Woordenschat voor IELTS Academic (Score 5) - Negatieve menselijke eigenschappen
Hier leer je enkele Engelse woorden die verband houden met negatieve menselijke eigenschappen die nodig zijn voor het Basic Academic IELTS-examen.
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
ongevoelig
Zijn ongevoelige gedrag jegens zijn klasgenoten maakte hem niet populair op school.
onbedachtzaam
De deur open laten staan op een koude nacht was een onbedachtzame fout.
onvoorzichtig
Hij was zo onvoorzichtig met zijn woorden, vaak dingen zeggend zonder na te denken.
lui
In plaats van een maaltijd te koken, koos hij voor afhaalmaaltijden omdat hij zich te lui voelde om te koken.
wreed
De wrede dictator onderdrukte zijn volk en toonde geen genade aan degenen die zich tegen hem verzetten.
jaloers
Ondanks haar prestaties voelde ze zich nog steeds jaloers op het moeiteloze succes van haar zus.
jaloers
Ik ben zo jaloers op je vakantieplannen.
hatelijk
Ondanks pogingen tot verzoening bleven de broers en zussen vastzitten in een cyclus van hatelijke ruzies.
pessimistisch
Hij had een pessimistische kijk op de economie, in de overtuiging dat een recessie op handen was.
onattent
Ze vond zijn onattente gedrag, zoals onderbreken tijdens vergaderingen, behoorlijk frustrerend.
onbuigzaam
De onderhandelaars vonden hem onbuigzaam en niet bereid alternatieve oplossingen te overwegen.
onstabiel
Zijn carrière leed tegenslagen vanwege zijn reputatie onstabiel te zijn, waardoor collega's aarzelden om met hem samen te werken.
roekeloos
De roekeloze tiener sprong van de klif het water in zonder te controleren op gevaren beneden.
arrogant
Haar arrogante houding vervreemdde haar van haar leeftijdsgenoten, waardoor ze weinig vrienden overhield.
berekenend
Zijn berekenende geest vond altijd manieren om mazen in de wet te benutten.
onverschillig
Ze werd onverschillig na de ruzie en weigerde zich in te laten.
ongeorganiseerd
Zijn ongeorganiseerde schema maakte het moeilijk om afspraken na te komen.
koppig
Het koppige kind weigerde zijn groenten te eten, zelfs nadat hem was verteld dat ze goed voor hem waren.
vijandig
Zijn vijandige houding tegenover nieuwkomers creëerde een gespannen sfeer op kantoor.
emotioneel
De emotionele tiener had moeite om haar woede onder controle te houden toen ze met teleurstelling werd geconfronteerd.
nutteloos
Het verlopen medicijn was nutteloos en moest op de juiste manier worden weggegooid.