pattern

Boek Top Notch 3A - Eenheid 1 - Les 3

Hier vind je de woordenschat van Unit 1 - Les 3 in het Top Notch 3A cursusboek, zoals "etiquette", "punctualiteit", "gebruikelijk", etc.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Top Notch 3A
manner
[zelfstandig naamwoord]

the way a person acts or behaves toward others

manier, gedrag

manier, gedrag

Ex: He apologized in a sincere manner after realizing his mistake .Hij verontschuldigde zich op een oprechte **manier** nadat hij zijn fout had ingezien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
etiquette
[zelfstandig naamwoord]

a set of conventional rules or formal manners, usually in the form of ethical code

etiquette

etiquette

Ex: Her etiquette at the meeting was impeccable .Haar **etiquette** tijdens de vergadering was onberispelijk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen

the ability to understand and respect the traditions, values, regular activities, etc. of the people from a different culture

Ex: They tested the classcultural literacy with questions about famous artworks .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
table manners
[zelfstandig naamwoord]

the way of eating that is expected of people to follow when with others

tafelmanieren, etiquette aan tafel

tafelmanieren, etiquette aan tafel

Ex: In some countries , bad table manners can be seen as disrespectful .In sommige landen kunnen **tafelmanieren** als respectloos worden gezien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
punctuality
[zelfstandig naamwoord]

the habit or characteristic of being consistently on time

stiptheid, nauwkeurigheid

stiptheid, nauwkeurigheid

Ex: The company rewards employees who demonstrate punctuality.Het bedrijf beloont werknemers die **stiptheid** tonen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
impolite
[bijvoeglijk naamwoord]

having bad manners or behavior

onbeleefd, ongemanierd

onbeleefd, ongemanierd

Ex: The teenager was impolite and did not listen to his parents .De tiener was **onbeleefd** en luisterde niet naar zijn ouders.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
offensive
[bijvoeglijk naamwoord]

causing someone to feel deeply hurt, upset, or angry due to being insulting, disrespectful, or inappropriate

beledigend, kwetsend

beledigend, kwetsend

Ex: Sharing offensive content on social media can lead to backlash and negative consequences .Het delen van **kwetsende** inhoud op sociale media kan leiden tegenreacties en negatieve gevolgen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
customary
[bijvoeglijk naamwoord]

commonly practiced or accepted as a usual way of doing things

gebruikelijk, gewoonlijk

gebruikelijk, gewoonlijk

Ex: The host followed the customary practice of offering refreshments .De gastheer volgde de **gebruikelijke** praktijk om verfrissingen aan te bieden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
taboo
[zelfstandig naamwoord]

a topic, term, or action that is forbidden or avoided for religious or cultural reasons

taboe, verbod

taboe, verbod

Ex: The act of showing affection in public is a taboo in some countries .Het tonen van genegenheid in het openbaar is in sommige landen een **taboe**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Boek Top Notch 3A
LanGeek
LanGeek app downloaden