Boek English File - Pre-intermediate - Les 5C

Hier vind je de woordenschat uit Les 5C in het English File Pre-Intermediate cursusboek, zoals "gezondheid", "spier", "vruchtensap", enz.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

health [zelfstandig naamwoord]

the general condition of a person's mind or body

gezondheid

Ex: Regular exercise and a balanced diet are essential for maintaining good health.

Regelmatige lichaamsbeweging en een uitgebalanceerd dieet zijn essentieel voor het behoud van een goede gezondheid.

body [zelfstandig naamwoord]

our or an animal's hands, legs, head, and every other part together

lichaam

Ex: She enjoys yoga because it helps her connect with her body and find inner balance .

Ze geniet van yoga omdat het haar helpt om contact te maken met haar lichaam en innerlijke balans te vinden.

heart [zelfstandig naamwoord]

the body part that pushes the blood to go to all parts of our body

hart

Ex: He could n't hide the happiness in his heart when he saw his loved ones after a long time .

Hij kon het geluk in zijn hart niet verbergen toen hij zijn geliefden na lange tijd weerzag.

liver [zelfstandig naamwoord]

a vital organ in the body that cleans the blood of harmful substances

lever

Ex: The liver is responsible for filtering toxins from the bloodstream , helping to detoxify the body and maintain overall health .

De lever is verantwoordelijk voor het filteren van gifstoffen uit de bloedbaan, helpt het lichaam te ontgiften en de algehele gezondheid te behouden.

muscle [zelfstandig naamwoord]

a piece of body tissue that is made tight or relaxed when we want to move a particular part of our body

spier

Ex: He massaged his sore muscles to ease the tension .

Hij masseerde zijn pijnlijke spieren om de spanning te verlichten.

blood [zelfstandig naamwoord]

the red liquid that the heart pumps through the body, carrying oxygen to and carbon dioxide from the tissues

bloed

Ex: Donating blood can save lives and help those in need .

Bloed doneren kan levens redden en hen in nood helpen.

bone [zelfstandig naamwoord]

any of the hard pieces making up the skeleton in humans and some animals

bot

Ex: She twisted her ankle and felt a shooting pain in the bone .

Ze verstuikte haar enkel en voelde een stekende pijn in het bot.

water [zelfstandig naamwoord]

a liquid with no smell, taste, or color, that falls from the sky as rain, and is used for washing, cooking, drinking, etc.

water

Ex: I accidentally spilled water on my laptop , and now it wo n't turn on .

Ik heb per ongeluk water op mijn laptop gemorst, en nu gaat hij niet meer aan.

diet [zelfstandig naamwoord]

the types of food or drink that people or animals usually consume

dieet

Ex: The cat 's diet mainly consisted of dry kibble and occasional wet food for variety .

Het dieet van de kat bestond voornamelijk uit droge brokjes en af en toe natvoer voor afwisseling.

alcohol [zelfstandig naamwoord]

any drink that can make people intoxicated, such as wine, beer, etc.

alcohol

Ex: The legal drinking age for purchasing alcohol in many countries is 21 .

De wettelijke drinkleeftijd voor het kopen van alcohol is in veel landen 21 jaar.

low-fat milk [zelfstandig naamwoord]

milk that has a low percentage of fat

magere melk

Ex: She prefers to drink low-fat milk in her smoothies to keep them healthier and lower in calories .

Ze geeft de voorkeur aan magere melk in haar smoothies om ze gezonder en minder calorierijk te houden.

tea [zelfstandig naamwoord]

a drink we make by soaking dried tea leaves in hot water

thee

Ex: He added a splash of milk to his black tea for a creamy and smooth taste.

Hij voegde een scheutje melk toe aan zijn zwarte thee voor een romige en gladde smaak.

and [Voegwoord]

used to connect two words, phrases, or sentences referring to related things

Ex: I like to read books and watch movies .

Ik lees graag boeken en kijk graag films.

coffee [zelfstandig naamwoord]

a drink made by mixing hot water with crushed coffee beans, which is usually brown

koffie

Ex: He savored the aroma of freshly brewed coffee before taking his first sip .

Hij genoot van de geur van versgezette koffie voordat hij zijn eerste slok nam.

fruit juice [zelfstandig naamwoord]

a drink that is made by extracting the liquid that exists inside of fruits

vruchtensap

Ex: She enjoyed a refreshing glass of fruit juice with her breakfast each morning .

Ze genoot elke ochtend van een verfrissend glas vruchtensap bij haar ontbijt.

Coca-Cola [zelfstandig naamwoord]

the brand of a sweet and brown drink that has bubbles in it

Coca-Cola

Ex: At the movie theater , I always order a large bucket of popcorn and a refreshing Coca-Cola .

In de bioscoop bestel ik altijd een grote emmer popcorn en een verfrissende Coca-Cola.

tooth [zelfstandig naamwoord]

one of the things in our mouth that are hard and white and we use to chew and bite food with

tand

Ex: He felt a sharp pain in his tooth and scheduled a dental appointment .

Hij voelde een scherpe pijn in zijn tand en maakte een afspraak bij de tandarts.

Boek English File - Pre-intermediate
Les 1B	Les 1C	Les 2A	Les 2B
Les 2C	Les 3A	Les 3B	Les 3C
Les 4A	Les 4B	Les 4C	Les 5A
Les 5B	Les 5C	Les 6A	Les 6B
Les 6C	Les 7A	Les 7B	Les 7C
Les 8A	Les 8B	Les 8C	Les 9A
Les 9C	Praktisch Engels Aflevering 5	Les 10A	Les 10B
Les 10C	Les 11A	Les 11B	Les 11C
Les 12