pattern

Engels Woordenschat voor Basisschoolleerlingen 1 - Bewegingszinwerkwoorden

Hier leer je enkele Engelse bewegingswerkwoorden, zoals "go out", "neerzetten" en "come in", voorbereid voor studenten op elementair niveau.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Elementary 1
to go in

to enter a place, building, or location

invoeren

invoeren

Google Translate
[werkwoord]
to go out

to leave the house and attend a specific social event to enjoy your time

een plaats verlaten

een plaats verlaten

Google Translate
[werkwoord]
to get out

to leave somewhere such as a room, building, etc.

een plaats verlaten

een plaats verlaten

Google Translate
[werkwoord]
to go up

to go to a higher place

opstijgen

opstijgen

Google Translate
[werkwoord]
to go down

to move from a higher location to a lower one

[werkwoord]
to put down

to stop carrying something by putting it on the ground

op de grond zetten

op de grond zetten

Google Translate
[werkwoord]
to pick up

to take and lift something or someone up

iets optillen

iets optillen

Google Translate
[werkwoord]
to come in

to enter a place or space

invoeren

invoeren

Google Translate
[werkwoord]
to get up

to get on our feet and stand up

zich mooi maken

zich mooi maken

Google Translate
[werkwoord]
to throw out

to get rid of something that is no longer needed

[werkwoord]
to look around

to turn your head to see the surroundings

rondkijken

rondkijken

Google Translate
[werkwoord]
to turn around

to change your position so as to face another direction

het lichaam of hoofd in een andere richting draaien

het lichaam of hoofd in een andere richting draaien

Google Translate
[werkwoord]
to get back

to return to a place, state, or condition

terugkomen

terugkomen

Google Translate
[werkwoord]
LanGeek
LanGeek app downloaden