Boek Total English - Gevorderd - Eenheid 6 - Les 2

Hier vind je de woordenschat uit Unit 6 - Les 2 in het Total English Advanced cursusboek, zoals "kick off", "fad", "come up", enz.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

fad

[zelfstandig naamwoord]

an interest, activity, or style that becomes popular for a short time and is followed with exaggerated enthusiasm

rage, hype

Ex: The sudden craze for virtual pets was a classic fad.De plotselinge rage voor virtuele huisdieren was een klassieke **rage**.

Sluiten

Inloggen

[bijvoeglijk naamwoord]

currently popular, trendy, or in style

in de mode, trendy

Ex: Minimalist design is still very much in.Minimalistisch design is nog steeds erg **in**.

Sluiten

Inloggen

to kick off

[werkwoord]

to cause something to begin, particularly initiating an event or process

starten, beginnen

Ex: The company kicked off the new product launch with a big advertising blitz .Het bedrijf **begon** de lancering van het nieuwe product met een grote advertentiecampagne.

Sluiten

Inloggen

to home in on somebody or something

[Zinsdeel]

to aim or move straight towards a specific target or objective, often with precision or accuracy

Ex: The homed in on the suspect’s location using new evidence .

Sluiten

Inloggen

out

[bijvoeglijk naamwoord]

outdated and no longer considered in style or popular

uit de mode, verouderd

Ex: Bright neon colors were in last summer, but now they’re out.Felgekleurde neonkleuren waren vorige zomer in, maar nu zijn ze **uit de mode**.

Sluiten

Inloggen

to catch on

[werkwoord]

(of a concept, trend, or idea) to become popular

aanslaan, populair worden

Ex: His music did n’t catch on until years after its release .Zijn muziek **sloeg pas aan** jaren na de release.

Sluiten

Inloggen

to come about

[werkwoord]

to happen, often unexpectedly

gebeuren, plaatsvinden

Ex: The unexpected delay came about due to severe weather conditions .De onverwachte vertraging **kwam** door ernstige weersomstandigheden **tot stand**.

Sluiten

Inloggen

to come up

[werkwoord]

to arise or occur, especially unexpectedly or suddenly

opkomen, voorkomen

Ex: As I was studying , a question came up that I could n't find the answer to in my notes .Terwijl ik aan het studeren was, **kwam** er een vraag **op** waar ik het antwoord niet op kon vinden in mijn aantekeningen.

Sluiten

Inloggen

to keep up

[werkwoord]

to stay knowledgeable and informed about current events or developments in a specific field or area of interest

op de hoogte blijven, bijblijven

Ex: In the rapidly evolving tech industry , it 's crucial to keep up with the latest advancements and trends .In de snel evoluerende techindustrie is het cruciaal om **bij te blijven** met de nieuwste ontwikkelingen en trends.

Sluiten

Inloggen

Boek Total English - Gevorderd

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek Total English - Gevorderd - Eenheid 6 - Les 2