pattern

Boek Solutions - Intermediate - Eenheid 7 - 7H

Hier vind je de woordenschat van Unit 7 - 7H in het Solutions Intermediate cursusboek, zoals "relate", "snappy", "pun", etc.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Solutions - Intermediate
to appeal
[werkwoord]

to attract or gain interest, approval, or admiration

aantrekken, bevallen

aantrekken, bevallen

Ex: The novel 's unique storyline and compelling characters appealed to readers of all ages .Het unieke verhaal van de roman en de meeslepende personages **spraken** lezers van alle leeftijden **aan**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
boring
[bijvoeglijk naamwoord]

making us feel tired and unsatisfied because of not being interesting

saai, vermoeiend

saai, vermoeiend

Ex: The TV show was boring, so I switched the channel .De tv-show was **saai**, dus ik heb van kanaal veranderd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen

to attract or engage someone's focus or interest

Ex: The suspenseful opening scene of the movie quickly caught the viewer's attention.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
main idea
[zelfstandig naamwoord]

the central or most important point or concept in a piece of writing, speech, or argument

hoofdgedachte, centraal concept

hoofdgedachte, centraal concept

Ex: The main idea of the essay is to highlight the benefits of renewable energy .**Het hoofdidee** van het essay is om de voordelen van hernieuwbare energie te benadrukken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pun
[zelfstandig naamwoord]

a clever or amusing use of words that takes advantage of the multiple meanings or interpretations that it has

woordspeling, puntdicht

woordspeling, puntdicht

Ex: The pun in the advertisement was so funny that it went viral on social media .De **woordspeling** in de advertentie was zo grappig dat het viral ging op sociale media.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
question
[zelfstandig naamwoord]

a sentence, phrase, or word, used to ask for information or to test someone’s knowledge

vraag

vraag

Ex: The quiz consisted of multiple-choice questions.De quiz bestond uit meerkeuze**vragen**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to relate
[werkwoord]

to make or show a logical connection between two things

relateren, een verband leggen

relateren, een verband leggen

Ex: The architect was able to relate the building design to the cultural influences of the community .De architect kon het gebouwontwerp **relateren** aan de culturele invloeden van de gemeenschap.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
topic
[zelfstandig naamwoord]

a matter that is dealt with in a conversation, text, or study

onderwerp

onderwerp

Ex: The book club members voted on the next month 's topic of discussion .De leden van de boekenclub stemden over het **onderwerp** van discussie voor de volgende maand.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
snappy
[bijvoeglijk naamwoord]

efficiently sharp or witty, often in a way that catches attention

scherp, geestig

scherp, geestig

Ex: That was a snappy piece of writing ; it really got to the point .Dat was een **scherp** stukje schrijven; het kwam echt ter zake.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
target audience
[zelfstandig naamwoord]

a specific group of people that a product, service, or message is aimed at or intended for

doelgroep, doelpubliek

doelgroep, doelpubliek

Ex: When creating content , it ’s important to consider the target audience's interests and preferences .Bij het creëren van inhoud is het belangrijk om de interesses en voorkeuren van het **doelgroep** te overwegen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
long
[bijvoeglijk naamwoord]

(of a piece of writing) containing a large number of pages or words

lang, uitgebreid

lang, uitgebreid

Ex: The novel was over 500 pages long, making it a substantial read.De roman was meer dan 500 pagina's **lang**, wat het een omvangrijk leeswerk maakte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Boek Solutions - Intermediate
LanGeek
LanGeek app downloaden