jeans to the party.Ze droegen **blauwe** spijkerbroeken naar het feest.

Sluiten

Inloggen

curly

[bijvoeglijk naamwoord]

(of hair) having a spiral-like pattern

krullend, gekruld

Ex: The baby 's curly hair was adorable and attracted lots of attention .Het **krullende** haar van de baby was schattig en trok veel aandacht.

Sluiten

Inloggen

dark

[bijvoeglijk naamwoord]

(of hair, skin, or eyes) characterized by a deep brown color that can range from light to very dark shades

donker

Ex: His dark beard added a rugged charm to his appearance .Zijn **donkere** baard voegde een robuuste charme toe aan zijn uiterlijk.

Sluiten

Inloggen

long

[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) having a greater than average height

lang, van grote gestalte

Ex: The long basketball player easily reached the hoop without jumping .De **lange** basketbalspeler bereikte gemakkelijk de hoepel zonder te springen.

Sluiten

Inloggen

short

[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) having a height that is less than what is thought to be the average height

klein, kort

Ex: The short actress often wore high heels to appear taller on screen .De **kleine** actrice droeg vaak hoge hakken om langer te lijken op het scherm.

Sluiten

Inloggen

young

[bijvoeglijk naamwoord]

still in the earlier stages of life

jong,jeugdig, not old

Ex: The young boy , still in kindergarten , enjoyed painting with bright colors .De **jonge** jongen, nog in de kleuterschool, hield van schilderen met felle kleuren.

Sluiten

Inloggen

old

[bijvoeglijk naamwoord]

of a particular age

oud, bejaard

Ex: My favorite sweater is ten years old but still looks brand new .Mijn favoriete trui is tien jaar **oud** maar ziet er nog steeds als nieuw uit.

Sluiten

Inloggen

tall

[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) having a height that is greater than what is thought to be the average height

lang,groot van postuur, having more height than others

Ex: How tall do you need to be to ride that roller coaster ?Hoe **lang** moet je zijn om die achtbaan te rijden?

Sluiten

Inloggen

fair

[bijvoeglijk naamwoord]

(of skin or hair) very light in color

licht, blond

Ex: The artist used light tones to depict the character 's fair features .De kunstenaar gebruikte lichte tinten om de **lichte** kenmerken van het personage weer te geven.

Sluiten

Inloggen

straight

[bijvoeglijk naamwoord]

(of hair) having a smooth texture with no natural curls or waves

recht, glad

Ex: The doll had long , straight black hair .De pop had lang, **steil** zwart haar.

Sluiten

Inloggen

brown

[bijvoeglijk naamwoord]

having the color of chocolate ice cream

bruin, donkerbruin

Ex: The leather couch had a luxurious brown upholstery .De leren bank had een luxe **bruine** bekleding.

Sluiten

Inloggen

hair

[zelfstandig naamwoord]

the thin thread-like things that grow on our head

haar, haren

Ex: The hairdryer is used to dry wet hair quickly .De haardroger wordt gebruikt om nat **haar** snel te drogen.

Sluiten

Inloggen

eye

[zelfstandig naamwoord]

a body part on our face that we use for seeing

oog, ogen

Ex: The doctor used a small flashlight to examine her eyes.De dokter gebruikte een kleine zaklamp om haar **ogen** te onderzoeken.

Sluiten

Inloggen

color

[zelfstandig naamwoord]

a quality such as red, green, blue, yellow, etc. that we see when we look at something

kleur

Ex: The traffic light has three colors: red, yellow, and green.Het verkeerslicht heeft drie **kleuren**: rood, geel en groen.

Sluiten

Inloggen

black

[bijvoeglijk naamwoord]

having the color that is the darkest, like most crows

zwart

Ex: The piano keys are black and white.De pianotoetsen zijn **zwart** en wit.

Sluiten

Inloggen

green

[bijvoeglijk naamwoord]

having the color of fresh grass or most plant leaves

groen

Ex: The salad bowl was full with fresh , crisp green vegetables .De saladekom was gevuld met verse, knapperige **groene** groenten.

Sluiten

Inloggen

orange

[bijvoeglijk naamwoord]

having the color of carrots or pumpkins

oranje, oranjekleurig

Ex: The orange pumpkin was perfect for Halloween.De **oranje** pompoen was perfect voor Halloween.

Sluiten

Inloggen

pink

[bijvoeglijk naamwoord]

having the color of strawberry ice cream

roze, roze gekleurd

Ex: We saw a pink flamingo standing on one leg , with its striking feathers .We zagen een **roze** flamingo die op één been stond, met zijn opvallende veren.

Sluiten

Inloggen

purple

[bijvoeglijk naamwoord]

having the color of most ripe eggplants

paars, purper

Ex: The purple grapes were ripe and juicy .De **paarse** druiven waren rijp en sappig.

Sluiten

Inloggen

red

[bijvoeglijk naamwoord]

having the color of tomatoes or blood

rood, scharlaken

Ex: After running for two hours , her cheeks were red.Na twee uur rennen waren haar wangen **rood**.

Sluiten

Inloggen

white

[bijvoeglijk naamwoord]

having the color that is the lightest, like snow

wit

Ex: We saw a beautiful white swan swimming in the lake .We zagen een prachtige **witte** zwaan zwemmen in het meer.

Sluiten

Inloggen

yellow

[bijvoeglijk naamwoord]

having the color of lemons or the sun

geel

Ex: We saw a yellow taxi driving down the street .We zagen een **gele** taxi de straat afrijden.

Sluiten

Inloggen

banana

[zelfstandig naamwoord]

a soft fruit that is long and curved and has hard yellow skin

banaan

Ex: They froze sliced bananas and blended them into a creamy banana ice cream .Ze bevroren plakjes **banaan** en mixten ze tot een romige **banaan**ijs.

Sluiten

Inloggen

book

[zelfstandig naamwoord]

a set of printed pages that are held together in a cover so that we can turn them and read them

boek

Ex: The librarian helped me find a book on ancient history for my research project .De bibliothecaris hielp me een **boek** over oude geschiedenis te vinden voor mijn onderzoeksproject.

Sluiten

Inloggen

bus

[zelfstandig naamwoord]

a large vehicle that carries many passengers by road

bus, autobus

Ex: The bus was full , so I had to stand for the entire journey .De **bus** was vol, dus ik moest de hele reis staan.

Sluiten

Inloggen

cat

[zelfstandig naamwoord]

a small animal that has soft fur, a tail, and four legs and we often keep it as a pet

kat, poes

Ex: My sister enjoys petting soft and furry cats.Mijn zus geniet ervan om zachte en harige **katten** te aaien.

Sluiten

Inloggen

door

[zelfstandig naamwoord]

the thing we move to enter, exit, or access a place such as a vehicle, building, room, etc.

deur,poort, thing you open to enter

Ex: She knocked on the door and waited for someone to answer .

Sluiten

Inloggen

dress

[zelfstandig naamwoord]

a piece of clothing worn by girls and women that is made in one piece and covers the body down to the legs but has no separate part for each leg

jurk, outfit

Ex: She tried on several dresses before finding the perfect one .Ze probeerde verschillende **jurken** aan voordat ze de perfecte vond.

Sluiten

Inloggen

horse

[zelfstandig naamwoord]

an animal that is large, has a tail and four legs, and we use for racing, pulling carriages, riding, etc.

paard, ros

Ex: The majestic horse galloped across the open field .Het majestueuze **paard** galoppeerde over het open veld.

Sluiten

Inloggen

pen

[zelfstandig naamwoord]

an instrument for writing or drawing with ink, usually made of plastic or metal

pen, balpen

Ex: We sign our names with a pen when writing greeting cards .We ondertekenen onze namen met een **pen** wanneer we wenskaarten schrijven.

Sluiten

Inloggen

leaf

[zelfstandig naamwoord]

a usually green part of a plant in which the photosynthesis takes place

blad

Ex: A single leaf fell from the tree .Een enkel **blad** viel van de boom.

Sluiten

Inloggen

watch

[zelfstandig naamwoord]

a small clock worn on a strap on your wrist or carried in your pocket

horloge, polshorloge

Ex: She checked her watch to see what time it was .Ze keek op haar **horloge** om te zien hoe laat het was.

Sluiten

Inloggen

Boek Insight - Elementair

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek Insight - Elementair - Welkom D