Boek Top Notch 1B - Eenheid 8 - Les 2

Hier vind je de woordenschat van Unit 8 - Les 2 in het Top Notch 1B cursusboek, zoals "panty", "paar", "handschoen", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

pair [zelfstandig naamwoord]

paar

Ex: The pair of gloves she wore was perfect for the cold weather .

Het paar handschoenen dat ze droeg was perfect voor het koude weer.

glove [zelfstandig naamwoord]

handschoen

Ex: The gloves he wore while gardening kept his hands clean and free from scratches .

De handschoenen die hij droeg tijdens het tuinieren hielden zijn handen schoon en vrij van krassen.

tights [zelfstandig naamwoord]

panty's

Ex: The dancer wore pink tights for her ballet performance .

De danseres droeg roze maillots voor haar balletoptreden.

pajamas [zelfstandig naamwoord]

pyjama

Ex: I like to wear comfortable pajamas when I sleep .

Ik draag graag comfortabele pyjama's als ik slaap.

jeans [zelfstandig naamwoord]

jeans

Ex: He prefers high-waisted jeans for a retro style .

Hij geeft de voorkeur aan high-waisted jeans voor een retro stijl.

pants [zelfstandig naamwoord]

broek

Ex: My brother always wears a belt with his pants to keep them from falling down .

Mijn broer draagt altijd een riem met zijn broek om te voorkomen dat hij naar beneden valt.

shorts [zelfstandig naamwoord]

korte broek

Ex: The kids played soccer in their school shorts during the afternoon practice .

De kinderen speelden voetbal in hun schoolshorts tijdens de middagtraining.

boxers [zelfstandig naamwoord]

boxershort

Ex: After his shower , he slipped into a fresh pair of boxers and a comfortable T-shirt .

Na zijn douche trok hij een fris paar boxershorts en een comfortabel T-shirt aan.

briefs [zelfstandig naamwoord]

slip

Ex: She bought a pack of cotton briefs for her son .

Ze kocht een pak katoenen slips voor haar zoon.

sock [zelfstandig naamwoord]

sok

Ex: She found a sock under the bed that had been missing for weeks .

Ze vond een sok onder het bed die al weken vermist was.

shoe [zelfstandig naamwoord]

schoen

Ex: I bought my little son 's first pair of shoes to help him learn to walk .

Ik kocht het eerste paar schoenen van mijn kleine zoon om hem te helpen leren lopen.

Boek Top Notch 1B
Eenheid 6 - Voorbeeld	Eenheid 6 - Les 2	Eenheid 7 - Les 1	Eenheid 7 - Les 3
Eenheid 7 - Les 4	Eenheid 8 - Voorbeeld	Eenheid 8 - Les 1	Eenheid 8 - Les 2
Eenheid 8 - Les 3	Eenheid 8 - Les 4	Eenheid 9 - Les 1	Eenheid 9 - Les 2
Eenheid 9 - Les 3	Eenheid 9 - Les 4	Eenheid 10 - Voorbeeld	Eenheid 10 - Les 2
Eenheid 10 - Les 4