Premium|Mobiele app|Woordenboek

Langeek

Ranglijst

Nachtmodus

Begin met leren

Mobiele app Premium Woordenboek

pattern

Woordenschat voor IELTS General (Score 6-7) - Positieve emoties

Hier leer je enkele Engelse woorden die verband houden met Positieve Emoties die nodig zijn voor het General Training IELTS-examen.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

Vocabulary for General Training IELTS (6-7)

[zelfstandig naamwoord]

the state of being content, satisfied, and at ease with one's current situation or circumstances

tevredenheid, voldoening

tevredenheid, voldoening

Ex: Achieving financial success was not the sole goal ; he sought a deeper contentedness by balancing work with personal fulfillment .Financieel succes behalen was niet het enige doel; hij zocht een diepere **tevredenheid** door werk in balans te brengen met persoonlijke vervulling.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a state of calm and peacefulness, free from stress, anxiety, or disturbance

sereniteit, rust

sereniteit, rust

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of pleasure that one experiences after doing or achieving what one really desired

tevredenheid, voldoening

tevredenheid, voldoening

Ex: Despite the challenges , graduating with honors brought her immense satisfaction, a testament to her dedication .Ondanks de uitdagingen bracht afstuderen met lof haar immense **tevredenheid**, een bewijs van haar toewijding.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a feeling we get when somebody or something is funny and exciting

vermaak, plezier

vermaak, plezier

Ex: Participating in a game night with friends brought hours of laughter and amusement.Deelname aan een spellenavond met vrienden bracht urenlang gelach en **plezier**.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the feeling of joy, happiness, or pleasure

blijdschap, vreugde

blijdschap, vreugde

Ex: The surprise reunion with old friends brought tears of gladness to her eyes .De verrassende reünie met oude vrienden bracht tranen van **blijdschap** in haar ogen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the feeling of being amazed, fascinated, or filled with admiration or curiosity about something remarkable or extraordinary

verwondering, bewondering

verwondering, bewondering

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of great wonder, often due to something extraordinary

verbazing, verwondering

verbazing, verwondering

Ex: The athlete ’s record-breaking performance left the audience in complete amazement.De recordbrekende prestatie van de atleet liet het publiek in complete **verbazing** achter.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the act of looking forward to or expecting something with excitement and eagerness

verwachting, opwinding

verwachting, opwinding

Ex: The aroma of baking cookies filled the house , creating a delightful atmosphere of anticipation for the upcoming family gathering .De geur van bakkoekjes vulde het huis, wat een heerlijke sfeer van **verwachting** creëerde voor de komende familiebijeenkomst.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the quality of being charming, pleasing, or capable of bringing joy and happiness

heerlijkheid, charme

heerlijkheid, charme

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the state of feeling or expressing gratitude and appreciation

dankbaarheid, waardering

dankbaarheid, waardering

Ex: The retiree 's farewell speech was filled with expressions of gratefulness for the meaningful relationships and experiences gained during their career .De afscheidsspeech van de gepensioneerde was gevuld met uitingen van **dankbaarheid** voor de betekenisvolle relaties en ervaringen opgedaan tijdens hun carrière.

Sluiten

lightheartedness

[zelfstandig naamwoord]

the quality or state of being cheerful, carefree, and free from anxiety

onbezorgdheid, vrolijkheid

onbezorgdheid, vrolijkheid

Ex: Sharing funny stories with friends brought an atmosphere of lightheartedness to the dinner table .Het delen van grappige verhalen met vrienden bracht een sfeer van **ongedwongenheid** aan de eettafel.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of fondness or liking toward someone or something

genegenheid, tederheid

genegenheid, tederheid

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

coexistence in peace and agreement

harmonie, eendracht

harmonie, eendracht

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the state of having great interest in something or someone

fascinatie

fascinatie

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a state of feeling peaceful and relaxed, without being upset or anxious

kalmte, rust

kalmte, rust

Ex: Meditation and mindfulness practices can promote a state of inner calmness and serenity .Meditatie en mindfulness-oefeningen kunnen een staat van innerlijke **kalmte** en sereniteit bevorderen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a state of calmness, serenity, and peace, free from disturbance or agitation

rust, kalmte

rust, kalmte

Ex: His mind was filled with tranquility after a session of meditation .Zijn geest was vervuld van **rust** na een sessie meditatie.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

an excessive aspiration or desire for someone or something

passie, ijver

passie, ijver

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the state of feeling confident, certain, or self-assured about one's abilities, decisions, or actions

zekerheid, zelfvertrouwen

zekerheid, zelfvertrouwen

Ex: The mentor 's guidance provided the aspiring artist with assurance as they navigated the challenges of a creative career .De begeleiding van de mentor gaf de aspirant-kunstenaar **zekerheid** terwijl hij de uitdagingen van een creatieve carrière navigeerde.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a feeling of comfort that comes when something annoying or upsetting is gone

opluchting, verlichting

opluchting, verlichting

Ex: She experienced great relief when the missing pet was found .Ze voelde een grote **opluchting** toen het vermiste huisdier werd gevonden.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

a warm and wistful emotion of longing or missing past experiences and cherished memories

nostalgie, weemoed

nostalgie, weemoed

Ex: Nostalgia swept over her as she returned to her hometown after many years away .**Nostalgie** overviel haar toen ze na vele jaren terugkeerde naar haar geboorteplaats.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

happiness and satisfaction, particularly with one's life

tevredenheid, voldoening

tevredenheid, voldoening

Ex: Contentment is n't about having everything , but being happy with what you have .**Tevredenheid** gaat niet over alles hebben, maar over gelukkig zijn met wat je hebt.

Sluiten

Woordenschat voor IELTS General (Score 6-7)

LanGeek app downloaden