Boek Top Notch 2A - Eenheid 2 - Les 1

Hier vind je de woordenschat van Unit 2 - Les 1 in het Top Notch 2A cursusboek, zoals "uitslapen", "uitleg", "parkeerplaats", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

to get stuck in

[Zinsdeel]

to not be able to move from a place or position

Ex: The got stuck in the branches of a tall tree .

Sluiten

Inloggen

traffic

[zelfstandig naamwoord]

the coming and going of cars, airplanes, people, etc. in an area at a particular time

verkeer, traffic

Ex: Traffic on the subway was unusually light early in the morning .Het **verkeer** in de metro was 's ochtends vroeg ongewoon licht.

Sluiten

Inloggen

explanation

[zelfstandig naamwoord]

information or details that are given to make something clear or easier to understand

uitleg, verklaring

Ex: The guide 's detailed explanation enhanced their appreciation of the museum exhibit .De gedetailleerde **uitleg** van de gids verhoogde hun waardering voor de museumtentoonstelling.

Sluiten

Inloggen

late

[bijvoeglijk naamwoord]

doing or happening after the time that is usual or expected

laat, vertraagd

Ex: The train is late by 20 minutes .De trein heeft **20 minuten vertraging**.

Sluiten

Inloggen

to oversleep

[werkwoord]

to wake up later than one intended to

uitslapen, te lang slapen

Ex: She often oversleeps and misses her morning bus .Ze **slaapt vaak te lang** en mist haar ochtendbus.

Sluiten

Inloggen

to miss

[werkwoord]

to fail to catch a bus, airplane, etc.

missen, te laat komen

Ex: She was so engrossed in her book that she missed her metro stop .Ze was zo verdiept in haar boek dat ze haar metrostation **mistte**.

Sluiten

Inloggen

bus

[zelfstandig naamwoord]

a large vehicle that carries many passengers by road

bus, autobus

Ex: The bus was full , so I had to stand for the entire journey .De **bus** was vol, dus ik moest de hele reis staan.

Sluiten

Inloggen

to get

[werkwoord]

to receive or come to have something

ontvangen, verkrijgen

Ex: The children got toys from their grandparents .De kinderen hebben speelgoed van hun grootouders **gekregen**.

Sluiten

Inloggen

taxi

[zelfstandig naamwoord]

a car that has a driver whom we pay to take us to different places

taxi, huurauto

Ex: The taxi dropped me off at the entrance of the restaurant .De **taxi** zette me af bij de ingang van het restaurant.

Sluiten

Inloggen

to find

[werkwoord]

to randomly discover someone or something, particularly in a way that is surprising or unexpected

ontdekken, vinden

Ex: We found a beautiful view on a hike we randomly went on.We hebben een prachtig uitzicht **gevonden** tijdens een wandeling waar we zomaar op uit zijn gegaan.

Sluiten

Inloggen

parking space

[zelfstandig naamwoord]

an area designed so that people could leave their cars or other vehicles there for a period of time

parkeerplaats, parkeerplek

Ex: The parking space was too small for her SUV , so she had to look for a larger spot nearby .De **parkeerplaats** was te klein voor haar SUV, dus moest ze in de buurt naar een grotere plek zoeken.

Sluiten

Inloggen

Boek Top Notch 2A

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek Top Notch 2A - Eenheid 2 - Les 1