pattern

Boek Face2face - Intermediate - Eenheid 12 - 12A

Hier vind je de woordenschat van Unit 12 - 12A in het Face2Face Intermediate cursusboek, zoals "lastiggevallen", "rondhangen", "leuk vinden", etc.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Face2face - Intermediate
to fancy
[werkwoord]

to picture or imagine something in one's mind

zich voorstellen, bedenken

zich voorstellen, bedenken

Ex: He fancied himself as a successful entrepreneur in the future .Hij **beeldde** zichzelf in de toekomst als een succesvolle ondernemer in.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bothered
[bijvoeglijk naamwoord]

experiencing an emotional or mental discomfort due to an annoying situation or a person

gestoord, geïrriteerd

gestoord, geïrriteerd

Ex: He seemed bothered, but he didn't want to talk about it.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to feel up to
[werkwoord]

to feel one has enough energy and mental capacity to be able to do something

zich in staat voelen om, de energie hebben om

zich in staat voelen om, de energie hebben om

Ex: Given the complexity of the assignment, they didn't feel up to it at the moment.Gezien de complexiteit van de opdracht, **voelden ze zich niet in staat** om het op dit moment te doen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
broke
[bijvoeglijk naamwoord]

having little or no financial resources

blut, aan de grond

blut, aan de grond

Ex: He felt embarrassed admitting to his friends that he was broke and could n't join them for dinner .Hij voelde zich beschaamd om toe te geven aan zijn vrienden dat hij **blut** was en niet met hen kon gaan eten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to hang around
[werkwoord]

to spend time in a place, often without a specific purpose or activity

rondhangen, slenteren

rondhangen, slenteren

Ex: The dog loves to hang around the kitchen while his owner cooks .De hond houdt ervan om in de keuken **rond te hangen** terwijl zijn eigenaar kookt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
rubbish
[zelfstandig naamwoord]

unwanted, worthless, and unneeded things that people throw away

vuilnis, afval

vuilnis, afval

Ex: The council has implemented new bins for rubbish to encourage proper waste disposal in the community .De raad heeft nieuwe vuilnisbakken voor **afval** geïmplementeerd om een goede afvalverwijdering in de gemeenschap aan te moedigen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen

to have a strong interest or attraction toward a particular person or thing

Ex: He’s into sports, especially basketball, and watches every game.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen

used to mean that one benefits from having someone or something present or available to one

Ex: The garden could do with a bit of rain; the plants are looking a bit dry.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sick
[bijvoeglijk naamwoord]

mentally or emotionally disturbed or unhealthy

ziek, verstoord

ziek, verstoord

Ex: She was worried about her friend , who seemed increasingly sick and withdrawn .Ze maakte zich zorgen om haar vriend, die steeds **zieker** en teruggetrokken leek.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
off
[bijwoord]

at or to a certain distance away in physical space

verwijderd, ver weg

verwijderd, ver weg

Ex: They built the new barn a bit off from the old one.Ze bouwden de nieuwe schuur een beetje **verwijderd** van de oude.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen

to be involved in a particular activity or to be planning something, often with a sense of secrecy or suspicion

Ex: The sudden burst of creativity in her artwork signaled that was up to something extraordinary in her studio .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Boek Face2face - Intermediate
LanGeek
LanGeek app downloaden