Elementair 1 - Tijd en chronologie
Hier leer je enkele Engelse woorden over tijd en chronologie, zoals "past", "early" en "short", voorbereid voor studenten op basisniveau.
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
the past
the time that has passed
het verleden, de voorbijgaande tijd
[zelfstandig naamwoord]
Sluiten
Inloggenfuture
the time that will come after the present or the events that will happen then
toekomst, komende tijd
[zelfstandig naamwoord]
Sluiten
Inloggenlunchtime
the time in the middle of the day when we eat lunch
lunchtijd, de lunch
[zelfstandig naamwoord]
Sluiten
Inloggenlater
at a time following the current or mentioned moment, without specifying exactly when
later, daarna
[bijwoord]
Sluiten
Inloggenon time
exactly at the specified time, neither late nor early
op tijd, tijdig
[bijwoord]
Sluiten
InloggenLanGeek app downloaden