Elementair 2 - Essentiële kleding en winkelen

Hier leer je enkele Engelse woorden over de basis van kleding en winkelen, zoals "blouse", "oorring" en "uniform", voorbereid voor leerlingen van het basisniveau.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

clothing

[zelfstandig naamwoord]

the items that we wear, particularly a specific type of items

kleding, kledij

Ex: When traveling to a hot climate , it 's essential to pack lightweight and breathable clothing.Bij reizen naar een warm klimaat is het essentieel om lichtgewicht en ademende **kleding** in te pakken.

Sluiten

Inloggen

blouse

[zelfstandig naamwoord]

a shirt for women, typically with a collar, buttons and sleeves

blouse, damesblouse

Ex: This blouse is made of soft and comfortable fabric .Deze **blouse** is gemaakt van zacht en comfortabel stof.

Sluiten

Inloggen

uniform

[zelfstandig naamwoord]

the special set of clothes that all members of an organization or a group wear at work, or children wear at a particular school

uniform

Ex: The students wear a school uniform every day .De leerlingen dragen elke dag een school**uniform**.

Sluiten

Inloggen

check

[zelfstandig naamwoord]

a small piece of paper showing the foods and drinks that we have ordered in a restaurant, cafe, etc. and the amount that we have to pay

rekening, bon

Ex: The waiter forgot to bring the check, so we reminded him .De ober vergat de **rekening** te brengen, dus hebben we hem eraan herinnerd.

Sluiten

Inloggen

cost

[zelfstandig naamwoord]

an amount we pay to buy, do, or make something

kosten, prijs

Ex: The cost of the dress was more than she could afford .De **kosten** van de jurk waren meer dan ze zich kon veroorloven.

Sluiten

Inloggen

store

[zelfstandig naamwoord]

a shop of any size or kind that sells goods

winkel, zaak

Ex: The store is open from 9 AM to 9 PM .De **winkel** is geopend van 9 uur 's ochtends tot 9 uur 's avonds.

Sluiten

Inloggen

belt

[zelfstandig naamwoord]

a long and narrow item that you usually wear around your waist to hold your clothes in place or to decorate your outfit

riem, gordel

Ex: The dress came with a matching belt to complete the look .De jurk kwam met een bijpassende **riem** om de look te voltooien.

Sluiten

Inloggen

earring

[zelfstandig naamwoord]

a piece of jewelry worn on the ear

oorring, oorhanger

Ex: The actress dazzled on the red carpet with her stunning gold earrings.De actrice straalde op de rode loper met haar prachtige gouden **oorbellen**.

Sluiten

Inloggen

button

[zelfstandig naamwoord]

a small, round object, usually made of plastic or metal, sewn onto a piece of clothing and used for fastening two parts together

knoop, drukknop

Ex: The jacket has three buttons in the front for closing it .De jas heeft drie **knopen** aan de voorkant om hem dicht te doen.

Sluiten

Inloggen

sunglasses

[zelfstandig naamwoord]

dark glasses that we wear to protect our eyes from sunlight or glare

zonnebril, donkere bril

Ex: The sunglasses had a cool design with mirrored lenses .De **zonnebril** had een cool ontwerp met gespiegelde glazen.

Sluiten

Inloggen

jewelry

[zelfstandig naamwoord]

objects such as necklaces, bracelets or rings, typically made from precious metals such as gold and silver, that we wear as decoration

sieraden, juwelen

Ex: The jewelry store offered a wide range of earrings, necklaces, and bracelets.De **juwelen**winkel bood een breed scala aan oorbellen, kettingen en armbanden.

Sluiten

Inloggen

suitcase

[zelfstandig naamwoord]

a case with a handle, used for carrying clothes, etc. when we are traveling

koffer, reisbagage

Ex: The traveler struggled with his heavy suitcase up the stairs .De reiziger worstelde met zijn zware **koffer** de trap op.

Sluiten

Inloggen

Elementair 2

LanGeek app downloaden

Langeek

Elementair 2 - Essentiële kleding en winkelen