pattern

Elementair 2 - Sociale Structuren & Interacties

Hier leer je enkele Engelse woorden over sociale structuren en interacties, zoals "leider", "gast" en "alleen", voorbereid voor leerlingen van het basisniveau.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Elementary 2
society
[zelfstandig naamwoord]

people in general, considered as an extensive and organized group sharing the same laws

maatschappij

maatschappij

Ex: Social media has become an integral part of contemporary society, influencing public opinion and communication patterns .Sociale media zijn een integraal onderdeel geworden van de hedendaagse **maatschappij**, die de publieke opinie en communicatiepatronen beïnvloeden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
together
[bijwoord]

in the company of or in proximity to another person or people

samen, met

samen, met

Ex: My friends and I traveled together to Spain last summer .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
leader
[zelfstandig naamwoord]

a person who leads or commands others

leider, leider

leider, leider

Ex: Community organizers rally people together and act as leaders for positive change.Gemeenschapsorganisatoren brengen mensen samen en fungeren als **leiders** voor positieve verandering.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
alone
[bijwoord]

without anyone else

alleen, in zijn eentje

alleen, in zijn eentje

Ex: I traveled alone to Europe last summer .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
neighbor
[zelfstandig naamwoord]

someone who is living next to us or somewhere very close to us

buur, buurvrouw

buur, buurvrouw

Ex: The new neighbor has moved in next door with her three kids .De nieuwe **buurman** is naast ons komen wonen met zijn drie kinderen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
group
[zelfstandig naamwoord]

a number of things or people that have some sort of connection or are at a place together

groep, verzameling

groep, verzameling

Ex: The teacher divided the class into seven small groups for the project .De leraar verdeelde de klas in zeven kleine **groepen** voor het project.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
guest
[zelfstandig naamwoord]

someone who is invited to visit someone else's home or attend a social event

gast, genodigde

gast, genodigde

Ex: We have a guest staying with us this weekend .We hebben dit weekend een **gast** die bij ons blijft.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
guy
[zelfstandig naamwoord]

a person, typically a male

vent, man

vent, man

Ex: She met a nice guy at the coffee shop and they talked for hours .Ze ontmoette een leuke **vent** in het café en ze praatten urenlang.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
family name
[zelfstandig naamwoord]

the name we share with our parents that follows our first name

achternaam

achternaam

Ex: The family name ' Smith ' is quite common in English-speaking countries .De **achternaam** 'Smith' komt vrij veel voor in Engelssprekende landen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
member
[zelfstandig naamwoord]

someone or something that is in a specific group, club, or organization

lid, deelnemer

lid, deelnemer

Ex: To become a member, you need to fill out this application form .Om **lid** te worden, moet u dit aanmeldingsformulier invullen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
communication
[zelfstandig naamwoord]

the process or activity of exchanging information or expressing feelings, thoughts, or ideas by speaking, writing, etc.

communicatie, uitwisseling

communicatie, uitwisseling

Ex: Writing letters was a common form of communication in the past .Brieven schrijven was in het verleden een gebruikelijke vorm van **communicatie**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Elementair 2
LanGeek
LanGeek app downloaden