Boek English File - Pre-intermediate - Les 12

Hier vind je de woordenschat uit Les 12 in het English File Pre-Intermediate cursusboek, zoals "van wie", "welke", "waarom", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

how [bijwoord]

in what manner or in what way

hoe

Ex: How can I improve my English speaking skills?

Hoe kan ik mijn Engelse spreekvaardigheid verbeteren?

what [Voornaamwoord]

used in questions to ask for information or for someone’s opinion

wat

Ex: What did you have for breakfast ?

Wat heb je als ontbijt gegeten?

when [bijwoord]

used when we want to ask at what time something happens

wanneer

Ex: Can you let me know when the package arrives?

Kun je me laten weten wanneer het pakket arriveert?

where [bijwoord]

in what place, situation, or position

waar

Ex: Do you know where I can find a good restaurant?

Weet jij waar ik een goed restaurant kan vinden?

which [Voornaamwoord]

used to ask or talk about one or more members of a group of things or people, when we are not sure about it or about them

welke

Ex: Which of these options is the best solution to the problem ?

Welke van deze opties is de beste oplossing voor het probleem?

who [Voornaamwoord]

used in questions to ask about the name or identity of one person or several people

wie

Ex: Who are those people sitting at the back ?

Wie zijn die mensen die achterin zitten ?

whose [Determinator]

used to show that the thing mentioned belongs to a particular person or thing

wiens

Ex: She 's an author whose novels have topped the bestseller list .

Ze is een auteur wiens romans de bestsellerlijst hebben aangevoerd.

why [bijwoord]

used for asking the purpose of or reason for something

waarom

Ex: Why are you late for school today?

Waarom ben je vandaag te laat op school?

to say [werkwoord]

to use words and our voice to show what we are thinking or feeling

zeggen

Ex: He was saying that he wanted to quit his job and travel the world .

Hij zei dat hij zijn baan wilde opzeggen en de wereld wilde rondreizen.

to tell [werkwoord]

to use words and give someone information

vertellen

Ex: Did he tell you about the new project ?

Heeft hij je over het nieuwe project verteld?

Boek English File - Pre-intermediate
Les 1B	Les 1C	Les 2A	Les 2B
Les 2C	Les 3A	Les 3B	Les 3C
Les 4A	Les 4B	Les 4C	Les 5A
Les 5B	Les 5C	Les 6A	Les 6B
Les 6C	Les 7A	Les 7B	Les 7C
Les 8A	Les 8B	Les 8C	Les 9A
Les 9C	Praktisch Engels Aflevering 5	Les 10A	Les 10B
Les 10C	Les 11A	Les 11B	Les 11C
Les 12