Inloggen
Beginners 2 - Bijwoorden van Tijd & Frequentie
Hier leer je enkele Engelse bijwoorden van tijd en frequentie, zoals "altijd", "vaak" en "nooit", voorbereid voor beginnersniveau studenten.
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
always
[bijwoord]
at all times, without any exceptions
altijd, voortdurend
Ex: She is always ready to help others .Ze is **altijd** bereid om anderen te helpen.
never
[bijwoord]
not at any point in time
nooit, nimmer
Ex: This old clock never worked properly , not even when it was new .Deze oude klok **heeft nooit** goed gewerkt, zelfs niet toen hij nieuw was.
usually
[bijwoord]
in most situations or under normal circumstances
meestal, gewoonlijk
Ex: We usually visit our grandparents during the holidays .We bezoeken **meestal** onze grootouders tijdens de vakantie.
often
[bijwoord]
on many occasions
vaak, dikwijls
Ex: He often attends cultural events in the city .Hij woont **vaak** culturele evenementen in de stad bij.
sometimes
[bijwoord]
on some occasions but not always
soms, af en toe
Ex: We sometimes visit our relatives during the holidays .We bezoeken **soms** onze familieleden tijdens de vakantie.
now
[bijwoord]
at this moment or time
nu, op dit moment
Ex: We are cleaning the house now, we have a party tonight .We maken het huis **nu** schoon, we hebben vanavond een feestje.
soon
[bijwoord]
in a short time from now
snel, binnenkort
Ex: Finish your homework , and soon you can join us for dinner .Maak je huiswerk af, en **snel** kun je bij ons komen voor het avondeten.
again
[bijwoord]
for one more instance
opnieuw, nogmaals
Ex: He apologized for the mistake and promised it would n't happen again.Hij verontschuldigde zich voor de fout en beloofde dat het niet **weer** zou gebeuren.
once
[bijwoord]
for one single time
een keer, slechts een keer
Ex: He slipped once on the ice but caught himself .Hij gleed **een keer** uit op het ijs maar ving zichzelf op.
twice
[bijwoord]
for two instances
tweemaal, in twee gevallen
Ex: She called her friend twice yesterday .Ze belde haar vriend **twee keer** gisteren.
then
[bijwoord]
after the thing mentioned
vervolgens, daarna
Ex: The lights flickered , then the power went out completely .De lichten flikkerden, **toen** viel de stroom helemaal uit.
| Beginners 2 |
|---|
LanGeek app downloaden